direct naar inhoud van 3.4 Gemeentelijk beleid
Plan: Hoevelaken-Noord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0267.BP0010-0004

3.4 Gemeentelijk beleid

3.4.1 Structuurvisie Nijkerk/Hoevelaken 2030

De nieuwe structuurvisie van de gemeente geeft in grote lijnen aan welke plannen de gemeente Nijkerk heeft voor de inrichting van de ruimte in de komende jaren met de blik gericht op 2030. Deze structuurvisie is door de gemeenteraad op 30 juni 2011 vastgesteld.

In de structuurvisie is op basis van de huidige situatie en verwachte trends ten aanzien van bevolkingsopbouw, werkgelegenheid, woningmarkt, economisch profiel, mobiliteit en ruimtelijke ontwikkelingen een visie geformuleerd voor de gemeente.

In 2030 vormt de gemeente de groene overgang van de Randstad naar de Veluwe. De kernen hebben zich gericht op de eigen behoefte op het vlak van wonen, werken en voorzieningen. De woningvoorraad is meegegroeid met de vraag vanuit de eigen bevolking en er zijn nieuwe, onderscheidende woonmilieus ontstaan in Nijkerk, terwijl de kernen van Nijkerkerveen en Hoevelaken zijn afgerond op een wijze passend bij het omliggende landschap.

In 2030 profileert gemeente Nijkerk zich met de unieke combinatie van drie identiteiten die op relatief korte afstand te ervaren zijn:

  • 1. Stadse identiteit, waaronder de zone rondom de A28 en in mindere mate de A1;
  • 2. Dorpse Identiteit, zoals de dorpskernen van Nijkerkerveen, Hoevelaken en de wijken aan de zuid- en oostkant van Nijkerk;
  • 3. Landelijke Identiteit, vooral het buitengebied van de gemeente.


In de structuurvisie worden op hoofdlijnen vier strategische keuzes gemaakt ten aanzien van de gewenste ontwikkeling en profilering van Nijkerk in de regio:

  • 1. Drie kernen met eigen cultuur en samenleving;
  • 2. Landbouw en Landschap gaan samen;
  • 3. Tegengaan van verrommeling in gekoesterde landschappen;
  • 4. Ontwikkeling bedrijventerrein, na ontwikkeling van De Flier en De Driehoek wordt ruimte voor nieuwe bedrijvigheid gevonden door herstructurering van Arkervaart Oost.


Bijzondere opgaven in de structuurvisie zijn er voor:

  • Poorten, de toegangsgebieden naar Nijkerk.
  • Aandachtsgebieden, gebieden waar juist geen grote plannen of ingrepen worden voorgesteld (de Holk, de Veenwallen, Slichtenhorst, Beulekamp)
  • Sleutelgebieden, gebieden waar nieuwe ontwikkelingen zijn gepland met specifieke opgaven die met extra aandacht en inzet richting kunnen geven aan de ambities van de gemeente.


Hierna is de integrale visiekaart van de gemeente opgenomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0267.BP0010-0004_0007.jpg" afbeelding - Integrale toekomstvisiekaart

Aangezien het onderhavige bestemmingsplan de huidige situatie vastlegt, is er geen sprake van strijdigheid met de structuurvisie.

3.4.2 Welstandsnota

In deze nota wordt vastgelegd hoe het welstandstoezicht in de gemeente Nijkerk is geregeld. Deze nota geeft tevens uitgangspunten en criteria voor het welstandsoordeel. Het gemeentebestuur wil met deze nota een belangrijke stap zetten naar modernisering en vermaatschappelijking van het welstandstoezicht.
Het doel van het welstandstoezicht is om een bijdrage te leveren aan de schoonheid en de aantrekkelijkheid van de (bebouwde) omgeving. Door het opstellen van welstandsbeleid kan de gemeente in alle openheid een effectief en inzichtelijk welstandstoezicht inrichten en opdrachtgevers en ontwerpers in een vroeg stadium informeren over de criteria die bij de welstandsbeoordeling een rol spelen.

Er zijn voor Nijkerk algemene welstandscriteria opgesteld die bestaan uit een kwaliteitskader en een ruimtelijk kader. Deze algemene welstandscriteria vormen een vangnet voor die gevallen waarin de overige criteria niet toereikend zijn.
Daarnaast is het stedelijk gebied verdeeld in een aantal deelgebieden. Voor elk deelgebied in de gemeente zijn de gebiedskenmerken weergegeven en de welstandscriteria uitgewerkt. Daarbij wordt soms verwezen naar bestaand beleid.

Omdat het voorliggende bestemmingsplan hoofdzakelijk de huidige situatie vastlegt, is er geen sprake van strijdigheid met de Welstandsnota.

3.4.3 Woonvisie 2005+

Op 16 februari 2006 heeft de gemeente raad van Nijkerk de Woonvisie 2005+ vastgesteld. In deze Woonvisie geeft de gemeente aan welke ambities zij heeft voor de komende jaren op het gebied van het wonen, in relatie tot welzijn en zorg.
De Woonvisie is meer dan een Visie. Ook worden concrete maatregelen geformuleerd. Dat is het inhoudelijk werkprogramma voor de komende jaren; de Woonvisie bevat dus ook een Uitvoeringsprogramma. Om het karakter van de gemeente karakter in de huidige en in de toekomstige situatie te waarborgen en te versterken, zijn in deze visie vijf centrale ambities geformuleerd:

  • vervullen van een regionale opvangfunctie, met behoud van kwaliteit;
  • vergroten van keuzemogelijkheden;
  • werken aan evenwichtige opbouw van de bevolking;
  • bouwen voor alle doelgroepen, in het bijzonder voor jongeren en senioren;
  • gemeente is regisseur.


De woningvoorraad in het plangebied is over het algemeen recent geleden ontwikkeld. Het gebied kent weinig bouwmogelijkheden en er zullen zich weinig ontwikkelingen voordoen. Het woongebied wordt vrijwel volledig conform de bestaande situatie bestemd. De woonvisie is derhalve voor deze delen van het bestemmingsplan niet van toepassing.

3.4.4 Beleidsnota Cultuurhistorie Nijkerk 2006-2010

Beschermd stadsgezicht
De Beleidsnota Cultuurhistorie Nijkerk heeft tot doel het bieden van een kader waarbinnen het toekomstige cultuurhistorische beleid in de gemeente kan worden uitgezet. De Beleidsnota Cultuurhistorie richt zich op hoofdlijnen. Op basis van het in deze nota omschreven beleid zullen meerdere cultuurhistorische projecten kunnen worden opgezet. Deze projecten kunnen bijdragen aan het behalen van de doelstelling.
In de nota wordt voorgesteld de mogelijkheden te onderzoeken Park Weldam en Ons Belang aan te wijzen tot beschermd stadsgezicht. Deze gebieden zijn karakteristiek voor de vroeg 20e eeuwse woningbouw binnen de gemeente Nijkerk. Ons Belang is overigens al wel aangemerkt als gemeentelijk monument.

Beide gebieden zijn nog niet aangewezen als beschermd gebied en zullen derhalve ook niet worden voorzien van een aanduiding "beschermd stadsgezicht".

3.4.5 Milieubeleidsplan

Het Milieubeleidsplan 2009-2012 is de opvolger van het Milieubeleidsplan 2004-2007 en is op 28 mei 2009 door de gemeenteraad vastgesteld. Met dit Milieubeleidsplan stelt de gemeenteraad de kaders van het milieubeleid voor de komende periode vast en brengt zij accenten aan die zij belangrijk vindt. Het milieubeleidsplan 2009-2012 is integraal en in samenhang met andere beleidsterreinen opgesteld.

Het accent ligt op duurzame ontwikkelingen en de aanpak van hardnekkige milieuproblemen. De nadruk ligt op een gezonde veilige leefomgeving, met een eigen verantwoordelijkheid voor bedrijfsleven en burgers. Door de kredietcrisis is de aandacht vooral ook gericht op duurzame energie en samenleving. Het milieubeleid anticipeert op wetgeving en recente ontwikkelingen.

Het Milieubeleidsplan kent vier speerpunten namelijk klimaat, leefbaarheid, duurzaamheid en verantwoordelijkheid. Binnen de vier speerpunten zijn subthema’s ondergebracht.

De gemeente zet bijvoorbeeld in op energiebesparing en duurzame energie, op duurzaam ruimtegebruik en duurzaam bouwen als antwoord op de klimaatvraagstukken. Bij vervangende nieuwbouw en/of inbreidingsprojecten wil de gemeente Nijkerk streven naar een 10% scherpere EPC-norm (energieprestatiecoëfficiënt) ten opzichte van het vigerende Bouwbesluit. Deze EPC-norm moet zorgen voor een lagere CO0 uitstoot door minder energieverbruik als gevolg van bijvoorbeeld extra isolatiemaatregelen of de plaatsing van zonnepanelen op deze gebouwen. Ook laat de gemeente in overleg met de projectontwikkelaar en/of woningcorporatie een energievisie opstellen bij ruimtelijke ontwikkelingsprojecten van meer dan 50 woningen of een vergelijkbaar volume aan andere bebouwing.

Voor de uitvoering van het Milieubeleidsplan is het belangrijk om goede relaties te onderhouden met burgers, ondernemers, maatschappelijke organisaties en de regiopartners.

Tot slot werkt de gemeente aan het bewaken, behouden en verbeteren van de kwaliteit van het water, de lucht, de bodem, het landschap en de natuur. Het verminderen van afval en het veilig maken en houden van de omgeving. Kort samengevat de kwaliteit van de Nijkerkse leefomgeving.

3.4.6 Notitie niet-woonactiviteiten aan huis

De gemeente Nijkerk kent sinds 11 september 2008 een beleidsregel ‘aan huis gebonden beroepen en bedrijven’. De regeling moest vooral een einde maken aan de onduidelijkheid van allerlei verschillende definities in dit verband, bijvoorbeeld in de verschillende bestemmingsplannen. Omdat de gemeente bezig is met het actualiseren van alle bestemmingsplannen en onderhavig onderwerp hierin een terugkerend item is, is ervoor gekozen de beleidsregel uit 2008 te actualiseren.

Op 22 december 2011 heeft de gemeente Nijkerk daarom de notitie 'niet-woonactiviteiten aan huis' vastgesteld, waarmee de voorgenoemde beleidsregel is gemoderniseerd. Doel van deze notitie is om heldere en duidelijke regels te krijgen voor mensen die een klein deel van hun huis of bijgebouw willen inrichten en gebruiken om van daaruit niet-woonactiviteiten te ontplooien. De gemeente Nijkerk vindt het belangrijk dat niet-woonactiviteiten aan de woonomgeving worden toegevoegd. Redenen hiervoor zijn:

  • kleinschalige werkgelegenheidsfuncties dragen bij aan afwisselende en levendige woon- en werkmilieus;
  • het creëert meer werkgelegenheid;
  • biedt kansen aan startende ondernemers;
  • het biedt gezinnen met kinderen kansen om de beperkt beschikbare tijd te besteden aan het arbeidsproces;
  • aan huis geboden mensen krijgen de kans om een zelfstandig bestaan op te bouwen;
  • het kan een bijdrage leveren aan vermindering van de automobiliteit.

In de notitie zijn criteria, uitgangspunten en beleidsregels opgenomen waar, bij het toestaan van niet-woonactiviteiten aan huis, rekening meegehouden moet worden. Daarnaast zijn regels geformuleerd die duidelijk maken welke niet-woonactiviteiten aan huis zonder vergunning zijn toegestaan, welke voorwaarden de bewoner daarbij in acht moet nemen en voor welke niet-woonactiviteiten aan huis een omgevingsvergunning kan worden verkregen.

De betreffende voorwaarden uit de notitie worden in de regels van dit bestemmingsplan verwerkt. Hierdoor vormt de notitie indirect een toetsingskader waar bij aanvragen voor niet-woonactiviteiten aan huis aan voldaan moet worden.

3.4.7 Beleidsvisie externe veiligheid

Samen met de andere Gelderse gemeenten is naar aanleiding van het aangescherpte Rijksbeleid een Programma Uitvoering Externe Veiligheid opgesteld waarin is afgesproken dat elke gemeente eind 2010 uitvoering kan geven aan haar wettelijke taak. De beleidsvisie externe veiligheid voorziet hierin.
De beleidsvisie heeft als doel het in evenwicht brengen van het spanningsveld tussen de aanwezigheid van risicobronnen enerzijds, en de wens tot ruimtelijke ontwikkeling/intensivering anderzijds. De gemeentelijke inzet is gericht op het bieden van een veilige leefomgeving aan haar inwoners. De beleidsvisie is een aanzet om tot een uitvoeringspraktijk te komen waarin externe veiligheid die plaats krijgt die het verdient. De beleidsvisie dient als leidraad bij het maken van ruimtelijke plannen, zoals bestemmingsplannen.

Uit een risico inventarisatie die voor deze beleidsvisie is uitgevoerd blijkt dat in de gemeente Nijkerk vijf knelpunten naar voren komen. Eén van deze knelpunten heeft betrekking op het tankstation TINQ, aan de Westerdorpsstraat 52, die gelegen is in Hoevelaken-Noord. Het knelpunt wordt veroorzaakt door een overschrijding van de oriënterende waarde voor het groepsrisico. Momenteel wordt door de gemeente een oplossing gezocht voor het knelpunt betreffende het tankstation.

Het tankstation aan de Westerdorpsstraat 52 verkoopt nog steeds LPG. Derhalve kan er van uitgegaan worden dat het knelpunt aangaande een overschrijding voor het groepsrisico nog niet is opgelost. In dit bestemmingsplan wordt dan ook nader ingegaan op het tankstation bij behandeling van het planologische aspect externe veiligheid (zie verder paragraaf 5.10  'Externe Veiligheid').

3.4.8 Nota accommodatiebeleid welzijn en kunst en cultuur / 2010

Accommodaties zijn voor de gemeente Nijkerk een middel om de leefbaarheid in de kernen en buurten in stand te houden en waar nodig te versterken, de veiligheid te bevorderen en zelfontplooiing (participatie) te stimuleren. Om als gemeente zijnde goed in te kunnen spelen op alle wensen en behoeften rondom accommodaties moeten keuzes worden gemaakt. Voorliggende nota biedt de gemeente daartoe het handvat.

De nota beoogt concreet:

  • 1. Inzicht te geven in de huidige situatie rondom de gemeentelijke accommodaties, de ontwikkelingen die relevant zijn voor de aard en omvang van de accommodaties en de wensen en behoeften die er spelen bij gebruikers en eigenaren van betrokken accommodaties.
  • 2. Vragen met betrekking tot accommodaties in hun onderlinge samenhang te beoordelen om daarmee de afstemming tussen vraag en aanbod te optimaliseren.
  • 3. Een handvat te bieden om de kansen die zich voordoen op het terrein van accommodaties beter te benutten.
  • 4. Een heldere invulling te geven over de rol en taken die de gemeente wenst te vervullen in het kader van het accommodatiebeheer (realisatie, eigendom, beheer en exploitatie).

In de Nota wordt ingegaan op de stand van zaken met betrekking tot accommodaties in de verschillende kernen binnen de gemeente. Uit de analyse van Hoevelaken blijkt dat zich verscheidene maatschappelijke accommodaties aanwezig zijn gericht op welzijn, jeugd en jongeren en kunst en cultuur. Kijkend naar een verwachte groei van de bevolking van Hoevelaken met circa 7% is het van belang dat er voldoende maatschappelijke accommodaties beschikbaar zijn. Wellicht dat in de toekomst een multifunctioneel gebouw of Kulturhus hierin een belangrijke rol kan spelen.

In dit bestemmingsplan hebben de maatschappelijke functies een passende bestemming gekregen. De maatschappelijke bestemming is dermate flexibel opgezet dat bij beëindiging van een maatschappelijke functie deze vervangen kan worden door een andere maatschappelijke functie. Het bestemmingsplan maakt geen ontwikkeling van nieuwe maatschappelijk functies mogelijk.

3.4.9 Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan

Het gemeentelijk verkeers- en vervoersplan (GVVP) is vastgesteld op 26 mei 2011. De ambitie van de gemeente luidt als volgt: "Nijkerk heeft de ambitie om goed en veilig bereikbaar te blijven via zowel de weg als het spoor voor haar bewoners en vanuit haar omgeving, waarbij de drie kernen ook de komende jaren onderling goed met elkaar verbonden blijven".

Om deze ambitie te kunnen realiseren zijn voor verschillende modaliteite specifieke doelstellingen en ambities geformuleerd. Deze ambities zijn vervolgens vertaald naar opgaven en maatregelen. Deze doelstelling zijn:

  • De doorstroming op het lokale hoofdwegennet moet worden verbeterd en het sluipverkeer moet worden voorkomen. Voor de kernen geldt dat ze ook de komende jaren onderling goed met elkaar verbonden blijven en nieuwe ontwikkelingen moeten goed en duurzaam op het (lokale) hoofdwegennet worden ontsloten.
  • Daarbij wil Nijkerk zich wel blijven profileren als verkeersveilige gemeente.
  • De reeds aanwezige bedrijventerreinen en de nog te ontwikkelen locaties worden zowel via de weg als het water goed en direct ontsloten.
  • Het fietsgebruik op met name de korte en middellange afstand (tot 15 kilomter) wordt gestimuleerd door het voormgeven van een samenhangend, aantrekkelijk en (sociaal) veilig fietsnetwerk binnen en tussen de kernen.
  • Voor wat betreft het openbaar vervoer wordt ingezet op het stimuleren en optimaliseren vna het gebruik van het openbaar vervoer als onderdeel van de ketenmobiliteit.
  • Mobiliteit is in de gemeent eNijkerk de belangrijkste veroorzaker van CO2-uitstoot en draagt hierbij aan de klimaatverandering. De lokale klimaatdoelen van de gemeente Nijkerk zijn vastgelegd in het milieubeleidsplan.

Opgaven
De geformuleerde doelstellingen resulteren in een aantal concrete opgaven. Voor Nijkerk zijn dit:

  • Handhaven huidige aansluitingen op het rijkswegennet.
  • Garanderen goede ontsluiting Hoevelaken via Westerdorpsstraat.
  • Verruimen capaciteit Berencamperweg en Ambachtsstraat door wegvak en kruispuntmaatregelen.
  • Het vergroten van de capaciteit van kruispunten met de Ambachtsstraat en het kruispunt Amersfoortseweg - Frieswijkstraat door realisatie van fietstunnels.
  • Uitbreiding Doornsteed ontsluiten op de Arkemheenweg, om daarmee de Ambachtsstraat niet verder te blasten.
  • Herinrichting Amerfoortseweg in combinatie met groot onderhoud.
  • Verandering komgrens Nijkerkerveen op de Amersfoortseweg.
  • Stimuleren van het gebruik van de fiets, zowel utilitair als recreatief (verhogen fietsgebruik op korte ritten).
  • Realiseren ongelijkvloerse fietskruisingen met gebiedsontsluitingswegen, zoals de N301.
  • Realiseren van een goede fietsontsluiting bij geplande ruimtelijke ontwikkelingen.


In het bestemmingsplan wordt gebruik gemaakt van één verkeersbestemming. Belangrijke fietsroutes vallen binnen de verkeersbestemming.

3.4.10 Waterplan Nijkerk 2005-2030

Het waterplan Nijkerk is gezamenlijk opgesteld door gemeente Nijkerk, Waterschap Vallei & Eem en Waterschap Veluwe. In het waterplan geven de gemeente en de waterschappen hun gezamenlijke visie op de toekomst van het water in Nijkerk. Deze visie is uitgewerkt tot een uitvoeringsprogramma met maatregelen voor de periode 2007- 2011. De visie geeft aan de hand van een zestal thema's aan hoe het watersysteem er op lange termijn uit moet zien en bevat doelstellingen voor de lange, middellange en korte termijn:

  • samenwerken aan water en ruimte
    De samenwerking tussen gemeente en waterschap zal op het gebied van ruimtelijke ontwikkelingen worden verbeterd. Zo zal er genoeg ruimte voor water gerealiseerd moeten worden in de uitbreidingsgebieden en worden er afspraken gemaakt over de uitvoering van de watertoets;
  • voort met afkoppelen
    Afkoppelen van hemelwater geldt voor gebouwen en verhard oppervlak, waardoor het riool niet onnodig wordt belast met regenwater. Nijkerk heeft al vrij veel ervaring met afkoppelen in bestaand stedelijk gebied. De gemeente en waterschap gaan aangeven wanneer en onder welke randvoorwaarden er dient te worden afgekoppeld. Ook worden particulieren en bedrijven beter betrokken bij afkoppelen;
  • aanpak grondwaterproblematiek
    De gemeente zal de komende jaren onder andere een actievere rol gaan spelen bij het oplossen van grondwateroverlast in stedelijk gebied;
  • verbeteren waterkwaliteit en ecologie
    De gemeente en de waterbeheerders willen extra aandacht besteden aan het verbeteren van de lokale waterkwaliteit. Het streven is bijvoorbeeld om ca. 50% van de oevers van nieuwbouwwijk natuurvriendelijk in te richten;
  • bevorderen gebruik en beleving van water
    Water dat goed wordt ingericht, is aantrekkelijk om naar te kijken, langs te wandelen en te fietsen, of in te spelen. Het kan een kwaliteit toevoegen aan de woon- of werkomgeving. Het beheer en onderhoud van watergangen wordt geïntensiveerd, daarbij is de intentie om daar waar mogelijk samen te werken met scholen.
    De mogelijkheden voor extensieve vormen van recreatie op en langs het water (zoals kanoën, wandelen, fietsen) worden waar mogelijk uitgebreid;
  • water en vuur
    De brandweer heeft actief meegewerkt aan het waterplan Nijkerk zodat de bluswatervoorziening optimaal gemaakt kan worden.


Voor dit bestemmingsplan is een waterparagraaf opgenomen in hoofdstuk 5. Hierin is opgenomen welke waterhuishoudkundige thema's relevant zijn voor het plangebied en op welke manier daarmee wordt om gegaan.

3.4.11 Landschapsontwikkelingsplan Nijkerk

Het door de gemeenteraad vastgestelde Landschapsontwikkelingsplan van de gemeente Nijkerk heeft een visie op hoofdlijnen opgenomen, genaamd "De rode draad".

Hierin zijn een viertal aanknopingspunten opgenomen die van belang zijn voor de gemeente, namelijk:

  • versterken van de drie aanwezige landschapstypen;
  • versterken en beleefbaar maken van het cultuurhistorische erfgoed;
  • behoud en versterken van de natuurparels van Nijkerk;
  • uitbreiden recreatief netwerk en benutten kansen op recreatief vlak.

De overgang van bebouwd naar onbebouwd bepaald in grote mate de beleving van het landelijk gebied in de stadsrand en de toegankelijkheid van de stad naar het buitengebied. In het landschapsontwikkelingsplan wordt aangegeven dat aan de noordzijde van Hoevelaken het landschap betere beleefd kan worden doordat de structuur van het landschap (langgerekte strokenverkaveling) als het ware in steekt in het stedelijk gebied. Dit soort overgangen zijn waardevol en het is dan ook wenselijk deze overgangen te verbeteren om zo het landelijk gebied beter beleefbaar te maken.
Een van de aanbevelingen in het landschapsontwikkelingsplan is het creëren van een aantrekkelijk uitloopgebied aan de noordzijde van Hoevelaken voor de bewoners, bij voorbeeld in de vorm van kleine boscomplexen passend in de structuur van het landschap.

Groene buffer
De verstedelijking van de gemeente Amersfoort (Vathorst) en Nijkerk (Corlaer) neemt fors toe. De recreatiedruk neemt alleen maar toe op de groene gebieden (Vathorst Noord en Hoevenlakense bos) die daar tussen liggen. Deze strook, kortweg Groene Buffer genoemd vormt een verbinding tussen het Nationaal Landschap Ark- en Eemland (inclusief Arkemheen als Natura 2000-gebied) aan de ene zijde en de Schammer en Bloeidaal (beide onder beheer van het Utrechts Landschap) aan de andere zijde. Bepaalde onderdelen van deze Groene Buffer zijn sterk verrommeld.

Met de wens om toekomstige ontwikkelingen te reguleren staat de gemeente Nijkerk niet alleen. Het initiatief wordt in de regio gedeeld en opgenomen in onderstaande beleidsstukken (streekplan Gelderland 2005, Reconstructieplan GVUO, PMPJ provincie Gelderland, Groenblauwe structuur gemeente Amersfoort, IOV en LOP van de gemeente Nijkerk).

De meerwaarde van een integrale totaalvisie Groene Buffervisie is naast het creëren van een letterlijke groene buffer tussen de verstedelijkte gebieden ook het creëren van een aantrekkelijk recreatief uitloopgebied op regionaal niveau. Een vrij toegankelijk gebied voor het publiek m.n. bereikbaar via wandel en fietspaden vanuit de eigen woonomgeving.

Natura 2000
Het polderlandschap van de polder Arkemheen is zeer waardevol vanwege zijn openheid, oude kreekpatronen maar bovenal zijn ecologische kwaliteiten (vogelrichtlijngebied). Er is in het gebied sprake van een vrij gave perceelindeling van strookvormige en onregelmatige blokverkavelingen ook zijn er nog enige huisterpen aanwezig. Het gebied is voornamelijk in gebruik als agrarische hooi- en weiland. Delen van het gebied zijn daarnaast begrensd als reservaatgebied. De Zuiderzeedijk en de stoomgemalen zorgen voor de drooglegging en afwatering van het gebied. Belangrijkste speerpunt voor dit gebied (en ook voor het Nationaal Landschap Arkemheen & Eemland) is het open houden van de polder door bebouwing en bosaanleg niet toe te staan. Om zijn cultuurhistorische kwaliteiten (huisterpen uit de middeleeuwen en diverse stoomgemalen) is de Arkemheense polder aangewezen als Belvedere-gebied. Deze onderdelen wil de gemeente graag beleefbaar houden en maken voor recreanten. Om de ecologische waarden op peil te houden is het belangrijk dat agrarische natuurbeheer gestimuleerd wordt.
Recreatie in de polder dient extensief van aard te zijn, maar een uitzondering hierop vormt het gebied "Nieuw Hulckensteijn". De snelweg vormt een barrière van de stad Nijkerk richting de polder. Deze barrière vormt tevens een harde stadsrand aan de westzijde van de gemeente.

Groene Valleilint
Dwars over de Gelderse Vallei ligt een majeure opgave; Via de zogenaamde landgoederen is een robuuste ecologische verbinding voorzien; een grootschalige landschap- en natuurzone die twee grote natuurgebieden van Nederland; de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug, met elkaar verbindt.
In dit gebied ligt een aanzienlijke wateropgave in vorm van het herstel van een aantal TOP-gebieden (verdrogingbestrijding) en het herstel van een aantal watergangen, dat hun stroomrichting dwars op de REV hebben. Deze opgave is de belangrijkste natuur- en landschapopgave uit het Reconstructieplan Gelderse Vallei- Utrecht-oost. In aanvulling hierop dient er ook een ecologische verbinding tot stand worden gebracht tussen de Veluwe en de Oostvaardersplassen.
Een van de 5 deelgebieden ligt grotendeel in de gemeente Nijkerk. Landgoed Appel is een van de landgoederen die onderdeel vormt van de landgoederenzone. Een groot deel van de gronden is in handen van grondgebonden agrarische bedrijven en particulieren landgoederen. De uitdaging is ook om natuurdoelen gerealiseerd te krijgen, gebruik makend van particulier initiatief en door verwerving, waarbij het economische perspectief voor de landbouwsector en landgoederen behouden blijft.

Langs de Veenwal wordt de overgang tussen het stedelijk en het buitengebied gewaarborgd door het leggen van 'groene' bestemmingen als Groen, Agrarisch en Sport. Op deze wijze wordt voorkomen dat de groene insteken verder dichtslibben. De uitbreiding van boscomplexen vindt plaats buiten het plangebied.

3.4.12 Handboek Groenbeleid

In januari 2003 is het Handboek Groenbeleid opgesteld. Het Handboek Groenbeleid verwoordt de visie voor het openbare groen binnen de kernen van de gemeente Nijkerk voor de lange termijn. Het handboek vormt een belangrijk toetsingskader en bestuurlijk beleidsstuk en is opgebouwd uit verschillende aanbevelingen.

Een aantal van de aanbevelingen uit het handboek zijn:

  • het accentueren van de ontginningsassen binnen de kom door het doorzetten van de laanbeplantingen vanuit het buitengebied tot in de kern;
  • het handhaven, doorzetten en/of herstellen van kenmerkende houtsingels die vanuit het buitengebied de kern insteken of binnen de kern verwijzen naar de oorspronkelijke slagenverkaveling;
  • het ontwikkelen van een natuurlijke randzone aan de zuid- en zuidwestzijde in aansluiting op natuurontwikkeling langs Hoevelakense beek;
  • het verbeteren van de aansluitingen voor voetgangers en fietsers op de recreatieve routes in het buitengebied (richting Nijkerkerveen en Nijkerk) ten noorden van Hoevelaken.
  • het versterken van het kenmerk "robuuste" randgemeente in het groen", door het buitengebied tot in de kern beleefbaar te maken. Dit kan worden bereikt door:
    - een meer landschappelijke inrichting van de ontginningsassen;
    - het aanbrengen van een zonering in het beheer, van extensief beheer aan de randen van de kern tot intensief beheer bij het centrum;
  • door bij de ontwikkeling van de hoofdgroenstructuur onderscheidt te maken in de invulling van de ontginningsassen en de ringweg, wordt het onderscheidt tussen ontginningsassen en de ringweg verduidelijkt en de oriëntatie binnen de kern vergroot;
  • het reserveren van meer ruimte voor bomen bij reconstructies van wegen;
  • het zoveel mogelijk toepassen van bomen van de eerste grootte (eik, linde, beuk, populier) langs de elementen uit de hoofdgroenstructuur. Op deze manier wordt het verschil tussen de hoofdgroenstructuur en de wijkgroenstructuur (bomen tweede grootte) verduidelijkt;
  • het versterken van de relatie met de Hoevelakense beek.


In het voorliggende bestemmingsplan krijgen de structurerende groenvoorzieningen en houtsingels een groenbestemming. De kleinere groenvoorzieningen en laanbeplanting worden in de verkeersbestemming opgenomen. Aspecten van (her)inrichting en beheer kunnen niet in het bestemmingsplan worden geregeld.