direct naar inhoud van 5.8 Water
Plan: Friesegracht 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0243.BP00033-0004

5.8 Water

5.8.1 Algemeen

Het plangebied ligt tegen de buitenrand aan ten zuiden van de historisch binnenstad en valt binnen bestaand stedelijk gebied. Het plangebied is circa 23 ha groot. Het betreft een bestaande wijk met voornamelijk woonerven (70%), bedrijven/winkels (15%) en park met volkstuinen (15%). Het bevindt zich niet binnen enige Keurzone of binnen de zoekgebieden voor waterberging zoals deze staan weergegeven in het Streekplan. Het plan heeft geen nadelige gevolgen voor en door (grond)water in de omgeving.

De bodem is zandig en, uitgaande van ervaringsgegevens, goed doorlatend. Er zijn enkele bodem- en grondwaterverontreinigingen in het plangebied bekend.(Zie Bijlage 1)

5.8.2 Oppervlaktewater

Binnen het plangebied is geen oppervlaktewaterstructuur aanwezig. Op historische kaarten uit 1570 is de oude beekloop 'de Sypel' als zijtak van de Hierdensche beek, aangegeven. Deze beek liep langs de Graaf Ottolaan door het plangebied heen tot in de binnenstad (Hortuspark). Op een kaart uit 1900 eindigt deze beek ergens halverwege het huidige Hortuspark. De beek is door de jaren heen gedempt c.q. vervangen door een rioolbuis. Het is een lang gekoesterde wens om deze oude waterloop weer terug te brengen in het stadsbeeld.

Het park 'Friesegracht' ligt tussen twee stedelijke waterlichamen die buiten het plangebied liggen. Ten noorden van het park loopt de 'Friesegracht' waar het plangebied haar naam aan ontleent. De grens van het plangebied ligt op de insteek van het talud langs de parallelweg 'Friesegracht'. Ten zuiden van het park, aan de overzijde van de Verkeersweg, begint de watergang 'De Couperussingel'.

De Couperussingel is oorspronkelijk mede aangelegd als opvang voor riooloverstorten. Door aanpassingen in de jaren negentig aan het gemeentelijk rioolstelsel is de frequentie van overstorten sterk teruggebracht van een aantal keren per jaar naar 1 maal per 5 jaar. De grondwaterstanden rondom deze singel zijn momenteel zodanig dat het streefpeil van een deel van de singel hoger ligt dan het gemiddelde grondwaterpeil in het omliggende gebied. Het streefpeil wordt kunstmatig op peil gehouden door water uit de Friesegracht naar de Couperussingel te pompen. Parallel aan het Hogepad (door het parkje 'Friesegracht') ligt een persleiding waarmee suppletiewater van de Friesegracht naar de Couperussingel wordt gepompt. Waterschap Veluwe is beheerder van de stadwateren alsmede het gemaal en de persleiding.

Naar aanleiding van dit plan zal geen extra permanent oppervlaktewater (in verbinding staand met het oppervlaktewatersysteem) gecreëerd worden. Ook zal er niet geloosd worden op het oppervlaktewater (op termijn incidenteel bij zeer hoge grondwaterstanden of extreem weer).

Door bij eventuele grootschalige herinrichtingen of nieuwbouw de afkoppelbeslisboom toe te passen, geen uitlogende bouwmaterialen toe te passen en de zogenaamde DOB-methode toe te passen met betrekking tot chemische bestrijdingsmiddelen heeft het plan geen nadelige gevolgen voor de oppervlaktewaterkwaliteit.

Het plan veroorzaakt geen nadelige gevolgen voor of door het oppervlaktewatersysteem in de omgeving.

5.8.3 Grondwater

Het grondwaterpeil ligt tussen de 130 en 200 cm onder maaiveld. De grondwaterstanden liggen over het algemeen diep genoeg onder maaiveld om nu en in de toekomst geen overlast te veroorzaken. Er is in en om het plangebied geen grondwateroverlast bekend. Het plangebied ligt aan de zuidzijde deels in de grondwaterfluctuatiezone zoals de provincie Gelderland deze heeft gedefinieerd. Dit is een zone waarvan de drooglegging door grondwaterstijgingen op langere termijn kritisch kan worden. De aanwezigheid van de Couperussingel ten zuidoosten van het plangebied heeft hier echter een grondwaterregulerende invloed.

Hoger gelegen stadswijken Stadsdennen en Tweelingstad liggen ook in deze zone. Hier is nu nog geen sprake van grondwateroverlast, maar de verwachting is dat dit in de toekomst wel het geval zal zijn als er geen maatregelen worden getroffen. Dit betekent dat op de langere termijn de grondwaterstanden rondom de Couperussingel hoger komen te liggen dan het streefpeil waardoor deze singel niet meer kunstmatig op peil gehouden hoeft te worden en in natte perioden zelfs ingezet kan worden om overtollig grondwater en afgekoppeld hemelwater onder vrij verval af te voeren. Overtollig water dient bij voorkeur via het stedelijk oppervlaktewatersysteem afgevoerd te worden naar het Randmeer. Randvoorwaarde hierbij is dat landelijk afvoernorm niet overschreden mag worden.

Om toekomstige maatregelen voor aanpassing van het stedelijk watersysteem ruimtelijk mogelijk te maken wordt een strook door het park als 'groen' bestemd en zal op termijn worden ingericht als een zaksloot of wadi-achtige terreinverlaging. Op langere termijn kan middels overloopvoorzieningen aan de zuid- en noordzijde van het park periodiek overtollig water uit het eigen plangebied en de hoger gelegen wijken via deze weg worden geborgen c.q. afgevoerd. Vooralsnog zal er geen sprake zijn van permanent watervoerende elementen. Het profiel en tracé is nog niet nauwkeurig bekend, maar zal op basis van praktische inpasbaarheid in de omgeving en logische waterhuiskundige randvoorwaarden nader bepaald worden. De groenzone met een toekomstig incidentele waterfunctie blijft in beheer van de gemeente.

Door genoemde maatregelen zal grondwateroverlast op termijn beheersbaar blijven en grondwater niet structureel afgevoerd worden. Hierdoor zal het plan 'grondwaterneutraal' worden ontwikkeld.

5.8.4 Hemelwater

Bij eventuele grootschalige herinrichting of nieuwbouw zal hemelwater binnen het plangebied worden geïnfiltreerd of via een retentie vertraagd worden afgevoerd naar een watergang. Door het toepassen van de afkoppelbeslisboom wordt voorkomen dat het te infiltreren hemelwater de bodem en het grondwater verontreinigt. Ingrepen voortkomend uit dit plan zullen geen bodemlagen aantasten als gevolg waarvan het grondwatersysteem verandert.

5.8.5 Natuur

Binnen en nabij het plangebied komt geen waterafhankelijke natuur voor.

5.8.6 Droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA)

Het huidige rioleringstelsel is van het gemengde type zonder overstorten in het plangebied.

Het hemelwater binnen het plangebied wordt grotendeels afgevoerd naar deze riolering. Bij eventuele grootschalige herinrichting en/of particuliere nieuwbouw zal de beslisboom hemelwaterafvoer gehanteerd worden. Met uitzondering van het deelgebied dat in de grondwaterfluctuatiezone is gelegen zal, bij eventuele nieuwe ontwikkelingen, hemelwater binnen het plangebied worden geïnfiltreerd met overstortvoorziening naar watergangen.

Door toepassen van de afkoppel-beslisboom wordt voorkomen dat het te infiltreren hemelwater het grond- en/of oppervlaktewater verontreinigt.

Door het plangebied loopt een belangrijke transportriool. Vanwege het risico op milieuschade, gelden voor ontwikkelingen nabij deze transportleiding nadere eisen en randvoorwaarden.

5.8.7 Wateroverlast

Het maaiveld in het plangebied ligt boven de +2 mNAP waarmee ook op lange termijn de veiligheid tegen overstroming vanuit oppervlaktewater is gegarandeerd.

5.8.8 Procedures

Doordat dit plan een consoliderende actualisatie betreft van een bestemmingsplan uit 1977 dat bovendien buiten Keurzones valt, geen HEN-water inclusief beschermingszone betreft, er niet meer dan de landelijke afvoernorm geloosd gaat worden op oppervlaktewater, buiten de zoekgebieden voor waterberging valt, geen landgoed, weg(en), spoorlijn(en), Tracéwet, damwand(en), scherm(en), ontgrondingen et cetera betreft is, met Waterschap Veluwe, overeengekomen dat voor de watertoets volstaan kan worden met een melding en een waterparagraaf volgens 'standaard wateradvies'.

Het plan is ook voor vooroverleg (artikel 3.1.1 Bro) aan het Waterschap aangeboden (zie paragraaf Reacties artikel 3.1.1 Bro).

Eventueel benodigde vergunningen worden niet met deze waterparagraaf geregeld en zullen via daarvoor bedoelde procedures verkregen moeten worden.