direct naar inhoud van 3.2 Bodem
Plan: Burgemeester Folkerts
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0230.bp0026-VST1

3.2 Bodem

Het milieutechnisch verkennend bodemonderzoek is uitgevoerd ter plaatse van de locatie aan de Nieuwstadsweg 13 te Elburg in december 2007. Doel van het verkennend onderzoek is het vaststellen van de milieuhygiënische bodemkwaliteit op de locatie. Op basis van de onderzoeksresultaten moet worden vastgesteld of de gewenste vorm van bodemgebruik mogelijk is. Het onderzoek is gebaseerd op de NEN 5740.

Conform de aanpak van de NEN 5740 dient, op basis van de resultaten van het vooronderzoek een onderzoekshypothese te worden vastgesteld. Hierbij wordt de locatie zonodig verdeeld in deellocaties.

De locatie "Burgemeester Folkerts" is op basis hiervan verdeeld in 3 deellocaties:

  • HBO-tanks (0,01 ha) met als hypothese "Verdacht".
  • Gedempte sloten (0,15 ha) met als hypothese "Verdacht".
  • Overig terrein (2,25 ha) met als hypothese "Onverdacht".

Het veldwerk is uitgevoerd in de maanden september en december van 2006 waarbij de grondmonsters direct zijn genomen en het grondwatermonster op 19 september 2006 en 4 januari 2007. Tijdens het bodemonderzoek zijn plaatselijk licht verhoogde gehalten aan nikkel in de ondergrond aangetroffen en licht tot matig verhoogde concentraties aan respectievelijk arseen en chroom in het grondwater. Gezien de relatief lage aangetroffen gehalten is er geen aanleiding tot het verrichten van een vervolgonderzoek met een aangepaste hypothese. Ter plaatse van de HBO-tanks zijn verhoogde gehalten aan minerale oliën aangetroffen. De hypothese “verdacht, plaatselijke bodembelasting, ondergrondse opslagtanks” dient daarom voor deze deellocatie te worden aanvaard. Tenslotte bleek tijdens het onderzoek sprake te zijn van gedempte sloten ter plaatse. Er zijn echter geen parameters aangetroffen die direct zijn te relateren aan deze deellocatie.

De resultaten van het verkennend en aanvullend bodemonderzoek wijzen uit dat de sterke verontreiniging met minerale olie en vluchtige aromaten in grond en/of grondwater ter plaatse van boring A11 beperkt van omvang is (< 25m³). Er is derhalve op de onderzoekslocatie geen sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging in de zin van de Wet Bodembescherming. In het kader van de herinrichting van de locatie "Burgemeester Folkerts" tot woonbestemming dient de aangetoonde verontreiniging met minerale olie en vluchtige aromaten in grond en/of grondwater gezamenlijk met het saneren van de ondergrondse HBO-tanks te worden verwijderd. Tevens dient ter plaatse van de vul- en ontluchtingspunten de bovengrond separaat te worden ontgraven in verband met de aanwezigheid van minerale olie.

Voor meer uitgebreide informatie wordt verwezen naar Bijlage 2 Bodemonderzoek.

Bij de evaluatie van de tanksanering is als gevolg van de gevonden waarden, geadviseerd om het grondwater wederom te bemonsteren en te analyseren op minerale olie en vluchtige aromatische koolwaterstoffen. Na alle grond- en graafwerkzaamheden heeft het grondwater op deze manier de tijd gehad om zich te herstellen. Er heeft een vervolgonderzoek plaatsgevonden. De verontreiniging is na het vervolgonderzoek (na 9 maart 2010) niet meer aangetroffen. De tanksanering is daarmee afgerond en akkoord bevonden.

Voor meer uitgebreide informatie over de evaluatie van de tanksanering wordt verwezen naar Bijlage 3 Vervolgonderzoek Bodem.