Plan: | Geldermalsen woongebied 2011 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0236.GDMgldmwoongeb2011-ONHE |
De voor 'Wonen - Dorpsbebouwing 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met bijbehorende voorzieningen.
Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "woonwagenstandplaats" zijn woonwagens en woonwagenwoningen toegestaan.
Niet-woonfuncties als bedoeld in 18.1.1 onder b. zijn toegestaan in maximaal de bestaande omvang.
Een kamerverhuurbedrijf is uitsluitend toegestaan via wijziging als bedoeld in 18.5.1.
Bestaande openbare nutsgebouwen mogen worden gehandhaafd.
De uitoefening van een aan huis gebonden beroep is toegestaan, mits:
De uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf is niet toegestaan.
Per hoofdgebouw is maximaal één woning toegestaan met dien verstande dat:
Gebouwen zijn uitsluitend toegestaan overeenkomstig de bestaande bouwwijze. In aanvulling hierop zijn ter plaatse van de aanduiding "vrijstaand" en de aanduiding "aaneengebouwd” respectievelijk vrijstaande en aaneengebouwde woningen toegestaan.
Onder behoud, beheer en hestel van het karakteristieke straatbeeld zoals bedoeld in 18.1.1 onder f, wordt in ieder geval het volgende verstaan:
Er mag niet een zodanige verdichting op het bouwperceel plaatsvinden dat het karakter van het betreffende straatbeeld wordt aangetast. Dit karakter wordt bepaald door de bouwwijze die overwegend aanwezig is.
Als de bouwwijze van een hoofdgebouw wordt veranderd, mag door deze verandering het karakter van het straatbeeld niet worden aangetast. Indien een voorgenomen verandering van de bouwwijze dat karakter wel zou aantasten, kan deze verandering niet worden toegestaan, tenzij de gehele beeldbepalende straatwand bij de verandering wordt betrokken.
Projecten die onderdeel zijn van dit plan en waarvoor op grond van reeds gemaakte ruimtelijke afwegingen een specifieke invulling zijn toebedacht, worden passend geacht binnen het straatbeeld (starterswoningen aan het Laageinde en de Leliestraat).
Uitsluitend mogen bouwwerken worden opgericht ten dienste van de bestemming.
Voor de situering van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Bouwwijze | Bebouwingspercentage |
Vrijstaand (behoudens bij woonwagens/ woonwagenwoningen) | 30% |
Twee-aaneen | 40% |
Aaneengebouwd | 50% |
Woonwagens/ woonwagenwoningen | 50% |
Voor bijgebouwen gelden de volgende regels:
In afwijking van het bepaalde in 18.2.2 zijn buiten het bouwvlak voor de voorgevel van een hoofdgebouw aangebouwde ondergeschikte bouwdelen toegelaten tot maximaal 1,25 m uit de gevel van het hoofdgebouw en/of bijgebouw.
Voor openbare nutsgebouwen gelden de volgende regels:
Andere bouwwerken mogen ten dienste van deze bestemming aanwezig zijn tot een hoogte van 2 m, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 18.2.2 teneinde een bijgebouw geheel of gedeeltelijk buiten de grens van het bouwvlak toe te staan, mits:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 18.2.3, teneinde een grotere maximale bebouwde oppervlakte en/of een hoger bebouwingspercentage toe te staan, mits:
Bouwwijze | Bebouwingspercentage |
Vrijstaand | 37,5% |
Twee-aaneen | 50% |
Aaneengebouwd | 62,5% |
Woonwagens/ woonwagenwoningen | 60% |
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 18.2.3 en/of 18.2.4, teneinde een hogere goot- en/of bouwhoogte van een hoofd- en/of bijgebouw toe te staan, mits:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 18.2.7, ten aanzien van de gestelde maximale hoogte en maximale bebouwde oppervlakte voor andere bouwwerken, mits:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 18.1.2 onder f, teneinde de uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf toe te staan, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening wijzigen, teneinde de vestiging van een kamerverhuurbedrijf mogelijk te maken, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening wijzigen, teneinde nieuwe hoofdgebouwen toe te staan en zonodig de daarmee samenhangende verplaatsing van het bouwvlak, die niet is gebaseerd op de aangeduide situering van het hoofdgebouw en/of die niet overeenkomt met de aangegeven bouwwijze, één en ander met dien verstande dat: