Plan: | Kom Ermelo |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0233.BPkomermelo-0401 |
Verdrag van Valletta
Het Verdrag van Valletta is het Europees Verdrag inzake de bescherming van archeologisch erfgoed. Het verdrag is in 1992 door twintig Europese staten, waaronder Nederland, getekend en werd in 1998 met een goedkeuringswet bekrachtigd. Het Verdrag van Valletta gaat uit van het in de bodem bewaren van archeologische waarden op de locatie zelf, ook wel behoud 'in situ' genoemd. Opgravingen moeten zo veel mogelijk worden vermeden, omdat daarbij het risico bestaat dat historische informatie voor altijd verloren gaat. Malta wil verder bevorderen, dat in een zo vroeg mogelijk stadium van ruimtelijke ordening al rekening wordt gehouden met archeologische waarden. Het verdrag gaat ervan uit dat degene die de bodem wil verstoren het archeologisch (voor)onderzoek en eventuele opgravingen zelf moet betalen. Door het verdrag is tevens geld vrijgemaakt voor wetenschappelijk onderzoek.
Wet op de Archeologische Monumentenzorg
Nationaal beleid op het gebied van archeologie is vastgelegd in de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (WAMZ, 2007), die een Nederlandse uitwerking is van het Europese Verdrag van Valletta. De wet regelt hoe het rijk, de provincies en de gemeenten bij hun ruimtelijke plannen rekening moeten houden met het erfgoed in de bodem. De nieuwe wet beoogt het culturele erfgoed (en vooral het archeologische erfgoed) te beschermen. Onder archeologisch erfgoed worden alle fysieke overblijfselen, zowel in als boven de grond, die bijdragen aan het verkrijgen van inzicht in menselijke samenlevingen uit het verleden, verstaan.
Beleidsnota archeologische monumentenzorg
De gemeente Ermelo heeft in 2009 een beleidsnota archeologische monumentenzorg opgesteld. In deze nota is (nieuw) beleid op lokaal, regionaal, nationaal en Europees niveau en zijn het beleid en het instrumentarium van de gemeente op het gebied van archeologie afgestemd op de ontwikkelingen in het archeologisch bestel. Navolgende afbeelding betreft een uitsnede van het archeologihe beleid.
Archeologische beleidskaart 2009
Bij deze beleidskaart hoort de volgende legenda.
Deze archeologische beleidskaart is vertaald naar het bestemmingsplan. In het beleid is aangegeven met welke bescherming gebieden beschermd moeten worden. In paragraaf 4.3 van deze toelichting zijn de dubbelbestemmingen beschreven.
De gebieden die zijn aangewezen als Rijksmonument zijn niet in het bestemmingsplan opgenomen. Deze vallen direct onder het beschermingsregime van de Monumentenwet.
Conclusie
De opgenomen archeologische dubbelbestemmingen zijn afgestemd op het archeologische beleid van de gemeente. Voor wat betreft het onderdeel archeologie zijn er geen belemmeringen.
Monumentenwet 1988
De bescherming van cultuurhistorische monumenten en door het rijk aangewezen stads- en dorpsgezichten is geregeld in de Monumentenwet 1988. Deze wet vormt de basis voor de subsidieregelingen voor onderhoud en restauratie van gebouwde monumenten en historische buitenplaatsen. Daarnaast is een aantal beleidsregels vastgesteld met betrekking tot de uitvoering van de Monumentenwet. Op 1 januari 2009 is de Monumentenwet 1988 opnieuw gewijzigd.
De kern van de nieuwe Beleidsregel aanwijzing beschermde monumenten 2009 wordt gevormd door vier aanwijzingsprogramma's die zowel de periode vóór als na 1940 betreffen:
Stads- en dorpsgezichten worden mede door de minister van VROM aangewezen. Vóór aanwijzing vraagt de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed advies aan burgemeester en wethouders van de gemeente waarin het monument ligt, eventueel aan Gedeputeerde Staten van de provincie, en aan de Raad voor Cultuur. Aan de bescherming van gemeentelijke monumenten ligt een besluit van het college van Burgemeester en Wethouders van een gemeente ten grondslag.
Nota Belvoir 2 (2005-2008) en Nota Belvoir 3 (2009-2012)
De Nota's Belvoir bevatten cultuurhistorisch beleid dat erop gericht is de kwaliteit van de leefomgeving in de bestaande en toekomstige inrichting van Gelderland te behouden en verder te versterken door ontwikkeling. In de Nota Belvoir 2 (2005- 2008) is niet gekozen voor behoud of voor ontwikkeling van cultuurhistorische waarden, maar voor behoud en ontwikkeling.
De nota Belvoir 3 is een vervolg op de eerdere nota's en is vooral gericht op de uitvoering. In deze nota is vastgelegd hoe de provincie Gelderland het cultuurhistorisch erfgoed wil bewaren en versterken. De provincie wil cultuurhistorische waarden actief betrekken bij de ruimtelijke inrichting en een actieve rol spelen bij de duurzame instandhouding daarvan. De nota bevat ontwikkelingsgericht beleid waarbij de cultuurhistorie als kernkwaliteit een volwaardige rol vertolkt bij de duurzame inrichting en ontwikkeling van de leefomgeving.
Monumenten
Binnen het plangebied liggen een aantal Rijks- en gemeentelijke monumenten. Deze monumenten worden via de monumentenwet beschermd.
Op de rijksmonumentenlijst zijn de volgende gebouwen vermeld:
Op de gemeentelijke monumentenlijst zijn de volgende gebouwen vermeld:
Beeldbepalende panden
Naast de monumenten is in het vigerende bestemmingsplan Kom Ermelo 1998, herziening 2002 een regeling opgenomen voor beeldbepalende panden. De beeldbepalende panden zijn door BAAC opnieuw geïnventariseerd en er is een 'redengevende beschrijving' opgesteld waarin de verschillende panden aan de orde komen. Deze is verwerkt in de regeling voor de beeldbepalende panden en de redengevende beschrijving is als bijlage aan de regels toegevoegd.
Molenbiotoop
Rondom de Molen 'De Koe' ligt een molenbiotoop. Aan deze molenbiotoop is een regeling gekoppeld met betrekking tot de hoogte van omliggende bebouwing en het planten van bomen. De molenbiotoop is in dit bestemmingsplan opgenomen.
Conclusie
In dit bestemmingsplan wordt cultuurhistorie meegenomen door in het bestemmingsplan geen bouwmogelijkheden toe te staan voor de monumenten en de directe omgeving. De monumenten worden (zo mogelijk) voorzien van een strak bouwvlak waarbij er geen mogelijkheden zijn voor uitbreiding. De bescherming van deze monumenten verloopt via de monumentenwet. De beeldbepalende panden worden uit het vigerende bestemmingsplan overgenomen. Rondom de Molen 'De Koe' ligt een molenbiotoop. Aan deze molenbiotoop is een regeling gekoppeld met betrekking tot de hoogte van omliggende bebouwing. Deze molenbiotoop is in dit bestemmingsplan opgenomen.