direct naar inhoud van 2.3 Bestaande situatie
Plan: Binnenstad
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0244.bpBinnenstad-0003

2.3 Bestaande situatie

De binnenstad van Hattem heeft haar oorspronkelijke stedenbouwkundige structuur nagenoeg behouden. Echter van de oorspronkelijke vier poorten en een tiental verdedigingspoorten is alleen de binnenpoort van de 14e eeuwse Dijkpoort overgebleven. De Hoenwaardse poort in het oosten, de Nieuwstadspoort in het zuiden en de Dorpspoort of Heerderpoort in het westen zijn verdwenen. De toegangen tot het stadje worden echter nog als vanouds gevormd door de Dorpsweg vanuit het westen, de Ridderstraat in het oosten en de Dijkpoort in het noorden. In het zuidoosten vormt ten behoeve van een verbinding met de nieuwe wijk de Daendelspoort in de stadsmuur een toegangsmogelijkheid voor voetgangers. In de Middeleeuwen was hier de Nieuwstadspoort.

Het stadsgezicht van Hattem is ondanks het wegvallen van het grootste deel van de verdedigingswerken en het kasteel historisch bezien nog betrekkelijk gaaf en heeft een historisch karakter. De oude kern ligt nog bijna geheel binnen de oude gracht. De oorspronkelijke stedenbouwkundige opzet met het middeleeuwse stratenpatroon, waarbij straten en stegen samenkomen op een centraal gelegen marktplein met kerk, is nog nagenoeg volledig in het huidige stadsplan terug te vinden. Ook de plek waar het kasteel heeft gestaan is nog zichtbaar in het huidige ruimtelijke patroon (Tinneplein). De hoofdstraten Kerkstraat, Achterstraat, Ridderstraat, Kruisstraat en Adelaarshoek lopen in oost-west richting. De profielen zijn smal, waardoor de beleving van de openbare ruimte erg stedelijk is. Bijlage 3 Stedenbouwkundige structuur geeft een beeld van de stedenbouwkundige structuur van de binnenstad.

Rond de besloten bebouwingsstructuur van het centrum ligt een groene krans met de historische vestinggracht. De stadsomwalling bestaande uit muren, wallen met boombeplanting, grachten en stadstuinen vertonen de sporen van de in het verleden uitgevoerde slechtingen en de doorverkoop aan particulieren. Door die snipperverkaveling is hier en daar een kleine schaal van het groen ontstaan, die prettig aansluit op de kleinschaligheid van de binnenstad. Behoud van deze kleinschaligheid en de groene karakteristieke uitstraling rondom de oude stad is van groot belang, net als het zicht op de gerestaureerde vestingwerken en verrassende stadsgezichten. Naast de stadsomwalling is er weinig groen te vinden in de binnenstad. Alleen om de Grote Kerk en op het Tinnenplein staan enkele bomen. Doordat de hoeveelheid groen wordt gecompenseerd aan de randen wordt dit niet als een gemis gezien. Het versterkt het stedelijk karakter van de binnenstad. Doordat bovendien tussen het straatpeil van de oude binnenstad en het IJsseldal een hoogteverschil van 2 tot 4 meter aanwezig is, wordt de oude stad nog eens extra gemarkeerd en als een versterkte plaats ten opzichte van het buitengebied herkend.

De schaal van de bebouwing in de binnenstad is gaaf gebleven. De bebouwing is in maat en verschijningsvorm zeer bescheiden. Echter in de directe omgeving van de Grote Kerk vertoont de bebouwing meer allure. Dit heeft hoogstwaarschijnlijk te maken met de Hanzetijd (16e eeuw) toen rijke kooplieden zich in deze omgeving vestigden. De hoogte van de bebouwing loopt naar het centrum op en is aan de zijden van de wallen lager. Langs de hoofdwegen bestaat de bebouwing in het algemeen uit twee bouwlagen met kap die loodrecht op de weg staat. Langs de secundaire straten en stegen is de bebouwing vaak slechts in één verdieping met kap uitgevoerd evenwijdig aan de weg. In het algemeen zijn de gebouwen aan elkaar gebouwd. Er zijn echter nog situaties aan te wijzen aan de noordzijde van de Achterstraat en de zuidzijde van de Kerkstraat, waar het in het verleden, bijvoorbeeld in verband met een doelmatige bedrijfsvoering, nog nodig was om een vrije en open toegang tot het achtererf te hebben. Deze doorgangen werden aan de straatzijde vaak met een kleine poort, waar een deur in zat, afgesloten. Samen met de steegjes zorgen deze inkijkjes op het binnenterrein voor verrassende en afwisselende beelden.

De bebouwing is voorzien van een uniforme dakbedekking met oud-Hollandse pannen. De kappen bestaan voornamelijk uit schilddaken, waarvan de nokrichting hoofdzakelijk loodrecht staat op de voorgevel. Doordat de gebouwen individueel zijn gebouwd, zijn er speelse afwisselingen in hoogten en heeft elk gebouw haar eigen uitstraling gekregen. Hierdoor is een levendig straatbeeld ontstaan.

In het volgende hoofdstuk wordt uitgebreider op het cultuurhistorie (en de inpassing/uitwerking in het bestemmingsplan) ingegaan.

De binnenstad heeft een gemêleerd karakter. Langs de buitenranden van het plangebied (Grote en Kleine Gracht, Geldersedijk en Bevrijdingsweg) bevinden zich voornamelijk woningen. Langs de Nieuweweg worden de woningen afgewisseld met enkele winkels. Binnen de vestinggracht bevinden zich langs de Kerkstraat, de Achterstraat, de Kruisstraat en de Ridderstraat diverse uiteenlopende functies, variërend van winkels tot horecagelegenheden, kantoren en musea. Deze verschillende functies zijn verspreid over de diverse bebouwingslinten, met een concentratie van horecagelegenheden rond de Grote Kerk op de Markt. Het is daar 's zomers dan ook gezellig vertoeven op de diverse terrassen. De Grote Kerk, ook wel St. Andreaskerk genoemd, functioneert als een markant oriëntatiepunt in het hart van de binnenstad.

Boven de verschillende functies wordt veelal gewoond, wat een positief effect heeft op de sociale veiligheid. Daarnaast zorgt het wonen boven winkels voor een verlevendiging van de binnenstad op momenten, dat de winkels gesloten zijn. Langs de overige straten in de binnenstad zijn (grondgebonden) woningen gerealiseerd.