direct naar inhoud van 5.2 Wonen
Plan: bestemmingsplan '''t Harde 2009"
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0230.BPTHARDE2009-VST1

5.2 Wonen

Algemeen
Vanwege het beheersmatige karakter van het bestemmingsplan is er naar gestreefd om de bestemmingsregeling voor woningen zo eenvoudig mogelijk te maken. Dit houdt onder meer in dat er geen onderscheid is gemaakt tussen tuinen en erven, terwijl er toch sprake blijft van onbebouwde gronden buiten de bouwvlakken. Daarnaast zijn ook de verschillende wooncategorieën (zoals vrijstaand, aaneengeschakeld, 2/1 kap) niet allemaal nader aangeduid; alleen duidelijk afwijkende woonvormen zoals gestapelde woningen en bijzondere woonvormen zijn specifiek bestemd.

Bouwvlakken
De bouwvlakken voor woningen zijn in principe gebaseerd op de vigerende bouwstroken, waarbij een afstemming heeft plaatsgevonden op de feitelijk bestaande situatie. Een en ander heeft met behulp van luchtfoto's en een uitgebreide veldinventarisatie plaatsgevonden. Eveneens is gebruik gemaakt van de meest actuele GBKN. Daarnaast is voor de bouwvlakken uitgegaan van een minimale diepte van 10,50 meter, tenzij de situatie ter plekke dit niet toelaat. Aspecten als kaveldiepte en afstand tot aangrenzende bebouwing vormen hierin de toetsingskaders. De in de vigerende plannen vaak voorkomende bouwstrookdiepte van 8 meter wordt te beperkend en niet meer actueel geacht.

Bouwhoogte
Voor de hoofdbebouwing geldt in beginsel als uitgangspunt dat de bestaande toestane maatvoering - zowel met betrekking tot de grondoppervlakte als tot de hoogten - wordt gehandhaafd. De grondoppervlakte is niet getalsmatig in het bestemmingsplan opgenomen, maar af te lezen aan de ondergrond van de planverbeelding en op de bij de gemeente aanwezige bouwaanvragen.

De hoogtematen zijn binnen de bouwvlakken aangeduid. Daarin worden een beperkt aantal combinaties van maximum-goothoogte respectievelijk maximum-bouwhoogte onderscheiden. Als basis is gekozen voor de volgende indeling waarbij de maximum goothoogte (goot) en maximum bouwhoogte (bouw) in meters is aangegeven.

type   plat   kap   hoge kap  
  goot   bouw   goot   bouw   goot   bouw  
1 laag   3,5   3,5   3,5   6,5   3,5   9,5  
2 laag   6,5   6,5   6,5   9,5   6,5   12,5  

Ook hier zijn de gekozen maten uiteindelijk bepaald door de afstemming op vigerende rechten en op de feitelijk bestaande situatie. Voor het gehele bebouwingsvlak geldt dezelfde maatvoering. Er zijn geen zogenoemde hoogtescheidingslijnen aangebracht. Enerzijds is dit voortgekomen uit de vigerende bouwstroken, anderzijds bestaan de bouwvlakken meestal uit min of meer samenhangende bebouwing langs een straat. Zodoende geldt voor iedereen langs de straat hetzelfde regime.

Bij eventuele herbouw gelden voor de hoofdbebouwing in beginsel dezelfde normen. Dus de goot- en bouwhoogte moeten passen binnen de op de verbeelding aangegeven maatvoering. De situering hoeft bij herbouw van een hoofdgebouw niet precies hetzelfde te zijn als in de oorspronkelijke situatie. Uitgangspunt is het aangegeven bouwvlak waarbij de afstand van de hoofdbouwmassa tot de zijdelingse perceelsgrens voor vrijstaande woningen minimaal 5 meter moet bedragen en voor aaneengesloten woningen 3 meter. Tenzij deze afstand in de bestaande situatie kleiner was, dan mag die oude afstand gehanteerd worden.


Aan- en bijgebouwen
Voor het bestemmingsgebied is een erfbebouwingsregeling opgenomen. In het bestemmingsplan is de volgende regeling voor zowel vrijstaande als aangebouwde bijgebouwen opgenomen:

  • Op percelen die kleiner zijn dan 500 m2 zijn bijgebouwen toegestaan tot maximaal 50 m2.
  • Op percelen die groter zijn dan 500 m2 maar kleiner dan 1.250 zijn bijgebouwen toegestaan tot 10% van de perceelsoppervlakte.
  • Op percelen die groter zijn dan 1.250 m2 mag een bijgebouw van maxiaal 125 m2 worden gebouwd.

Hierbij geldt als voorwaarde dat een aaneengesloten oppervlakte van ten minste 35 m² van de in de regels beschreven gronden onbebouwd en onoverdekt dienen te blijven.

Met betrekking tot de situering dienen de uitbreidingen en bijgebouwen ten minste 1 m achter (het verlengde van) de naar de weg gekeerde voorgevel van de woning gebouwd te worden. Voor het bouwen in hoeksituaties van wegen geldt dat bijgebouwen minimaal 3 meter achter (het verlengde van) de voorgevel van de woning en achter (het verlengde van) de voorgevelrooilijn (niet zijnde de rooilijn welke is gelegen aan de zijde van de voorgevel van de woning) gesitueerd dienen te worden.

De goothoogte van aangebouwde bjigebouwen is ten hoogste gelijk aan de hoogte van de eerste bouwlaag, vermeerderd met 0,30 meter. Voor vrijstaande bijgebouwen geldt een goothoogte van 3 meter en een bouwhoogte van maximaal 5 meter.

Erfafscheidingen
De gronden die buiten de bouwvlakken en de erfbebouwingsregeling vallen, moeten in beginsel zoveel mogelijk onbebouwd blijven. Wel kunnen op deze gronden erfafscheidingen en andere bouwwerken worden geplaatst. Vóór (het verlengde van) de naar de weg gekeerde bouwgrens mogen deze niet hoger zijn dan 1 meter. Op de overige gronden mogen erfafscheidingen maximaal 2 meter hoog zijn.

Overkappingen
Voor overkappingen geldt een maximale hoogte van 2,7 meter, mits gesitueerd op 1 meter achter het verlengde van de naar de weg gekeerde voorgevel en de grondoppervlakte maximaal 20 m2 bedraagt.

Autoboxen
Voor zover autoboxen niet direct aan individuele woningen als bijgebouw kunnen worden toegerekend, zijn zij in dit bestemmingsplan specifiek bestemd. De hoogte bedraagt in beginsel voor alle boxen maximaal 3 meter. Alleen aan de Zudendorpweg is een blok autoboxen toegestaan met een kapje en een onderdoorgang.

Beroep aan huis
In overeenstemming met de binnen de gemeente Elburg gehanteerde beleidsregels zijn in het algemeen in en bij woningen beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten mogelijk. Bij gestapelde woningen en bijzondere woonvormen is dit echter niet toegestaan.
Voor de realisering van bedoelde activiteiten is een ontheffing van burgemeester en wethouders nodig. De ontheffing kan verleend worden wanneer aan een aantal in de regels opgenomen voorwaarden wordt voldaan. Zo mag onder meer de oppervlakte van de bebouwing die voor de activiteiten gebruikt wordt maximaal 50 m² zijn en niet meer bedragen dan 30% van de vloeroppervlakte van de woning. Daarnaast mag er geen verkeersaantrekkende werking optreden waarvoor eveneens extra parkeervoorzieningen nodig zijn, en mag geen detailhandel plaatsvinden.