Plan: | Agrarisch Gebied, 66e herziening (Wolbertsdijk 13 te Wapenveld) |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0246.00000859-va01 |
Op 1 september 2007 is de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (Wamz) van kracht geworden. Deze wet, een wijziging op de Monumentenwet 1988, regelt de omgang met het archeologisch erfgoed. Nieuw in de wet is dat gemeenten een archeologische zorgplicht krijgen en dat initiatiefnemers van projecten waarbij de bodem wordt verstoord, verplicht zijn rekening te houden met de archeologische relicten die in het plangebied aanwezig (kunnen) zijn. Hiervoor is onderzoek noodzakelijk: het archeologisch vooronderzoek. Als blijkt dat in het plangebied behoudenswaardige archeologische vindplaatsen aanwezig zijn, dan kan de initiatiefnemer verplicht worden hiermee rekening te houden. Dit kan leiden tot een aanpassing van de plannen, waardoor de vindplaatsen behouden blijven, of tot een archeologische opgraving en publicatie van de resultaten.
Op basis van de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW) heeft het plangebied een 'middelhoge archeologische verwachtingswaarde'. Zie ook figuur 5.3. Uit de Archeologische Monumentenkaart blijkt dat er in de directe omgeving geen archeologische monumenten aanwezig zijn.
Figuur 5.3. Uitsnede Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (Bron: Kennisinfrastructuur Cultuurhistorie)
Het plangebied is onderdeel van de oude, systematische ontginningen in de lage, natte delen van het natte zandgebied, in eerste instantie onbewoond en in gebruik als grasland. De kadastrale minuut uit 1832 laat zien dat het plangebied inderdaad als grasland in gebruik is. De kadastrale minuut registreert het plangebied als onderdeel van het Wapenveldsche Broek. Feitelijk ligt het tussen het Wapenveldsche- en Hoornsche Broek.
Figuur 5.3. Topografische Militaire Kaart uit 1848. In het rood is het plangebied weergegeven.
Het plangebied wordt aan de westzijde begrensd door de Nieuwe Wetering. Hoewel ten oosten van de wetering gelegen, valt het plangebied eigenlijk onder het landschap dat ten westen van de wetering ligt en niet zozeer tot de Hoornsche Broek (Systematische ontginning (na de bedijking) van grote laaggelegen natte komkleigebieden). Op de kaart uit 1848 is de blauwe dooradering van het Broeklandschap hier niet aanwezig. Dat komt ook omdat even ten noordwesten van het plangebied enige smalle stroken als akker in gebruik zijn genomen (al voor 1832). Omdat het gebied weinig veranderd sinds 1850 wordt het gebied historisch geografisch hoog gewaardeerd.
De landschappelijke inpassing en de beoogde nieuw op te richten bebouwing doen geen afbreuk aan de ruimtelijke kwaliteit. In tegendeel. Archeologisch gezien, wordt gaan onderzoek aanbevolen. Mede ook gezien het feit dat de nieuwe bebouwing nagenoeg op de bestaande locatie van bebouwing wordt ontwikkeld kan worden geconcludeerd dat er geen archeologisch onderzoek is vereist.
De Monumentenwet beschermt cultuurhistorisch belangrijke gebouwen. De bestaande woning en gebouwen op het perceel zijn niet aangewezen als rijks- of gemeentelijk monument. Ook komt de woning en de bedrijfsbebouwing niet voor op de lijst van het Monumenten Inventarisatie Project (MIP) of is door de gemeente aangewezen als markant pand. Aan de woning en bijbehorende bedrijfsgebouwen kan geen cultuurhistorische waarde worden toegekend. Ook het plangebied kan niet als cultuurhistorisch worden aangemerkt.
Er is geen reden om aan de gebouwen een cultuurhistorische waarde toe te kennen. De bestaande bebouwing kan worden gesaneerd. Wel moet bij de bouwplannen van de nieuwe woning met bijgebouw rekening worden gehouden met de beeldkwaliteit van het gebied.