direct naar inhoud van 3.6 Landbouw
Plan: Buitengebied 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0226.BPBuitengebied-VS02

3.6 Landbouw

Land- en tuinbouw is van oudsher een grote grondgebruiker in de gemeente Duiven. Het gaat hierbij zowel om de landbouw als sociaal-economische functie, als om gebruiker en beheerder van het agrarische cultuurlandschap.

De gemeente Duiven kenmerkt zich thans als een gemengde gemeente, met beschermde natuurgebieden, woongebieden en een diverse landbouwsector met intensieve veehouderijen. Uit de verschillende beleidsstukken is op te maken dat er gezocht moet worden naar evenwicht in het bieden van ruimte voor de genoemde functies.

Door ruimteclaims vanuit stedelijke, infrastructurele, ecologische en landschappelijk functies loopt het areaal landbouwgrond terug. Door het aanscherpen van de regels op het gebied van stankhinder, uitstoot van ammoniak en het reconstructiebeleid, is het voor de agrarische sector steeds moeilijker om zich verder te ontwikkelen. Dit blijkt ook uit het relatief lage aantal omvangrijke landbouwbedrijven (> 70 nge).

Huidige situatie

In deze paragraaf is voor een analyse van de landbouwsector gebruik gemaakt van gegevens van het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) en het Web-BVB (Bestand Veehouderij Bedrijven). Het Web-BVB is een provinciale database waarin per gemeente de agrarische vergunninggegevens of meldingen van veehouderijbedrijven staan aangegeven.

Net als in andere delen van Gelderland neemt het aantal agrarische bedrijven in de gemeente Duiven gestaag af. In de volgende tabel is dit weergegeven.

Type bedrijf /jaar   Aantal      
  2000   2005   2010  
Akkerbouw   64   44   32  
Tuinbouw open grond   34   21   15  
Tuinbouw onder glas   32   26   14  
Intensieve kwekerij   6   5   2  
Grasland en groenvoedergewassen   77   65   63  
Graasdieren   58   48   48  
Hokdieren   14   10   8  
Totaal   116   94   80  

Aantal agrarische bedrijven in de gemeente Duiven (bron: Centraal Bureau voor de Statistiek, 2011)

De bedrijfseconomische omvang van de agrarische bedrijven in de gemeente Duiven is als volgt. Deze cijfers zijn gebaseerd op het CBS en komen uit 2000 (recentere cijfers zijn afwezig). Deze cijfers zijn vergeleken met de cijfers voor de regio.

Omvang in 2000 (in nge)   Aantal bedrijven        
  Regio Arnhem-Nijmegen     Gemeente Duiven    
  #   %   #   %  
< 20   839   33   43   37  
20 - 70   769   31   35   30  
70 - 150   661   26   28   24  
> 150   639   10   10   9  
  2508   100   116   100  

Omvang agrarische bedrijven in nge (Nederlandse Grootte Eenheid) (bron: Centraal Bureau voor de Statistiek, 2011)

Uit deze tabel blijkt dat het aantal kleine (< 20 nge), middelgrote (20-70-nge) als grote agrarische bedrijven (> 70 nge) regel gelijk zijn. De opbouw in de regio is vergelijkbaar, grootste verschil is dat er in de gemeente wat meer kleinere bedrijven voorkomen.

De bedrijvigheid < 20 nge is dusdanig beperkt dat er geen sprake zal zijn van een volwaardig agrarisch bedrijf (agrarische activiteiten als hoofdtak / bij wijze van hoofdinkomen). De activiteiten zullen veelal het karakter van een 'hobbybedrijf' of nevenactiviteit hebben. De bedrijven > 70 nge hebben een dusdanige omvang dat deze over goede toekomstperspectieven beschikken.

Het Web-BvB geeft aan dat er in de gemeente Duiven 48 veehouderijen zijn. De gegevens uit het Web BVB zijn niet actueel, maar geven wel aan welke typen veehouderij er in de gemeente Duiven zijn. De verdeling naar bedrijfstype is als volgt:

Type veehouderij   Aantal bedrijven   Gemiddelde bedrijfsomvang(in nge)  
Leghennen   3   134  
Melkrundvee   27   96  
Overig pluimvee   1   238  
Paarden   3   57  
Schapen   5   24  
Vleeskuikens   1   24  
Vleesvarkens   3   65  
Vleesvee   4   41  
Zeugen   1   90   

Gemiddelde bedrijfsomvang per type veehouderij (bron: Web-BvB, 2011)

Uit deze tabel blijkt dat binnen de gemeente voornamelijk veel melkrundveehouderijen zijn. Op een tweede plaats staan de schapen. Opvallend is dat het merendeel van de veehouderijen een zeer grote gemiddelde omvang heeft.

Relatief nieuw is de opkomst van de paardenhouderijen. Door de toename van de hoeveelheid vrije tijd en het toegenomen besteedbaar inkomen is de paardensport steeds meer in trek. Dit vertaald zich in de toename van de paardenhouderijen. Het kan zowel gaan om paardenfokkerijen, als het trainen en africhten (manege) en het recreatief houden van paarden. Dit laatste gaat gepaard met een forse toename van bijvoorbeeld paardenbakken en paardenstallen in het landelijk gebied.

Reconstructiebeleid

Voor het buitengebied is met name de Reconstructiewetgeving van belang. Het Reconstructieplan Achterhoek Liemers is een uitwerking van de visie voor het desbetreffende reconstructiegebied voor de periode tot 2015.

Het gehele gebied is, zowel in dit beleid als in het Streekplan, aangewezen als verwevingsgebied. Binnen het verwevingsgebied wordt gestreefd naar een evenwicht tussen de belangen van natuur en landbouw. Een vergroting van het bouwvlak voor intensieve veehouderijen tot 1 ha is mogelijk. Uitbreiding van intensieve veehouderijen die leidt tot een bouwvlak tot meer dan 1 ha, is volgens het Reconstructieplan alleen onder voorwaarden mogelijk bij samenvoeging van meerdere bedrijfslocaties en/of in situaties waarbij noodzaak in verband dierenwelzijns- of gezondheidseisen is aangetoond. Het bieden van ontwikkelingsruimte is van wezenlijk belang voor de economische positie van de agrarische bedrijven. Deze ontwikkelingsruimte hoeft niet enkel te bestaan uit meer bouwmogelijkheden maar kan tevens bestaan uit het bieden van mogelijkheden voor een (niet-agrarische of agrarisch verwante) neventak (verbrede landbouw).

Toekomst

Gelet op landelijke ontwikkelingen en de ontwikkelingen van de landbouw binnen gemeente Duiven zelf zullen er gedurende de planperiode agrarische bedrijven gaan stoppen. Dit betekent dat er sprake zal zijn van vrijkomende agrarische bedrijfsbebouwing (VAB). Over het algemeen blijft het voormalige bedrijfshoofd op de boerderij wonen. De stallen komen veelal leeg te staan of worden gebruikt door derden voor niet-agrarische, bedrijfsmatige activiteiten. Herbestemming zal het buitengebied niet alleen een impuls geven op het gebied van leefbaarheid en vitaliteit maar ook op het gebied van landschappelijke kwaliteit. Binnen deze herbestemming zal weldoordacht met mogelijke ongewenste neveneffecten, zoals een verkeersaantrekkende werking of verrommeling van het erf, omgegaan moeten worden.

Binnen het open kommengebied/Duivense Broek is, zoals is gesteld in het Ontwikkelingskader Buitengebied Duiven (OKBG), functieverandering naar wonen niet mogelijk. Binnen dit gebied is een helder primaat aan de agrarische functie gegeven. Wel kan de oppervlakte vrijkomende bebouwing elders binnen de gemeente worden ingezet bij woningbouw als compensatie voor sloop van vrijgekomen bebouwing in het kader van functieverandering.