direct naar inhoud van 2.2 Ruimtelijke structuur
Plan: Kern Winssen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0209.BpKernWinssen-vadf

2.2 Ruimtelijke structuur

2.2.1 Landschap

Het dorp Winssen ligt tussen de kernen Ewijk en Deest ten noorden van de Van Heemstraweg, de doorgaande weg die de dorpen tussen Nijmegen en Zaltbommel in het noordelijk deel van het Land van Maas en Waal met elkaar verbindt. Winssen is de meest westelijke kern van de gemeente Beuningen, ten westen van de A50.

Hoewel Winssen aan de Waal is gelegen, ligt de rivier op enige afstand van het dorp zelf. Aan de noordkant van de kern ligt de hoge Waalbandijk met daarachter de Winssensche Waarden. In deze uiterwaard zal zandwinning plaatsvinden. Het eindbeeld na herinrichting is een dynamische uiterwaard, doorsneden door een nevengeul met vertakkingen. Door ontkleiing, zandwinning en natuurlijke rivierafzetting wordt het landschap verder vormgegeven. Door spontane bosontwikkeling ontstaat een verschil in open en gesloten delen. Ook ten zuiden van de kern zal, tussen de Van Heemstraweg en de N322, zandwinning plaatsvinden. Hier zal in vergelijking met de uiterwaard een groter gebied worden ontgraven en heringericht.

Parallel aan de Waal is in de loop van de tijd een landschap ontstaan bestaande uit de rivier met uiterwaarden, een verdichte stroomrug met het dorp en boomgaarden en de open komgronden (ontwaterd door de Oude Wetering) ten zuiden van het dorp. Loodrecht op de stroomrug zijn “zijlijnen” in het landschap ontstaan, als verbinding tussen de stroomrug en de komgronden. Voorbeelden zijn de Betenlaan/ Leegstraat, de Deijnschestraat en de Geerstraat. De bebouwing langs de linten en de dwarsverbindingen markeert ter plaatse van de kruispunten met de Van Heemstraweg de entrees tot het dorp.

Een aantal van deze lijnen is in latere periode verder doorgetrokken in het komgebied. In noordelijke richting sluit de Leegstraat aan op het Kerkpad, waardoor van oorsprong een snelle verbinding aanwezig was vanuit het landelijk gebied met de kerk in het dorp. De Leegstraat wordt begeleid door een groenstrook, zodat ook een fysieke, groene relatie ontstaat tussen het buitengebied en de kern.

2.2.2 Stedenbouwkundige structuur
2.2.2.1 Algemeen

Het dorp is min of meer afgekeerd van de rivier en heeft van oudsher een duidelijker relatie met het omliggende agrarische gebied. Dit komt ook duidelijk terug in de ruimtelijke opbouw van de dorpskern. Winssen is gegroeid langs enkele (voormalige) agrarische wegen. Verspreidt door de bebouwde kom zijn nog open veldjes en boomgaarden aanwezig, die herinneren aan het vroegere gebruik. Achter de verdichte linten zijn planmatig opgezette woonbuurten gerealiseerd. Door de open structuur is ook de oorspronkelijke lintbebouwing nog goed herkenbaar. Door het veelvuldig toepassen van rijwoningen en de herhaling van woningtypen en architectonische vormgeving ontstaat een min of meer stedelijk straatbeeld. De buurten hebben echter een relatief beperkte omvang en er is regelmatig doorzicht mogelijk op het buitengebied of de open ruimten in de kern, waardoor toch gesproken kan worden van een dorpse schaal.

Bebouwing staat over het algemeen met de achterzijde richting het omliggende landschap gericht. Bovendien is deze bebouwing over het algemeen (half)vrijstaand. De achtererven zorgen voor een zachte, dorpse overgang met het landschap. Doordat de rijwoningen aan de Kennedysingel met de voorzijde op het buitengebied zijn georiënteerd, is hier sprake van een harde dorpsrand.

De bebouwing in het dorp bestaat hoofdzakelijk uit 1 à 2 lagen met een kap. Uitzondering hierop vormen de historische kerktorens en de Beatrixmolen. Zij fungeren als bakens in de dorpsstructuur. Ze staan aan het begin en het eind van het historische lint, een tweetal torens staat in het centrum van het dorp.

Centraal in het dorp zijn ontmoetingscentrum De Paulus met daarnaast een kledingatelier gevestigd in het hoofdgebouw van een oude school. In de zijvleugel van de voormalige school zijn nu een kapper en een kleine winkel gevestigd. De bebouwing van De Paulus is tegen de voormalige school aan gerealiseerd. Aan de achterzijde is een sportzaal gebouwd. Met name de hoge, dichte en lichtgekleurde gevel van de sportzaal aan de achterzijde wijkt af van de historische beeld van de directe omgeving. Doordat de bebouwing aan de voorzijde beperkt blijft tot één laag en een kap, wordt aangesloten bij de dorpse schaal.

Ook het verzorgingshuis wijkt af van de genoemde karakteristiek. Het bestaat aan de zijde van de Leegstraat uit 3 lagen met een plat dak en aan de zijde van de Alex Willemsstraat uit 2 lagen met kap. Met name het bebouwde oppervlak maakt dat de bebouwing duidelijk in maat en schaal afwijkt van de omgeving. Doordat voor de bebouwing open ruimte aanwezig is in de vorm van een parkeervoorziening en groen, wordt gezorgd voor een overgang met de omliggende bebouwing.

Ander afwijkend element wordt gevormd door het atelier met beeldentuin aan de noordwestzijde van de kern gelegen achter de lintbebouwing van de Molenstraat. De beeldentuin is openbaar toegankelijk. De ommuring zorgt voor een besloten, intiem karakter.

De aanwezige bedrijvigheid in het dorp is van oorsprong langs de oorspronkelijke linten gelegen. Tegenwoordig kennen de percelen ten oosten van de Notaris Stephanus Roesstraat nabij de aansluiting op de Van Heemstraweg meer een gemengd gebruik. Aan de westzijde van het dorp zijn enkele loonwerkers- en sloopbedrijven aanwezig. Aan de noord- en oostzijde zijn vooral het kledingatelier en een transportbedrijf prominent aanwezig.

2.2.2.2 Bebouwingslinten

Het dorp is ontstaan langs de Notaris Stephanus Roesstraat en de Molenstraat. Hier is dan ook de meeste historische bebouwing aanwezig. De Leegstraat en de Geerstraat vormen van oudsher verbindingen met de agrarische gronden in het zuidelijk gelegen komgebied. Ook hier zijn veel (voormalige) boerderijen te vinden. In de bebouwingslinten heeft in de loop van de tijd enige verdichting plaatsgevonden. Over het algemeen is nog steeds direct (visueel) contact mogelijk met het achtergelegen (open) gebied. Hierdoor is een gevarieerd beeld ontstaan met bebouwing uit alle perioden. De woonbebouwing wordt afgewisseld met diverse andere functies zoals de kerken, enkele horecagelegenheden, een paar winkels en bedrijvigheid. De aanwezige klinkerverharding, (gedeeltelijk) ondersteund met groene bermen met bomen, van de Notaris Stephanus Roesstraat en de Molenstraat versterkt het dorpskarakter.

De bebouwing langs de linten bestaat hoofdzakelijk uit (half)vrijstaande woningen op relatief grote percelen. Het voornaamste verschil tussen de Stephanus Roesstraat en de Molenstraat is dat de percelen langs de laatstgenoemde straat diepere voorerven hebben. Hierdoor ontstaat een groener straatbeeld.

Vanaf de Kennedysingel krijgt de Molenstraat meer een landelijk karakter. Trottoirs ontbreken in het profiel en de woningen zijn vrijstaand. Rooilijnen en bebouwingsrichtingen wisselen sterk. In vergelijking met de Notaris Stephanus Roesstraat staan zijn hier ook meer (voormalige) boerderijen aanwezig. Hoewel de woonfunctie blijft overheersen, zijn hier ook enige bedrijven gevestigd, waaronder een aannemings- en een garagebedrijf.

Aan de achterzijde van de percelen langs de Molenstraat en de Geerstraat staat molen Beatrix. Het betreft een geheel gerestaureerde maalvaardige beltkorenmolen. Door de ligging aan de rand van het dorp is het van alle kanten goed zichtbaar.

2.2.2.3 Molenstraat - Kennedysingel - Leegstraat

Deze woonbuurt vormt de eerste (naoorlogse) uitbreiding van Winssen. Het is in de jaren '50 en '60 gerealiseerd. De woonfunctie is dominant. De buurt wordt gekenmerkt door een (planmatige) rechthoekig stratenpatroon en kleinere zijstraten. De straten staan evenwijdig aan de Molenstraat en de verkavelingsrichting van de zuidelijker gelegen agrarische percelen.

Het profiel van de woonstraten bestaat uit een rijbaan met aan weerszijden trottoirs. Bomen ontbreken veelal. Er wordt op straat of op eigen terrein geparkeerd. De rooilijn wordt meestal strikt gevolgd. Op een aantal plekken is sprake van afwisseling met kopgevels of een zaagtandverkaveling.

De buurt kent een redelijke mate van variatie in woningtypen. Hoewel de architectuur een duidelijk tijdsbeeld vertegenwoordigd met ingetogen, gladde gevels en zadeldaken, is ook hier enige variatie aangebracht, door het materiaal- en kleurgebruik. Voorbeeld hiervan zijn enige woningen aan de Hendrik de Haardtstraat en de Wethouder van Beuningenstraat. Deze zijn opgebouwd uit 2 lagen met een kap.

De Kennedysingel is onderdeel van de zuidelijke dorpsrand. De woningen zijn met de voorzijden gericht op het buitengebied. Een groot deel van de woningen is geschakeld. Doordat ze bovendien een gelijke rooilijnbehandeling hebben, ontstaat een harde overgang met het agrarische gebied.

2.2.2.4 Alex Willemsstraat - Kennedysingel - Notaris Stephanus Roesstraat - Leegstraat

Het betreft de tweede naoorlogse uitbreiding, gerealiseerd in de jaren '70. Ook hier is sprake van een planmatige rechthoekige opzet. In plaats van een oost-west richting bij de hiervoor besproken woonbuurt, is hier sprake van een noord-zuidrichting, evenwijdig aan de Leegstraat en de Notaris Stephanus Roesstraat. Hierdoor ontstonden doorzichten vanuit de woonstraat naar het toenmalige buitengebied.

Rondom de Leegstraat zijn in deze periode verschillende voorzieningen gerealiseerd: school, verzorgingscentrum, supermarkt en een bank. Tussen de school en het verzorgingscentrum is een artsenpraktijk aanwezig. Hoewel het dorp functioneel gezien geen echt dorpscentrum kent, kan in combinatie met de noordelijk gelegen kerk en het ontmoetingscentrum enigszins gesproken worden over een voorzieningenzone. Voor het overige domineert de woonfunctie.

Het straatprofiel is opgebouwd uit de weg met trottoirs aan weerszijden, bomen ontbreken veelal. Parkeren vindt plaats op straat en op eigen terrein. De woningen zijn overwegend (half)vrijstaand. Slechts op enkele plekken zijn rijwoningen gerealiseerd. Hierdoor manifesteert deze buurt zich nog meer als eenheid. De bouwhoogte bedraagt 2 lagen met kap. De woningen zijn op de weg georiënteerd en volgen de rooilijn. Langs de Wethouder Artsstraat is daarnaast ook sprake van een zaagtandverkaveling. De woningen hebben veelal een lichte kleurstelling.

Tussen de Leegstraat, Notaris Stephanus Roesstraat en de Dr. De Sonnavillestraat is een meer gedifferentieerd beeld aanwezig. Het voor de buurt kenmerkende bebouwingsbeeld wordt hier aangevuld door 2 complexen met seniorenwoningen. De woningen hebben een bouwhoogte van 1 laag met kap. De halfvrijstaande woningen aan de Dr. De Sonnavillestraat zijn rondom een halfopen hof gerealiseerd.

Het complex aan de Dokter Nillesenstraat staat aan een open hof en verdraaid ten opzichte van de Dokter Nillesenstraat. De bebouwing bestaat uit rijwoningen en halfvrijstaande woningen. Een tweetal halfvrijstaande woningen is met de achterzijde op de Dokter Nillesenstraat gericht.

2.2.2.5 De Bongerd

Deze buurt is aan de zuidzijde van de kern tussen de Leegstraat, Kennedysingel en de percelen langs de Notaris Stephanus Roesstraat gelegen. Het is in de jaren '80 in een tweetal fasen (oost en westelijk deel) gerealiseerd. Dit onderscheid is herkenbaar in de gebruikte vormgeving. De oostzijde is eenduidiger vormgegeven, in het westelijke deel is meer variatie aangebracht. De woonfunctie is dominant.

In tegenstelling tot de woonbuurten uit de jaren ervoor is nu sprake van meer meanderende straten, die als woonerf zijn ingericht. Het straatprofiel is ruimer en opgebouwd uit de weg en trottoirs met bomen aan weerszijden. Parkeren gebeurd in parkeerhavens, langs de straat of op het eigen erf.

De woningen staan in principe aan en gericht op de straat. Door de hele buurt is hierop variatie aangebracht in de vorm van verspringende rooilijnen en hoekverdraaiingen.

In het oostelijk deel is rondom de Bongerd met name sprake van rijwoningen van 2 lagen met kap en relatief ondiepe voorerven. De woningen hebben op de koppen een zadeldak met de nok dwars op de straat. De tussenwoningen hebben een hoogte van 2 lagen met plat dak.

Rondom de randen van de buurt staan veelal (half)vrijstaande woningen. De woningen hebben een hoogte van zowel 1 als 2 lagen met een kap.

In de zuidoosthoek van deze buurt is een afwijkend woningtype gerealiseerd. Hier staat een halfopen hof, bestaande uit 1 laag met plat dak. Door het gebruik van witte betonsteen vorm het een opvallend element in de omgeving.

Zowel aan de zuidzijde als in de noordwesthoek is een speelvoorziening aanwezig.

2.2.3 Verkeersstructuur

Winssen heeft als belangrijke doorgaande weg de Van Heemstraweg ten zuiden van de kern. Deze weg vormt de verbinding naar Druten in westelijke en naar Beuningen en Nijmegen in oostelijke richting. Vanuit de Van Heemstraweg kan het dorp bereikt worden via de Leegstraat en de Notaris Stephanus Roesstraat. Tevens bieden de Molenstraat vanuit het westen en de Ingenieur Van Stuivenbergweg vanuit het oosten toegang tot Winssen.

Aan de noordzijde grenst Winssen aan de Waalbandijk. Deze dijk is verboden voor gemotoriseerd verkeer, met uitzondering van bestemmingsverkeer. Daarentegen maakt veel (recreatief) fietsverkeer gebruik van deze dijk. Over de Notaris Stephanus Roesstraat lopen 2 recreatieve fietsroutes.

Langs de Van Heemstraweg liggen vrijliggende fietspaden. Ter plaatse van de kruising met de Leegstraat zijn oversteekvoorzieningen voor langzaam verkeer aanwezig. Tevens zal het kruispunt van de Van Heemstraweg met de Plakstraat / Notaris Stephanus Roesstraat heringericht worden met enkele snelheidsremmende maatregelen.

Afgezien van enkele doorsteken in de woonbuurten (De Bongerd) en het kerkpad zijn voor het overige geen specifieke voorzieningen voor langzaam verkeer aanwezig in het dorp.

De hele kern is een 30 km-zone met beperkte hoeveelheden verkeer.

2.2.4 Groenstructuur

In Winssen is geen duidelijke groenstructuur aanwezig. In de dorpskern zijn enige (voormalige) agrarisch gronden aanwezig die met de bebouwing vervlochten zijn. De meest beeldbepalende is de boomgaard bij de R.K. Kerk. Daarnaast is veelvuldig zicht op het buitengebied en de Waaldijk mogelijk. Verder zijn met name langs de bebouwingslinten enkele ruime percelen aanwezig. Ondanks de compacte opbouw van enkele buurten, heeft het dorp hierdoor een groene uitstraling.

Het plein bij de R.K. Kerk is de grootste openbare verblijfsruimte van het dorp. Het is een relatief groot plein dat met bomen is omzoomd. Deels heeft het tevens een groene invulling. Ook het pleintje ten noorden van de R.K. Kerk heeft een groene inrichting. Afgezien van het muziekpodium heeft het meer een beeld- dan een gebruiksfunctie. Ten noorden hiervan is de begraafplaats gelegen.

Ten zuidoosten van de school (ten zuiden van de R.K. Kerk) is een trapveld aanwezig. Nabij de aansluiting van de Notaris Stephanus Roesstraat is een pleintje aanwezig. Het doet voornamelijk dienst als parkeervoorziening.

Over het algemeen is het aantal bomen in de woonstraten beperkt. Uitzondering wordt gevormd door een deel van de Molenstraat, Leegstraat, Kennedysingel, Notenboomgaard en delen van de Notaris Stephanus Roesstraat. Langs (delen van) deze straten verfraaiien bermen met bomen het straatbeeld en ondersteunen de cultuurhistorische structuur ter plaatse van de bebouwingslinten. De Leegstraat vormt daarbij een goene verbinding vanuit het buitengebied tot aan de kerk.

De beeldentuin aan de noordwestzijde van het dorp is privébezit, maar openbaar toegankelijk. De besloten tuin is een fraaie aanvulling op de aanwezige verblijfsruimten in het dorp.

2.2.5 Waterstructuur

De kern Winssen is ontstaan op een stroomrug langs de Waal. Hierdoor is het aantal watergangen in de dorpskern relatief beperkt. Binnen de plangrenzen gaat het om watergangen langs de Molenstraat, de Ingenieur van Stuivenbergweg en om het perceel Notaris Stephanus Roesstraat nr. 31.

Verder zijn enkele watergangen aanwezig aan de achterzijde van (voormalige) agarische percelen (Geerstraat, Molenstraat en Notaris Stephanus Roesstraat/ Notenboomgaard), die in verbinding staan met watergangen in het buitengebied. Een aantal van deze watergang is aangewezen als A-watergang. Het betreft de watergangen aan de achterzijde van de percelen langs de Geerstraat, achter Molenstraat nr. 4, de watergang centraal tussen de Geerstraat en Leegstraat en de watergang vanaf het semi-agrarisch perceel tussen de Notaris Stephanus Roesstraat en De Bongerd richting de Van Heemstraweg.

Naast deze watergangen is er geen open water aanwezig in het plangebied.