Plan: | Wilhelminapark - Palisiumpark |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0213.BPEEWP320000-va01 |
De bescherming van de Nederlandse natuur is geregeld in de Natuurbeschermingswet en Flora- en Faunawet. De Natuurbeschermingswet richt zich daarbij met name op de gebiedsbescherming. Ook geldt er nog een gebiedsbeschermende regeling op grond van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn. De soortenbescherming op grond van deze richtlijnen is inmiddels al wel verankerd in de Flora- en Faunawet.
De nationale natuurbeschermingswetten beogen een waarborg te scheppen voor een zorgvuldige afweging tussen het belang van natuurbescherming en andere belangen in het geheel van ruimtelijk beleid. De regelgeving in dit verband is vastgelegd in de Flora- en faunawet (bescherming van soorten) en de Natuurbeschermingswet (bescherming van gebieden). In deze wetten zijn eveneens de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn en andere internationale verdragen verankerd.
Het doel van de voornoemde wetgeving is het behoud van de gunstige staat van instandhouding en de bescherming van in het wild voorkomende plant- en diersoorten. Hierbij wordt het “nee, tenzij”-principe gehanteerd. Dit betekent dat handelingen die schadelijke effecten hebben op beschermde soorten verboden zijn, maar dat onder bepaalde voorwaarden vrijstellingen op de verbodsbepalingen kunnen gelden dan wel ontheffing kan worden verkregen.
De belangrijkste verbodsbepalingen zijn geïmplementeerd in de artikelen 8 tot en met 12 (Flora- en Faunawet). Het gaat hierbij wat betreft diersoorten om verboden tot het doden, verwonden, vangen, opzettelijk verontrusten, beschadigen van voortplantings-, rust- en verblijfsplaatsen en het zoeken, rapen en beschadigen van eieren. Ten aanzien van planten zijn bepalingen opgenomen die het plukken, uitsteken, vernielen en beschadigen verbieden. Daarnaast is een zorgplicht opgenomen (artikel 2), die een ieder gebied om voldoende zorg in acht te nemen voor in het wild levende planten en dieren (ongeacht of deze beschermt of vrijgesteld zijn, ook als een ontheffing is verleend). De zorgplicht doelt op het achterwege laten van handelingen met nadelige gevolgen en op het nemen van maatregelen om nadelige gevolgen te beperken of voorkomen.
Onderzoek naar flora en fauna binnen het plangebied is niet noodzakelijk aangezien er planologische geen nieuwe ontwikkelingen worden toegestaan. Hiermee voldoet het plan aan de natuurbeschermingswetgeving.