direct naar inhoud van Artikel 3 Centrum
Plan: Dorpsstraat-Mariëndaal
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0241.BPDorpmariendaal-GVS1

Artikel 3 Centrum

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Centrum aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel uitsluitend op de eerste bouwlaag, die staat vermeld in de lijst van bedrijfsactiviteiten – functiemenging welke als bijlage bij dit bestemmingsplan is opgenomen, tot een maximum van 4.430 m² brutovloeroppervlakte;
  • b. wonen vanaf de tweede bouwlaag en hoger, waarbij wonen tevens in de kap is toegestaan;
  • c. kantoor, met dien verstande dat één kantoor met een maximum van 1.200 m² brutovloeroppervlakte toegestaan is;
  • d. ter plaatse van de aanduiding "dienstverlening", dienstverlening uitsluitend op de eerste bouwlaag;
  • e. ter plaatse van de aanduiding "horeca tot en met horecacategorie 3", horeca categorie 1, 2 en 3 uitsluitend op de eerste bouwlaag;
  • f. ter plaatse van de aanduiding "laad- en losplaats", laden en lossen op de eerste bouwlaag, uitsluitend ten behoeve van het inpandig laden en lossen;
  • g. overkragende bebouwing ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - overkragende bebouwing";

met de daarbij horende:

  • h. wegen (incl. winkelstraten) en paden en overbruggingen;
  • i. groenvoorzieningen;
  • j. parkeervoorzieningen, waaronder een ondergrondse parkeergarage die in afwijking van het bepaalde in artikel 11.1.2 tevens buiten het bouwvlak is toegestaan met een maximale diepte van 4 meter;
  • k. bergingen.

3.2 Bouwregels
3.2.1

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd.
  • b. in totaal zijn maximaal 101 wooneenheden toegestaan;
  • c. de goothoogte van gebouwen binnen het bouwvlak mag voor de gevels die gericht zijn naar de randen van het bouwvlak niet meer bedragen dan is aangegeven, gemeten vanaf het peil als gedefinieerd in artikel 1.31.
  • d. de bouwhoogte van gebouwen binnen het bouwvlak mag niet meer bedragen dan is aangegeven, gemeten vanaf het peil als gedefinieerd in artikel 1.31.
  • e. ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding – overkragende bebouwing" is overkragende bebouwing toegestaan waarvoor geldt dat de afstand tussen het peil en de onderzijde van het overkragende bouwdeel minimaal 3 m moet bedragen, en de maximale bouwhoogte niet meer mag bedragen als is aangegeven voor het betreffende gebouw.

3.2.2

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • a. bijbehorende bouwwerken zijn niet toegestaan.

3.2.3

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 meter bedragen, met dien verstande dat de hoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel maximaal 1 meter mag bedragen;
  • b. de maximale bouwhoogte van een overkapping bedraagt 3 meter, met dien verstande dat er slechts 1 overkapping achter de naar de weg gekeerde gevel per bouwperceel gerealiseerd mag worden en tot maximaal 30 m²;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2,5 meter bedragen;
  • d. er dient voldoende ruimte over te blijven voor wegen (incl. winkelstraten) die breed genoeg zijn om bevoorrading mogelijk te maken.

3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampen bestrijding.

3.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.2.1 sub d en e ten behoeve van het verhogen van de maximale goot- en bouwhoogte, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. er moet worden aangetoond dat een hogere verdiepingshoogte noodzakelijk is vanwege het gebruik als kantoorruimte;
  • b. de op de verbeelding aangegeven maximale goot- en bouwhoogte mag met maximaal 1,8 meter worden verhoogd.

3.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor seksinrichtingen.

3.6 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.1 sub d en e voor het toestaan van dienstverlening en horeca op de tweede bouwlaag en hoger, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. een uitbreiding naar de tweede bouwlaag en hoger is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduidingen 'dienstverlening' en 'horeca tot en met horecacategorie 3';
  • b. een uitbreiding naar de tweede bouwlaag en hoger is uitsluitend toegestaan wanneer dienstverlening of horeca reeds op de eerste bouwlaag gevestigd is/zijn;
  • c. er dienen voldoende parkeerplaatsen gerealiseerd te worden.