Plan: | Wilhelminapark - Palisiumpark |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0213.BPEEWP320000-va01 |
Doel van het externe veiligheidsbeleid is het realiseren van een veilige woon- en leefomgeving door het beheersen van risico's van activiteiten met gevaarlijke stoffen. Het beleid is er op gericht te voorkomen dat er nabij kwetsbare (o.a. woningen, scholen) en beperkt kwetsbare (o.a. kantoren en hotels) bestemmingen activiteiten met gevaarlijke stoffen plaatsvinden.
Om te voldoen aan de principes van een goede ruimtelijke ordening dienen bij nieuwe ruimtelijke plannen de voorzienbare hinder en gevaar door milieubelastende activiteiten in kaart te worden gebracht. Externe veiligheid gaat in het algemeen over het beheersen van de risico's voor de omgeving die ontstaan bij het gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen. De normen voor externe veiligheid worden uitgedrukt in plaatsgebonden risico (Pr) en groepsrisico (Gr). Om de risico's bij een mogelijke calamiteit te beperken, dient er bij nieuwbouw een fysieke afstand te worden gehouden tussen (beperkt) kwetsbare objecten en risicobronnen.
Onderstaande afbeelding geeft weer waar in de omgeving van het plangebied inrichtingen of transportleidingen liggen die een potentieel gevaar vormen voor de omgeving.
Afbeelding 4.3: Uitsnede uit de risicokaart van de provincie Gelderland (bron: Risicokaart provincie Gelderland)
Ten noorden van het plangebied liggen enkele inrichtingen die gevaarlijke stoffen be- of verwerken dan wel fabriceren. De risicocontouren van de bedrijven liggen echter alle binnen de perceelsgrenzen van de betreffende bedrijven waardoor deze geen effect hebben op de omgeving.
Uitzondering hierop is het tankstation aan de Schoonmansmolenweg. Het benzinestation verkoopt LPG. De LPG installatie heeft voor de onderdelen: het vulpunt, LPG reservoir en uitgiftenpunt een plaatsgebonden risicocontouren van respectievelijk 25, 25 en 15 meter. Voor het groepsrisico geldt een verantwoordingsplicht als zich ontwikkelingen voordoen binnen een contour van 150 meter rondom het vulpunt.
De dichtstbijzijnde woningen bevinden zich op 100 meter van het benzinestation. Hierdoor vallen de woningen buiten de plaatsgebonden risicocontouren. De woningen vallen echter binnen de risicocontour van het groepsrisico.
Het Bevi schrijft voor dat voor ruimtelijke besluiten als bedoelt in art 3.1 Wro een verantwoording van het groepsrisico dient te worden uitgevoerd. In artikel 13 worden voorwaarden gesteld aan een dergelijke verantwoording. Ook het opstellen van conserverende bestemmingsplannen horen hiertoe.
Het tankstation is gelegen binnen het bestemmingsplan bedrijventerrein Eerbeek-Zuid. Ten behoeve van het opstellen van dit plan is er door de gemeente een externe veiligheidsrapportage opgesteld waarin ook het tankstation wordt beoordeeld. Uit de beoordeling blijkt het volgende:
-Pr: vormt mogelijk een knelpunt met een aangrenzend beperkt kwetsbaar object. Gezien in 2010 de maatregelen uit het LPG convenant zijn doorgevoerd mogen vanaf heden de pr contouren worden verkleint. Hierdoor valt het beperkt kwetsbaar object buiten de contour en is er geen knelpunt meer.
-Gr: Het groepsrisico is door de conserverende aard van het bestemmingsplan bedrijventerrein Eerbeek-zuid beperkt getoetst. Uit de toets blijkt dat de oriëntatie waarde niet wordt overschreden. Gezien onderhavig bestemmingsplan niet voorziet in een toename van het aantal mensen binnen het invloedsgebied kan worden aangesloten bij de bevinden uit bovengenoemde rapportage.
Om een toekomstvaste samenhang te garanderen tussen transport van gevaarlijke stoffen en ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden en veiligheid voor de burger is het basisnet in ontwikkeling. De doelstelling van het basisnet is duidelijkheid te creëren waar vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Hierdoor kan er ruimtelijke gezien rekening worden gehouden met de transporten waardoor de veiligheid kan worden vergroot.
In het basisnet zijn de rijks- en provinciale auto-, spoor- en waterwegen opgenomen die van belang zijn voor de bevoorrading van Nederlands belangrijkste industriegebieden en vervoer naar het buitenland. In afwachting van de definitieve versie van het basisnet zijn de tabellen uit de concept versie overgenomen in de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen cRnvgs. Hierdoor kan er vooruit worden gelopen op het toekomstige beleid.
Wegtransport
Langs het plangebied lopen verschillende wegen die een mogelijk effect hebben op het gebied van externe veiligheid. Hierbij valt een tweedeling te maken tussen landelijk transport netwerk waarvoor de cRnvgs van toepassing is en een regionaal vervoersnetwerk, vastgesteld door de gemeente.
De N786 (Harderwijkerweg) is niet opgenomen in cRnvgs waardoor deze weg niet behoort tot het nationale hoofdtransportnetwerk. De gemeente Brummen heeft geen vaste transportroute vastgesteld voor het transport van gevaarlijke stoffen. Incidenteel vervoer van gevaarlijke stoffen zal plaatsvinden volgens de principes van de kortste weg. Hierbij zullen de vrachtwagens de kortste route kiezen voor het afleveren van hun goederen waarbij woonwijken zo veel mogelijk worden vermeden.
Gezien het feit dat onderhavig bestemmingsplan geen nieuwe ontwikkelingen toestaat in de directe omgeving van de weg, is nader onderzoek naar het effect van goederen vervoer op het groepsrisico niet aan de orde. Hiermee voldoet het plan aan de veiligheidseisen voor wegtransport.
Spoor
Aan de oostzijde van het plangebied loopt een spoorlijn. Dit spoor is niet aangegeven als vaste transportroute voor gevaarlijke stoffen over het spoor. Het spoortraject wordt alleen gebruikt door de Veluwse Stoomtrein Maatschappij voor recreatief gebruikt. Van intensief vervoer van gevaarlijke stoffen is geen sprake.
Buisleidingen
Langs de zuid- en westgrens van het plangebied ligt een gasleiding van de Gasunie. De leiding heeft een diameter van 6,63 inch en een maximale druk van 40 bar. De Pr contour is 0 meter en ligt daardoor op de buisleiding. De Pr contour heeft hierdoor geen invloed op de naastgelegen woningen. De Gr contour moet worden herberekend als binnen het invloedsgebied nieuwe ruimtelijke besluiten worden genomen. Ook bij conserverende bestemmingsplannen is er sprake van een nieuw ruimtelijk besluit. Aangezien het plan geen nieuwe kwetsbare objecten toestaat en de omgeving niet als zeer dichtbevolkt wordt beschouwd, wordt op basis van de verantwoording ten behoeve van het bedrijventerrein Eerbeek Zuid vastgesteld dat het Gr de oriëntatiewaarde niet overschrijdt. Derhalve wordt het uitvoeren van een verantwoording van het groepsrisico niet noodzakelijk geacht.
Vanwege de veiligheid voor de omgeving en het waarborgen van de energielevering, worden gastransportleidingen gezien als structuur bepalend element en dienen derhalve te worden opgenomen op de verbeelding. Om de bescherming van de leiding te waarborgen wordt er een "vrijwaringszone gas" opgenomen. Het besluit externe veiligheid buisleidingen schrijft voor dat, voor buisleidingen tot 4000 kPa, in nieuwe bestemmingsplannen een vrijwaringsstrook wordt opgenomen van 4 meter aan weerszijde van de buisleiding.
Het plangebied ligt in een bosrijke omgeving. Op de risicokaart worden de bosrijke gebieden aangemerkt als gebieden met een verhoogt risico op (bos)brand. Er wordt reeds voorzien in de maximale ontwikkelingsmogelijkheden van het bestemmingsplan. Het nieuwe plan staat geen extra ontwikkelingen toe waardoor van een toename van het aantal mensen dat langdurig in het gebied verblijft geen sprake is. Een aanvullende verantwoording is derhalve niet noodzakelijk.