direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Bedrijventerrein Wapenveld Noord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0246.760BPBWNBDRIJVNTRN-va02

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven, waarbij geldt dat:
    • 1. bedrijfsactiviteiten in de categorieën 1, 2 van de bij deze regels behorende Bedrijvenlijst van toegelaten bedrijfstypen zijn toegestaan;
    • 2. een autohandel ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – autohandel' is toegestaan;
    • 3. een opslag- en transportbedrijf ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – opslag en transport' is toegestaan;

met uitzondering van geluidzoneringsplichtige inrichtingen, nieuwe m.e.r.-plichtige en m.e.r.-beoordelingsplichtige activiteiten, risicovolle inrichtingen waarvan de risicocontour buiten de eigen inrichtingsgrenzen ligt en vuurwerkbedrijven.

  • b. bedrijfswoningen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';

en mede bestemd voor:

  • c. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen;

met de daarbijbehorende:

  • d. waterhuishoudkundige doeleinden;
  • e. erven en terreinen;
  • f. parkeervoorzieningen;
  • g. nutsvoorzieningen;
  • h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw mag alleen binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 15 m;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder lid a en lid b geldt dat de bestaande maten en afmetingen gehandhaafd mogen worden, ook in geval van (ver)nieuwbouw;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – bijzondere bebouwing' geldt dat:
    • 1. een bedrijfsloods mag worden gerealiseerd met een oppervlakte van niet meer dan 800m2 en een goot- en bouwhoogte van niet meer dan 5 respectievelijk 7 m;
    • 2. een bedrijfsgebouw mag worden gerealiseerd met een oppervlakte van niet meer dan 50m2 en een bouwhoogte van niet meer dan 4 m.
3.2.2 Bedrijfswoningen

Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:

  • a. een bedrijfswoning mag alleen binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het aantal bedrijfswoningen mag per bedrijf ten hoogste één bedragen;
  • c. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 6 m;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 10 m;
  • e. de dakhelling mag niet minder dan 30° en niet meer dan 60° bedragen;
  • f. de oppervlakte van een bedrijfswoning mag niet meer dan 150 m² bedragen;
  • g. in afwijking van het bepaalde onder c tot en met f geldt dat bestaande maten en afmetingen gehandhaafd mogen worden, ook in geval van (ver)nieuwbouw;
  • h. in afwijking van het bepaalde onder d geldt dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – opslag en transport' de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 11 m.
3.2.3 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning gelden de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 100 m²;
  • b. de goothoogte en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 m respectievelijk 6 m;
  • c. de afstand van aan- en uitbouwen en bijgebouwen tot de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan mag niet minder dan 1 m bedragen, of niet minder dan de bestaande afstand indien die minder bedraagt;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder b geldt dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – opslag en transport' de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3,25 m met dien verstande dat de goothoogte mag worden verhoogd tot ten hoogste de bouwhoogte van de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw.
3.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. indien zij vóór de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan worden opgericht, mag de bouwhoogte niet meer dan 1 m bedragen;
  • b. in het geval sprake is van een bestaande geluidswerende voorziening mag de bouwhoogte 6 m bedragen;
  • c. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 2 m bedragen.
3.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen

van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. de verkeersveiligheid;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
3.4 Afwijken van de bouwregels
3.4.1 Afwijking

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. lid 3.2.2 sub c en d en toestaan dat de goot- en/of bouwhoogte wordt verhoogd met niet meer dan 2 m;
  • b. lid 3.2.2 sub e en een afwijkende dakhelling toestaan;
  • c. lid 3.2.3 sub a ten behoeve van een vergroting van de toegestane oppervlakte tot niet meer dan 120 m2;
  • d. lid 3.2.4 ten behoeve van een paardenbak bij een bedrijfswoning alleen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – opslag- en transportbedrijf'.
3.4.2 Afwegingskader

De in lid 3.4.1 bedoelde omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  • a. het bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie,
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
3.5 Specifieke gebruiksregels
3.5.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden voor bedrijven anders dan genoemd in lid 3.1 sub a;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor perifere detailhandel;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor risicovolle inrichtingen waarvan de risicocontour buiten de eigen inrichtingsgrenzen ligt en/of vuurwerkbedrijven;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor geluidzoneringsplichtige inrichtingen;
  • e. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor nieuwe m.e.r.-plichtige en m.e.r.-beoordelingsplichtige activiteiten;
  • f. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor horeca;
  • g. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor bewoning, tenzij de gronden ter plaatse zijn voorzien van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • h. het gebruik van gronden en bouwwerken voor zelfstandige kantoren;
  • i. het gebruik van de gebouwen voor kantoor, anders dan ten dienste van het bedrijf, met dien verstande dat de kantooroppervlakte niet meer bedraagt dan 30% van de totale bedrijfsvloeroppervlakte per bedrijf.
3.5.2 Kavelgrootte

De grootte van een bedrijfskavel mag, ook in geval van nieuw- of hervestiging, niet groter zijn dan 5.000m2, met uitzondering van bedrijfskavels die op het tijdstip van het onherroepelijk worden van het plan een grotere oppervlakte hebben.

3.6 Afwijken van de gebruiksregels
3.6.1 Afwijking

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 3.5.1 in die zin dat tevens bedrijven worden gevestigd die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de genoemde bedrijven, mits:
    • 1. het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in de Lijst van toegelaten bedrijfstypen, maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel zijn toegelaten, of bedrijven die wel zijn genoemd in de Lijst van toegelaten bedrijfstypen onder een hogere categorie, maar qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel zijn toegelaten.
  • b. het bepaalde in lid 3.5.2 in die zin dat een grotere bedrijfskavel kan worden toegestaan, mits het bedrijf naar aard en omvang passend is in de omgeving en sociale en/of economische binding met de gemeente Heerde wordt aangetoond.
3.6.2 Afwegingskader

De in lid 3.6.1 bedoelde omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  • a. het bebouwingsbeeld;
  • b. een goede landschappelijke inpassing van het bedrijventerrein;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de milieusituatie;
  • e. de gebruiksmogelijkheid van de aangrenzende gronden.