direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch - Dorpsgebied
Plan: Enspijk 2009
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0236.ENSenspijk2009-VGS3

Artikel 3 Agrarisch - Dorpsgebied

3.1 Bestemmingsomschrijving
3.1.1 Algemeen

De voor 'Agrarisch - Dorpsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. één of meer vormen van agrarisch grondgebruik met bijbehorende voorzieningen;
  • b. een recreatieijsbaan ter plaatse van de aanduiding "ijsbaan";
  • c. parkeervoorzieningen, ter plaatse van de aanduiding "parkeerterrein";
  • d. behoud, beheer en herstel van aanwezige landschappelijke en cultuurhistorische waarden;
  • e. bescherming van het woon- en leefmilieu van de aangrenzende gebieden;
  • f. voor zover het gronden betreft die buitendijks zijn gelegen mede voor waterberging;
  • g. een onverharde veerstoep en een onverhard veerpad tussen het perceel aan de Kampsedijk 6 en de Kampsedijk 8, ten behoeve van fietsers en voetgangers ter ontsluiting van het fiets- en voetveer;

één en ander met bijbehorende voorzieningen.

3.1.2 Nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving
a Landschappelijke en cultuurhistorische waarden

Onder landschappelijke en cultuurhistorische waarden als bedoeld in 3.1.1 onder d wordt in ieder geval het contrast van de onbebouwde gronden met de bebouwde omgeving te worden verstaan. De gronden binnen deze bestemming dienen nagenoeg onbebouwd te blijven (behoud van de openheid).
Ter plaatse van de ijsbaan mag het clubgebouw worden vergroot. Het agrarisch dorpsgebied heeft een belangrijke landschappelijke en cultuurhistorische betekenis. Het contrast van de onbebouwde gronden met de bebouwde omgeving dient gehandhaafd te blijven.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen

Uitsluitend mogen bouwwerken worden opgericht ten dienste van de bestemming.

3.2.2 Gebouwen

Vor gebouwen geldt het volgende:

  • a. gebouwen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding "bouwvlak";
  • b. de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte (m)" staat aangegeven.
3.2.3 Voetveer

In afwijking van het bepaalde in 3.2.1. en 3.2.2. is op de gronden gelegen tussen de Kampsedijk 6 en Kampsedijk 8 ten behoeve van het fiets- en voetveer een schuilgelegenheid toegestaan met een oppervlakte van maximaal 40 m2, een goothoogte van maximaal 3 m en een bebouwingshoogte van maximaal 5 m.

3.2.4 Andere bouwwerken

De hoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan 1,25 m, met dien verstande dat:

  • a. de hoogte van andere bouwwerken ten behoeve van (ooievaars)nesten mag niet meer bedragen dan 10 m;
  • b. het bepaalde onder a geldt niet voor lichtmasten ter plaatse van de aanduiding "ijsbaan";
  • c. de bebouwde oppervlakte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan 6 m².
3.3 Ontheffing van de bouwregels
3.3.1 Klein gebouw voor agrarische doeleinden

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 3.2.1teneinde de bouw van een klein vrijstaand gebouw voor agrarische doeleinden toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. het gebouw functioneel gebonden dient te zijn aan de gronden binnen deze bestemming;
  • b. de goothoogte niet meer mag bedragen dan 3 m;
  • c. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 6 m;
  • d. de bebouwde oppervlakte van het gebouw niet meer mag bedragen dan 25 m2;
  • e. het percentage van de gronden binnen een bestemmingsvlak dat met gebouwen is bebouwd, niet meer mag bedragen dan 0,25%;
  • f. er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan de waarden genoemd in 3.1.
3.3.2 Ontheffing maatvoering

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 3.2.4, ten aanzien van de gestelde maximale hoogte voor andere bouwwerken, mits:

  • a. geen onevenredige aantasting zal plaatsvinden van het woon- en leefmilieu en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • b. de hoogte na ontheffing niet meer bedraagt dan 3 m;
  • c. er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan de waarden genoemd in 3.1.
3.4 Aanlegvergunning
3.4.1 Aanlegvergunningplichtige werken

Het is verboden zonder of in afwijing van een aanlegvergunning op de in deze bestemming bedoelde gronden de volgende andere werken of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. de aanleg van boomgaarden en zachtfruitopstanden, anders dan ter vervanging van bestaande boomgaarden;
  • b. de aanleg van boomkwekerijen;
  • c. de aanleg van tuinen;
  • d. het aanbrengen van verhardingen;
  • e. het planten van bomen;
  • f. het afgraven, ophogen, egaliseren, diepploegen en diepwoelen van de bodem;
  • g. het scheuren van grasland.
3.4.2 Uitzonderingen

De aanlegvergunning als bedoeld in 3.4.1. is niet vereist voor:

  • a. werken of werkzaamheden, behorende tot het normale onderhoud, beheer en gebruik;
  • b. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of kunnen worden uitgevoerd krachtens een voor dat tijdstip geldende dan wel aangevraagde vergunning.
3.4.3 Toetsing vergunningverlening

De vergunning wordt slechts verleend, indien door de in 3.4.1 genoemde werken en/of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de in 3.1 genoemde doeleinden niet nadelig worden beïnvloed.