direct naar inhoud van Artikel 6 Waterstaat - Waterlopen
Plan: De Ploen Zuid 2de fase
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0226.BPDUIVENNOORD002-VS01

Artikel 6 Waterstaat - Waterlopen

6.1 bestemmingsomschrijving

De voor Waterstaat - Waterlopen aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor: de bescherming en het beheer van de watergang, met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde en met inachtneming van de keur van het waterschap.

6.2 bouwregels
6.2.1

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikel 3 tot en met artikel 5) mag alleen ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd;

6.2.2

Gebouwen mogen niet worden gebouwd;

6.2.3

Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal 3 m.

6.3 ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 6.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits advies is verkregen van de beheerder van de watergang.

6.4 aanlegvergunning 
6.4.1

Het is verboden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning van burgemeester en wethouders op de in artikel 6.1 bedoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren:

  • a. het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen van gronden;
  • b. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, banen, parkeervoorzieningen en andere oppervlakteverhardingen;
  • c. het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen en het aanbrengen van drainage;
  • d. het aanleggen van ondergrondse en/of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • e. het verwijderen van diepwortelende beplantingen.
6.4.2

Een aanlegvergunning mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het ander-werk dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid van de waterkering en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.

6.4.3

Een aanlegvergunning wordt niet verleend dan nadat advies is verkregen van de beheerder van de waterkering.

6.4.4

Geen aanlegvergunning is nodig voor:

  • a. andere-werken die het normale onderhoud en beheer betreffen;
  • b. andere-werken die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende vergunning.