Plan: | Geldermalsen woongebied 2011 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0236.GDMgldmwoongeb2011-ONHE |
De voor 'Wonen - Dorpsbebouwing 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met bijbehorende voorzieningen.
Niet-woonfuncties als bedoeld in 19.1.1 onder b. zijn toegestaan in maximaal de bestaande omvang.
Een kamerverhuurbedrijf is uitsluitend toegestaan via wijziging als bedoeld in 19.5.1.
Bestaande openbare nutsgebouwen mogen worden gehandhaafd.
De uitoefening van een aan huis gebonden beroep is toegestaan, mits:
De uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf is niet toegestaan.
Per hoofdgebouw is maximaal één woning toegestaan met dien verstande dat:
Gebouwen zijn uitsluitend toegestaan overeenkomstig de bestaande bouwwijze en ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' als gestapelde woningen.
Onder behoud, beheer en herstel van het karakteristieke straatbeeld zoals bedoeld in 19.1.1 onder e wordt in ieder geval het volgende verstaan:
Er mag niet een zodanige verdichting op het bouwperceel plaatsvinden dat het karakter van het betreffende straatbeeld wordt aangetast. Dit karakter wordt bepaald door de bouwwijze die overwegend aanwezig is.
Als de bouwwijze van een hoofdgebouw wordt veranderd, mag door deze verandering het karakter van het straatbeeld niet worden aangetast. Indien een voorgenomen verandering van de bouwwijze dat karakter wel zou aantasten, kan deze verandering niet worden toegestaan, tenzij de gehele beeldbepalende straatwand bij de verandering wordt betrokken.
Projecten die onderdeel zijn van dit plan en waarvoor op grond van reeds gemaakte ruimtelijke afwegingen een specifieke invulling zijn toebedacht, worden passend geacht binnen het straatbeeld (appartementen aan de Tunnelweg).
Uitsluitend mogen bouwwerken worden opgericht ten dienste van de bestemming.
Voor de situering van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Bouwwijze | Bebouwingspercentage |
Vrijstaand | 30% |
Twee-aaneen | 40% |
Aaneengebouwd | 50% |
Gestapeld | 100% |
Voor bijgebouwen gelden de volgende regels:
In afwijking van het bepaalde in 19.2.2 zijn buiten het bouwvlak voor de voorgevel van een hoofdgebouw aangebouwde ondergeschikte bouwdelen toegelaten tot maximaal 1,25 m uit de gevel van het hoofdgebouw en/of bijgebouw.
Voor openbare nutsgebouwen gelden de volgende regels:
Andere bouwwerken mogen ten dienste van deze bestemming aanwezig zijn tot een hoogte van 2 m, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 19.2.2 teneinde een bijgebouw geheel of gedeeltelijk buiten de grens van het bouwvlak toe te staan, mits:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 19.2.3, teneinde een grotere maximale bebouwde oppervlakte en/of een hoger bebouwingspercentage toe te staan, mits:
Bouwwijze | Bebouwingspercentage |
Vrijstaand | 37,5% |
Twee-aaneen | 50% |
Aaneengebouwd | 62,5% |
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 19.2.3 en/of 19.2.4, teneinde een hogere goot- en/of bouwhoogte van een hoofd- en/of bijgebouw toe te staan, mits:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 19.2.7, ten aanzien van de gestelde maximale hoogte en maximale bebouwde oppervlakte voor andere bouwwerken, mits:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 19.1.2 onder e, teneinde de uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf toe te staan, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening wijzigen, teneinde de vestiging van een kamerverhuurbedrijf mogelijk te maken, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening wijzigen, teneinde nieuwe hoofdgebouwen toe te staan en zonodig de daarmee samenhangende verplaatsing van het bouwvlak, die niet is gebaseerd op de aangeduide situering van het hoofdgebouw en/of die niet overeenkomt met de aangegeven bouwwijze, één en ander met dien verstande dat: