Burgemeester Folkerts

3.3 Archeologie

Als onderdeel van deze procedure moet onderzoek worden gedaan naar de te verwachten archeologische waarden binnen het plangebied aangezien de met deze aanleg gepaard gaande grondwerkzaamheden een directe bedreiging kunnen vormen voor eventueel in de grond aanwezige archeologische waarden.

Ten behoeve van de planontwikkeling is op 7 september 2006 een inventariserend archeologische veldonderzoek met behulp van grondboringen (karterende fase) uitgevoerd. Het Inventariserend Veldonderzoek (IVO) heeft bestaan uit een voorbereidend bureauonderzoek, een verkennend booronderzoek en de rapportage over beiden.

Naar aanleiding van de resultaten van het onderzoek kan worden geconcludeerd dat er geen aanleiding is om te veronderstellen dat er zich binnen het plangebied enige archeologische waarden bevinden. Archeologisch vervolgonderzoek wordt daarom niet noodzakelijk geacht.
Hoewel er uit archeologisch oogpunt dus geen beperkingen lijken te zijn ten aanzien van het grondwerk, is het onderzoek gebaseerd op een steekproef. Indien tijdens de uitvoering alsnog archeologische waarden en resten worden aangetroffen, dient direct contact opgenomen te worden met het bevoegd gezag.

Voor meer uitgebreide informatie wordt verwezen naar Bijlage 4 Archeologisch onderzoek.