Plan: | Bedrijventerrein 1 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0267.BP0001-0006 |
Inleiding
Het aspect fysieke veiligheid beoogt het beschermen van mens, dier en milieu tegen (de gevolgen van) ongevallen en rampen. Ondanks de gerealiseerde veiligheidsmaatregelen en -voorzieningen blijft er een restrisico waarbinnen incidenten plaats kunnen vinden.
Om de effecten van een incident zoveel mogelijk te beperken, is het noodzakelijk dat hulpverleningsdiensten adequaat op kunnen treden en dat burgers zich in veiligheid kunnen brengen.
Bij nieuwe of bij het actualiseren van bestaande bestemmingsplannen toetst de afdeling Veiligheid & Hulpverlening het conceptplan op fysieke veiligheidsaspecten aan landelijke1, regionale en gemeentelijke richtlijnen en/of regelgeving. Als externe veiligheid een rol speelt adviseert de regionale brandweer op grond van het "Besluit externe veiligheid inrichtingen" (Bevi) en/of de "Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen" over het groepsrisico over de mogelijkheden voor de rampenbestrijding en de zelfredzaamheid in het plangebied.
Voor het opstellen van het brandweeradvies met betrekking tot de fysieke veiligheid in het bestemmingsplan "Bedrijventerrein 1" hanteert de brandweer een aantal afwegingsaspecten:
Bij het hoofdstuk fysieke veiligheid en het hoofdstuk externe veiligheid zijn de adviezen en aanbevelingen zoals deze zijn opgesteld door de (regionale) brandweer verwerkt.
Bereikbaarheid
Een goede en dus snelle bereikbaarheid van branden en ongevallen heeft een belangrijke invloed op de effectiviteit van het brandweerwerk en daarmee op de veiligheid van de burgers. Onder een goede bereikbaarheid wordt verstaan dat gebouwen, binnen de hiervoor gestelde opkomsttijden te bereiken zijn.
Het uitgangspunt voor een goede bereikbaarheid is dat een gebied via minimaal twee ontsluitingswegen toegankelijk dient te zijn. De vluchtwegen dienen voldoende capaciteit te hebben om de volledige populatie uit het gebied te kunnen evacueren (ook als een vluchtweg is afgesloten) én om hulpverleningsdiensten het gebied in te laten komen. Vooral bij industrieterreinen is het van belang dat de mogelijkheid bestaat om bij een incident met gevaarlijke stoffen bovenwinds aan te rijden.
De inrichting van de openbare ruimte moet voldoen aan artikel 2.5.3 van de gemeentelijke bouwverordening (bijlage A). De inrichting van de ruimte kan bestrijding negatief of positief beïnvloeden. Daarbij gaat het tevens om de opstelmogelijkheden bij de bron om in de belaste omgeving het materiaal op te stellen.
Over het algemeen geldt dat het industrieterrein Arkervaart een goede ontsluiting heeft. Het gebied is veelal bereikbaar via twee ontsluitingen.
Opkomsttijd
Een korte opkomsttijd heeft een positief effect op het beperken van het aantal slachtoffers. Gebouwen met een hoger brandrisico, minder zelfredzame personen en/of slechte vluchtmogelijkheden moeten sneller kunnen worden bereikt dan preventief goed uitgevoerde gebouwen met zelfredzame personen. In de Handleiding Repressieve Basisbrandweerzorg staat op objectsoort beschreven binnen welke tijd de brandweer geacht wordt ter plaatse te zijn.
In het plangebied bevinden zich uitsluitend industriële gebouwen of bedrijven. Afhankelijk van de staat van de brandwerende scheidingen geldt hiervoor een opkomsttijd van 8 of 10 minuten voor de 1e tankautospuit en 10 of 12 minuten voor de 2e tankautospuit.
De genoemde opkomsttijden zijn voor het bedrijventerrein Arkervaart haalbaar.
Bluswatervoorziening
Bij een bluswatervoorziening wordt onderscheid gemaakt in primaire, secundaire en tertiaire bluswatervoorzieningen. Dit onderscheid is van belang omdat de eisen die aan de parameters: afstand, capaciteit en bereikbaarheid worden gesteld voor de diverse bluswatervoorzieningen verschillend zijn2.
De basiskenmerken van deze drie voorzieningen zijn:
Bluswatervoorziening | ||||||
Parameters | Primair | Secundair | Tertiair | |||
Capaciteit (in m3/uur) | 60 of 30 (permanent) | 90 (minimaal 4 uur) | 240 (permanent) | |||
Afstand tot object | 40 meter | 320 meter | 2.500 meter | |||
Bereikbaarheid door brandweervoertuig | max. 15 meter | max. 8 meter | max. 50 meter |
Tabel: Eisen bluswatervoorziening
Door de aanwezigheid van de pvc waterleidingen met een diameter van 110 mm en 60 mm is de capaciteit van de primaire bluswatervoorziening over het algemeen voldoende tot goed. De ontwikkeling dat vanuit drinkwateroogpunt de waterleidingmaatschappijen in de toekomst overgaan op kleinere leidingdiameters heeft waarschijnlijk ook gevolgen voor de capaciteit van de primaire bluswatervoorziening. Mogelijke alternatieven zullen worden onderzocht. Hier dient binnen werkprocessen rekening mee te worden gehouden.
De secundaire bluswatervoorziening is in het gebied toereikend. Maar biedt geen 100% dekking. Vanwege de centraal in het plangebied gelegen Arkervaart (kanaal) kan aanleg van extra voorzieningen hieromtrent achterwege blijven, mits de brandweer in haar planvorming en materieelbestand daar rekening mee houdt. De geplande vervanging van het personeels- en materiaalvoertuig noodzaakt daarom een visie op de uitvoering en inrichting van dit voertuig die uitgaat van het optimaal benutten van deze bluswatervoorziening.
Bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid
Voor een goede bestrijdbaarheid van een incident is het van belang dat de bereikbaarheid, opkomsttijd, bluswatervoorziening en brandpreventieve voorzieningen toereikend zijn. Hiervoor dienen de in dit advies beschreven actiepunten uitgevoerd te worden. Daarnaast speelt de zelfredzaamheid van burgers een rol. Zelfredzaamheid is het zichzelf kunnen onttrekken aan een dreigend gevaar, zonder daadwerkelijke hulp van hulpverleningsdiensten. Dit kan door schuilen en indien nog mogelijk vluchten uit het bedreigde gebied.
Het zelfredzame vermogen van personen in de buurt van een risicovolle bron is een belangrijke voorwaarde om grote effecten bij een incident te voorkomen.
Ruimtelijke inrichting kan op verschillende manieren inspelen op de zelfredzaamheid. Zo dienen bouwwerken minimaal te voldoen aan de eisen van het bouwbesluit. Vluchtroutes in gebouwen zijn hierin ook geregeld, deze dienen zoveel mogelijk tegengesteld van elkaar te zijn gelegen. Op deze wijze kan in bijna alle situaties een vluchtrichting van de bron af gelegen zijn.
Het gebied bestaat hoofdzakelijk uit industriële gebouwen en bedrijven. In het Besluit externe veiligheid inrichtingen worden deze objecten aangeduid als beperkt kwetsbaar. Het merendeel van de mensen zal, indien tijdig gewaarschuwd, zelfredzaam zijn.
Waarschuwings- en alarmeringssysteem (WAS)
De Regionale Brandweer heeft conform artikel 3 van de Brandweerwet 1985 o.a. de wettelijke taak zorg te dragen het voorbereiden van de coördinatie bij de bestrijding van rampen en zware ongevallen én het waarschuwen van de bevolking middels het sirenenet. Eén van de taken die uit deze verantwoordelijkheden voortvloeit is, in overleg met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (afgekort tot BZK), het inrichten en onderhouden van een optimaal dekkende verdeling van de sirenes van het waarschuwings- en alarmeringssysteem (afgekort tot WAS) in haar verzorgingsgebied.
De sirenes worden eens per maand op een vast moment in heel Nederland getest, om te controleren of de apparatuur werkt.
Bij het actualiseren van een bestemmingsplan en/of uitbreidingen in het gebied wordt bekeken of de bestaande sirenes het gehele gebied kunnen afdekken.
Voor de Arkervaart geldt dat een deel buiten het dekkingsgebied van een van de sirenes valt, namelijk het deel ten noorden van de Handelsstraat/Patroonstraat. Dit deel valt buiten het (theoretische) bereik van sirenemasten (nr. 45250 en 45243).
Aangezien er in het gebied risicobedrijven zijn gevestigd is het uit veiligheidsoogpunt noodzakelijk onderzoek te doen naar het werkelijke bereik van de genoemde masten en dient zo nodig naar een oplossing te worden gezocht om de mensen in het betreffende gebied in geval van een incident adequaat te kunnen waarschuwen. Dit kan bijvoorbeeld door het bijplaatsen van een sirene.
De mogelijkheden tot voorbereiding op en bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval
In het gebied bevinden zich enkele bedrijven die in geval van een incident een effect-gebied hebben dat buiten de eigen kavelgrens reikt. Snel en adequaat optreden is zeker bij deze objecten noodzakelijk om zodoende de effecten te beperken.
Het is van belang dat hulpdiensten bij het uitvoeren van hun taak om een incident te bestrijden niet belemmerd worden. De inrichting van de uitvoering van de ruimte kan de bestrijding negatief en positief beïnvloeden. Knelpunten in de hulpverlening die voorkomen uit de ruimtelijke inrichting dienen voorkomen of beperkt te worden.
Door ons is gekeken naar de:
A. bereikbaarheid van risicobronnen
De bereikbaarheid van alle risicobedrijven is goed. De bedrijven zijn via meerdere zijden te bereiken. Hierdoor bestaat altijd de mogelijkheid om bij een incident met gevaarlijke stoffen bovenwinds aan te rijden.
B. de opstelmogelijkheden bij de risicobronnen
De opstelmogelijkheden voor brandweervoertuigen is bij alle risicobedrijven goed.
C. de inzetbaarheid en aanwezigheid van (blus)middelen
In het gebied is de bluswatervoorziening over het algemeen voldoende. Dit geldt ook voor de primaire bluswatervoorzieningen bij de risico-objecten. Ook kan de Arkervaart gebruikt worden voor bluswater.
D. zelfredzaamheid bij de risicobron
De zelfredzaamheid van mensen in het plangebied is van belang voor het beperken van slachtoffers.
De op het bedrijventerrein aanwezige personen zullen over het algemeen fysiek in staat zijn om zelfstandig te vluchten mits tijdig gewaarschuwd. Daarnaast is het van belang dat er voldoende vluchtmogelijkheden zijn.
De zelfredzaamheid is goed te noemen.