direct naar inhoud van 3.7 Recreatie
Plan: Buitengebied 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0226.BPBuitengebied-VS02

3.7 Recreatie

Het plangebied is door de aanwezige natuurgebieden, cultuurhistorische elementen, rust en ruimte zeer geschikt voor recreatieve activiteiten. Vooral het extensieve recreatieve medegebruik van de wegen en uiterwaarden speelt een grote rol, waarbij te denken valt aan de diverse fiets- en wandelroutes door het plangebied. Waar mogelijk wordt extensief recreatief medegebruik binnen de bestemmingen toegestaan. Het scala aan wandel- en fietsroutes door het buitengebied kan ondersteund worden door kleinschalige ontwikkelingen in het kader van functieverbreding van landbouwbedrijven. De structuurvisie Duiven pleit voor een toename aan recreatiepaden of structuren in de deelgebieden randen van Duiven, Oeverwallengebied en Uiterwaarden, mits dit niet ten koste gaat van onder andere de agrarische en landschappelijke kwaliteiten van het plangebied.

Het Horsterpark, het groengebied tussen Duiven en Westervoort, is een uniek nieuw gecreëerd recreatiegebied en daarmee een belangrijke recreatieve voorziening. Het Horsterpark is voorzien van een kinderboerderij, een theepaviljoen en een natuurspeelbos. Het heeft een toeristisch opstappunt (TOP), van waaruit toeristen een aantal fietsroutes kunnen volgen. Ook zijn er diverse wandel- en fietspaden aanwezig.

In het plangebied zijn op dit moment geen verblijfsrecreatieve terreinen aanwezig, behoudens één minicamping.

Opvallend is de 'verpaarding' van het landschap. Paarden en pony's worden voornamelijk voor recreatieve doeleinden gehouden. Paardenhouders hebben hun paard het liefst dicht bij huis. Dit zorgt echter wel voor verrommeling van het landschap door een wildgroei aan weitjes, paardenbakken, bouwwerken en gebouwen. In het bestemmingsplan zal een onderscheid worden gemaakt tussen paardenhouderijen als agrarische activiteit (paardenfokkerijen) en als recreatieve activiteit (het hobbymatig houden van paarden, pensionstalling, maneges, et cetera). Ten tijde van schrijven stagneert de verpaarding van het landschap door toedoen van economische ontwikkelingen. Hierbij is het denkbaar dat er gedurende de planperiode van het bestemmingsplan sprake zal zijn van 'ontpaarding'.