direct naar inhoud van Artikel 6 Wonen
Plan: Lombok
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0213.BPEERB1330000-va01

Artikel 6 Wonen

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. het uitoefenen van een aan huis gebonden beroep en aan huis gebonden bedrijf;


met de daarbij behorende:

  • c. tuinen, erven;
  • d. parkeervoorzieningen;
  • e. waterlopen en waterpartijen;
  • f. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. binnen bouwvlakken mag het bebouwingspercentage 100% bedragen;
  • c. de maximale goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte" is aangegeven, of niet meer dan de bestaande goot- en bouwhoogte, indien die meer bedraagt;
  • d. woningen mogen uitsluitend worden gebouwd op de hierna aangegeven wijze ter plaatse van de aanduiding:
    naam aanduiding   bouwwijze  
    vrijstaand   vrijstaande woningen  
    specifieke bouwaanduiding - half-vrijstaand + vrijstaand   half-vrijstaande woningen en vrijstaande woningen  
    specifieke bouwaanduiding - patio + half-vrijstaand + vrijstaand   patio woningen, half-vrijstaande woningen en vrijstaande woningen  
    aaneengebouwd   aaneengebouwde woningen, niet gestapeld  
  • e. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens van hoofdgebouwen mag niet minder bedragen dan hierna ter plaatse van de aanduiding is aangegeven, of niet minder dan de bestaande afstand, indien die minder bedraagt:
naam aanduiding   minimale afstand tot zijdelingse perceelsgrens  
vrijstaand   3 m aan één zijde en 1,5 m aan de andere zijde  
specifieke bouwaanduiding - half-vrijstaand + vrijstaand   3 m aan één zijde  
specifieke bouwaanduiding - patio + half-vrijstaand + vrijstaand   n.v.t.  
aaneengebouwd   n.v.t.  

  • f. de breedte van woningen mag, exclusief aan- of uitbouwen, niet meer bedragen dan hieronder ter plaatse van de aanduiding is aangegeven, of niet meer dan de bestaande breedte, indien die meer bedraagt:
naam aanduiding   maximale breedte  
vrijstaand   15 m  
specifieke bouwaanduiding - half-vrijstaand + vrijstaand   12 m  
specifieke bouwaanduiding - patio + half-vrijstaand + vrijstaand   15 m  
aaneengebouwd   10 m  

6.2.2 Aan- en/of uitbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aan- en/of uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte aan aan- en/of uitbouwen en bijgebouwen mag maximaal 70 m² per woning bedragen, mits de bebouwde oppervlakte van het bouwperceel achter de voorgevellijn niet meer bedraagt dan 60%, met dien verstande dat bij patio woningen geen vrijstaande bijgebouwen mogen worden gebouwd;
  • b. indien de bouwmogelijkheden voor het hoofdgebouw in het bouwvlak niet volledig zijn benut, mag deze worden gebruikt voor de realisatie van aan- en/of uitbouwen en bijgebouwen zonder dat dit ten koste gaat van de onder a genoemde oppervlaktenorm;
  • c. een aan- en/of uitbouw dan wel een bijgebouw mag uitsluitend vanaf 3 meter achter (het verlengde van) de voorgevel van de woning worden gebouwd;
  • d. de maximale goot- en bouwhoogte van aan- en/of uitbouwen en bijgebouwen bedragen respectievelijk 3,5 en 5 meter;
  • e. de afstand tussen de aan- en/of uitbouw dan wel het aangebouwde bijgebouw en de achterliggende perceelsgrens moet minimaal 8 meter bedragen;
  • f. in afwijking van het bepaalde onder sub e en onverminderd het bepaalde in sub a en b geldt dat binnen deze afstand een aan- en/of uitbouw dan wel aangebouwd bijgebouw is toegestaan van maximaal 10 m²;
  • g. aan- en/of uitbouwen mogen tevens gebruikt worden ten behoeve van de woonfunctie.

6.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak gebouwd worden. Overkappingen mogen echter uitsluitend achter de voorgevellijn gebouwd worden;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de bouwwerken geen gebouwen zijnde bedraagt per bouwperceel maximaal 40 m², met dien verstande, dat het achter de voorgevellijn aanwezige voor de hoofdbestemming bestemde erf voor niet meer dan 60% wordt bebouwd;
  • c. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 3,5 meter, met uitzondering van erfafscheidingen, waarvan de bouwhoogte maximaal 2 meter mag bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte voor erf- en terreinafscheidingen voor zover gelegen voor de voorgevellijn maximaal 1 meter mag bedragen.

6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • d. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • e. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • f. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

6.4 Specifieke gebruiksregels

Voor het uitoefenen van een aan huis gebonden beroep gelden de navolgende bepalingen:

  • a. de woning moet blijven voldoen aan het Bouwbesluit en de bouwverordening;
  • b. de woonfunctie moet primair blijven;
  • c. degene die gebruiker is van de woning, moet ook degene zijn die het aan huis gebonden beroep uitoefent;
  • d. het medegebruik moet van ondergeschikte betekenis zijn en maximaal 40% van het totale vloeroppervlakte van de woning mag voor dat doel worden gebruikt, met een maximum van 50 m² per woning;
  • e. het aan huis gebonden beroep mag geen hinder voor het woonmilieu opleveren en geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
  • f. vrijstaande bijgebouwen mogen niet worden gebruikt voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep of bedrijf.

6.5 Ontheffing van de gebruiksregels
6.5.1 Bevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 6.1, sub a voor de bewoning van een deel van het hoofdgebouw en/of bijgebouwen als afhankelijke woonruimte (inwoning), met dien verstande dat:

  • a. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit het oogpunt van mantelzorg, hetgeen aangetoond dient te worden door een verklaring van een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige;
  • b. op het perceel een woning aanwezig dient te zijn;
  • c. per woning maximaal één ontheffing ten behoeve van inwoning voor mantelzorg mag worden verleend;
  • d. inwoning in beginsel plaatsvindt, bij, in of direct aansluitend aan de woning, waarbij de afhankelijke woonruimte een verbinding met de woning dient te hebben;
  • e. het gebruik van een vrijstaand bijgebouw als afhankelijke woonruimte uitsluitend is toegestaan indien realisering van de inwoning in of aan het hoofdgebouw voor de inwoner of andere bewoner(s) onredelijk bezwarend is en het bijgebouw op maximaal 10 meter van het hoofdgebouw staat;
  • f. maximaal 60 m² van hoofdgebouw en/of bijgebouwen mag worden gebruikt ten behoeve van de inwoning;
  • g. burgemeester en wethouders de ontheffing kunnen intrekken indien de noodzaak vanuit oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.

6.5.2 Procedure

Bij toepassing van de ontheffingsmogelijkheid als bedoeld in sublid 6.5.1 geldt de procedure als vervat in artikel 14, lid 14.1.