direct naar inhoud van 5.8 Groen en Water
Plan: bestemmingsplan '''t Harde 2009"
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0230.BPTHARDE2009-VST1

5.8 Groen en Water

5.8.1 Bestaande groenstructuur

De bestaande groenstructuur in 't Harde bestaat uit verspreid liggende groenelementen. Dergelijke groenelementen zorgen voor een groene verbinding tussen de bosgebieden ten oosten en westen van de kern. De bossen zijn onderdeel van het Veluws Massief. Naast de ecologische verbindingszones (uit het Structuurplan) die net even buiten de kern liggen, wordt de groenstructuur versterkt door deze stapstenen en verbindingslijnen. Het beleid is erop gericht om structureel groen te beschermen.

Door belangrijke groenelementen te bestemmen als "Groen", "Bos", "Natuur - Houtopstanden" of "Natuur - Ontwikkelingsgebied" wordt de groenstructuur van 't Harde en de relatie met de bosrijke omgeving gewaarborgd en zo mogelijk versterkt. De bosgebieden bestaat voornamelijk uit vlakelementen. Ook de groene lijnelementen bestaande uit hagen en dergelijke hebben vanwege hun essentiële waarde voor de groenstructuur in 't Harde dezelfde bestemming gekregen. Behoud, versterking en/of herstel van de aanwezige natuur- en landschappelijke waarden staan hier voorop. Op de gronden die zijn aangewezen voor natuurontwikkeling dienen de landschappelijke en natuurlijke waarden verder ontwikkeld te worden. Dit ter verdere versterking van de groenstructuur van 't Harde.

Daarnaast draagt het beleid van aanplanten en versterken van bomenrijen uit het Landschapsbeleidsplan bij aan een betere groenstructuur.

5.8.2 Verkoop van groenstroken

In het kader van de voorbereiding van het bestemmingsplan 't Harde is extra aandacht geschonken aan de mogelijkheden om over te gaan tot verkoop van groenstroken. Om te kunnen beoordelen welk gronden voor uitgifte in aanmerking komen, is een toetsingskader vastgesteld. Hierbij zijn de volgende criteria van toepassing:

  • al in gebruik gegeven groenstroken worden zoveel mogelijk bestempeld als reststroken;
  • een negatief ruimtelijk beeld moet worden voorkomen. De gemeente wil daarvoor - bij afstoting van reststroken - een strook van een halve meter vanaf de rijbaan of een voetpad o.i.d. bedingen waar geen andere bouwwerken of hoge beplanting aangelegd mogen worden;
  • noodzakelijk te verrichten werkzaamheden moeten gedaan kunnen worden (denk aan onderhoud aan nutsgebouwen);
  • het oorspronkelijke straatbeeld mag niet verloren gaan;
  • de verkeersveiligheid moet in acht worden genomen;
  • groenstroken die een wezenlijk onderdeel vormen van de (groen)structuur en de opzet van een wijk, mogen niet worden aangewezen als reststrook;
  • de groenstroken moeten zoveel mogelijk in hun geheel worden verkocht om onnodige versnippering te voorkomen;
  • de betreffende strook moet direct aan het perceel van de verzoeker grenzen;
  • van groenstroken die nu al in gebruik zijn gegeven en die niet verkocht kunnen worden, moet de ingebruikgeving beëindigd worden ('sterfhuis-constructie').

Verkoop van gronden kan in feite alleen wanneer aan alle toetsingscriteria tegemoet wordt gekomen en wanneer er vanuit kan worden gegaan dat de betrokken gronden zonder belemmeringen aan de openbare bestemming (voornamelijk "Groenvoorzieningen" en "Verkeer - Verblijfsdoeleinden") kunnen worden onttrokken. De groenstroken die voor verkoop in aanmerking komen zijn in het bestemmingsplan bestemd als bijbehorend erf bij de bestemming "Wonen". Dit betekent dat alle groengebieden die bestemd zijn als "Groen -G-" in beginsel niet verkocht worden. Zolang de gronden in bezit zijn van de gemeente kan er niet op gebouwd worden. Zodra de gronden verkocht worden aan particulieren, kunnen er andere bouwwerken gerealiseerd worden. In geval van andere bouwwerken, zoals het realiseren van hoge schuttingen, moet rekening worden gehouden met de gevolgen voor de beeldkwaliteit, de sociale veiligheid en de verkeersveiligheid.

5.8.3 Water

De ligging van 't Harde op de grens van het hoge Veluwemassief en de lagere Randmeren zorgt voor kwel vanuit het Veluwemassief. Hierdoor - en door de snelle overgang van hoog naar laag - heeft het gebied een karakteristieke en waardevolle natuur. Deze bestaat vooral uit vochtminnende vegetaties en weidevogels. Volgens het Gelders Milieuplan 1996-2000 behoeft de waterhuishouding forse verbetering. De grondwaterstand, kwel en waterkwaliteit voldoen niet aan de eisen die de natuur daaraan stelt. De waterhuishouding wordt hier dus voornamelijk gekoppeld aan de natuurwaarden die buiten de grenzen van het bestemmingsplan 't Harde ligt. De relatie tussen de natuur in het plangebied en daarbuiten zijn bij de toelichting over de groenstructuur van 't Harde al aan de orde gekomen. In het plangebied komen geen open wateren voor. In de regels is echter wel voorzien in de mogelijkheid om water - vaak in combinatie met groenvoorzieningen - te realiseren in verschillende bestemmingen.

5.8.4 Leidingen en bergbezinkbassins

De binnen het plangebied aanwezige leidingen van structurele betekenis zijn op de planverbeelding aangegeven. Het betreft een ondergrondse rioolpersleiding en een hoofdgasleiding, die planologische bescherming behoeven; ze zijn bestemd tot "Leiding - Riool" en "Leiding - Gas". Voor het vergroten van de leesbaarheid van de planverbeelding is het hart van de leiding op de verbeelding globaal aangeduid. Voor de exacte ligging van de leidingen wordt verwezen naar de tekeningen van de leidingbeheerder. Aan weerszijden van de leidingen ligt een strook grond, waarvoor beperkingen voor het gebruik van de gronden gelden.

Daarnaast zijn in het plangebied twee bergbezinkbassins aanwezig, bestemd voor ondergrondse rioolvoorzieningen. Eén ligt er bij de rotonde in de Eperweg in het noordelijk deel van 't Harde. De ander aan de Bovendwarsweg. Deze worden als zodanig aangeduid binnen de (plaatselijke) bestemmingen.