Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Recreatieterreinen
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0233.BPrecreatieterrein-0404

4.5 Water

Het beleidskader waaruit de watertoets is voortgekomen, bestaat uit het Kabinetsstandpunt "Anders omgaan met water", de Nota Ruimte en de Startovereenkomst Waterbeleid 21e eeuw. In deze waterparagraaf wordt aangegeven wat de watertoets is en wat dit voor gevolgen heeft voor dit bestemmingsplan. De watertoets is het hele proces van vroegtijdig adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten. Het kader voor de watertoets is het vigerend beleid, zoals de vierde Nota Waterhuishouding, Waterbeleid 21e eeuw, De Nota Ruimte en het Provinciaal waterhuishoudingsplan. De watertoets geeft de inbreng van water een plaats in de procedures over ruimtelijke plannen en besluiten. De watertoets wordt vanaf 14 februari 2001 toegepast op alle waterhuishoudkundige relevante ruimtelijke plannen en besluiten tot wijziging van deze plannen. In de Vierde Nota Waterhuishouding is aangegeven dat het waterbeheer in Nederland gericht moet zijn op een veilig en goed bewoonbaar land met gezonde duurzame watersystemen. Er wordt uitgegaan van het principe vasthouden-bergen-afvoeren voor het hemelwater. Afvalwater wordt geloosd op de riolering. Het waterschap Veluwe heeft in het kader van de watertoets ook een aantal beleidsdocumenten opgesteld.
  
Het bestemmingsplan recreatieterreinen is een conserverend bestemmingsplan. Dit bestemmingsplan heeft slechts tot doel de bestaande planologische situatie actueel te bestemmen. Het bestemmingsplan recreatieterreinen voorziet in principe niet in ontwikkelingen die gevolgen hebben voor de waterhuishouding. Wel moet bij nieuwbouw- of verbouwplannen (van bijvoorbeeld recreatiewoningen, plaatsen van nieuwe stacaravans, bouwen van centrale voorzieningen en dergelijke) rekening worden gehouden met de volgende punten (uitgaand van vasthouden-bergen-afvoeren).
  • Hemelwater wordt afgekoppeld van de riolering en geïnfiltreerd in de bodem. Als dit niet mogelijk is (slecht doorlatende bodemsoort, ligging in een laag gebied) wordt het water via bijvoorbeeld een wadi afgevoerd naar een waterberging op het terrein, zoals een vijver of een zwemplas. Is dit ook niet mogelijk dan wordt het water afgevoerd op een oppervlaktewater zoals een sloot.
  • Afvalwater (van bijvoorbeeld sanitair) wordt geloosd op de riolering, met uitzondering van terreinen met een grijswatersysteem.
  • Dakgoten, afvoerpijpen en dergelijke van nieuwe of te verbouwen gebouwen worden afgewerkt met niet-uitlogende materialen.
  • Bouwvergunningaanvragen voor grotere nieuwbouw of verbouwplannen worden overlegd met het waterschap Veluwe. Waarschijnlijk kan meestal worden volstaan met de procedure voor een postzegelplan zoals het waterschap deze heeft vastgesteld.
  • Halfverharding (zoals grasbetontegels) hebben de voorkeur boven verharding in de vorm van asfalt.
  • Het waterschap kan desgewenst adviseren over de technische inrichtingsaspecten.