direct naar inhoud van Artikel 23 Recreatie - Volkstuin
Plan: Beschermd Stadsgezicht
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0230.BPBESCHSTAD2010-VST1

Artikel 23 Recreatie - Volkstuin

Link naar de toelichting van "Recreatie - Volkstuin".

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Volkstuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. volkstuinen;
  • b. gebouwen, ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' met daaraan ondergeschikt:
  • c. nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden en parkeervoorzieningen;

met de daarbijbehorende:

  • d. overkappingen, andere bouwwerken, tuinen en erven.
23.2 Bouwregels

Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Recreatie - Volkstuin' is aan een aantal regels gebonden.

23.2.1 Gebouwen en overkappingen

Een gebouw of overkapping mag:

  • a. uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen';
  • b. een gezamenlijke oppervlakte hebben van maximaal 10% van de grootte van de kaveloppervlakte van maximaal 200 m², vermeerderd met 5% van de grootte van de kavel gerekend vanaf 200 m² tot en met 500 m², waarbij een maximum van totaal 35 m² per kavel geldt;
  • c. een bouwhoogte hebben van maximaal 3,00 meter;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder b mag de genoemde oppervlakte worden vermeerderd met maximaal 15 m² aan kassen, die een bouwhoogte mogen hebben van maximaal 2,50 meter.
23.2.2 Andere bouwwerken
  • a. Erf- en terreinafscheidingen mogen niet worden gebouwd.
  • b. In afwijking van het bepaalde in sub a mag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - schutting' een erfafscheiding worden gebouwd met een bouwhoogte van maximaal 2,00 meter.
  • c. Een overig ander bouwwerk mag een bouwhoogte van maximaal 0,50 meter hebben.
23.3 Nadere eisen

Het is in bijzondere gevallen mogelijk om aan de plaats en afmetingen van de bebouwing nadere eisen te stellen.

Dit kan indien dit noodzakelijk is:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter bescherming van de waarden van het beschermd stadsgezicht;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen;
  • e. ter waarborging van het uitzicht van woningen.
23.4 Afwijken van de bouwregels
23.4.1 Bevoegdheid

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 23.2.1 onder a in die zin dat per kavel één berging mag worden gebouwd, mits:

  • a. de oppervlakte van de kavel minimaal 50 m² bedraagt;
  • b. de oppervlakte van de berging maximaal 2 m² bedraagt;
  • c. de berging een bouwhoogte heeft van maximaal 2,00 meter;
  • d. deze afwijkingsbevoegdheid niet wordt toegepast ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'.
23.4.2 Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien de gemeentelijke monumentencommissie om advies is gevraagd en indien hierdoor geen wezenlijke afbreuk wordt gedaan aan:

  • a. de waarden van het beschermd stadsgezicht;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. de woonsituatie;
  • d. de milieusituatie;
  • e. de verkeersveiligheid;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.