direct naar inhoud van 4.7 Water
Plan: Bestemmingsplan Winkelcentrum- en Park Presikhaaf
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0202.788-0301

4.7 Water

Beschrijving bestaande situatie

Oppervlaktewater

Het gedeelte van het plangebied tussen de spoorbaan en de IJssellaan kan gekenmerkt worden als een overgangsgebied tussen het bekenlandschap en het polderlandschap. Vanaf de Schaapsdrift stroomt de Beek op de Paasberg met een lange duiker de heemtuin in. In de heemtuin vormt de beek de basis voor meerder verschillende biotopen die hier zijn aangelegd. Naar verwachting stroomt het beekwater binnenkort niet meer via de duiker, maar via een nieuwe verbinding tussen park Sacré Coeur en park Presikhaaf de heemtuin in. Hierdoor vormt de beek een duidelijke eenheid in het landschap en krijgt water een visueel aantrekkelijke plaats in het park. Na de heemtuin stroomt het water door een voormalig vijver van het landgoed Presikhaaf richting de watergang aan de IJssellaan en vervolgens naar de achterliggende wijk.

Vanaf Elsweide stroomt water vanaf de Bronbeek en de Beek op de Paasberg het plangebied binnen; bij het HAN-gebouw aan het Lange Water. Een overzicht van waterlopen en kunstwerken (stuwen en duikers) is te vinden op de waterattentiekaart.

Het hoogteverschil in het maaiveld is terug te vinden in de verschillende waterniveaus. Gedurende de loop tussen de heemtuin en de IJssellaan stoomt het water over meerdere stuwen, waardoor verschillende niveaus worden gecreëerd: van 12.60 m. + N.A.P. bij de eerste stuw in de Heemtuin naar 9,50 m. + N.A.P. in de watergang langs de IJssellaan. Bij kruisingen met wegen zijn de watergangen onderling door duikers met elkaar verbonden.

Als bij uitbreiding van verhard oppervlak het niet mogelijk is om hemelwater op een andere manier te verwerken dan via afvoer naar het oppervlaktewater, dan geldt vanuit het waterschap de watercompensatie. Als vuistregel geldt dat de compensatie 10% bedraagt van het nieuw verhard oppervlak.

Grondwater

Het grondwater maakt onderdeel uit van het grote systeem dat vanuit de Veluwe richting de IJssel en de Betuwe stroomt. Ongeveer ter hoogte van de spoorbaan Arnhem-Zutphen verandert het gebied van stuwwal naar (voormalig) uiterwaardengebied. De grondslag verandert ook; van een infiltratiegebied met dikke, goed doorlatende zandbodem naar een kwelgebied met een bodem die afwisselend uit klei en/of zand en veen bestaat. In deze zone komt het diepe grondwaterniveau ook dichter aan het oppervlak te liggen.

Het poldersysteem in Presikhaaf is gevoelig voor overlast van het ondiepe grondwater. Een hoge rivierstand kan een toename van kweldruk veroorzaken. In ieder geval in de zone achter de waterkering, maar het is niet duidelijk of dit effect ook nog voorkomt verder in het plangebied. Dat heeft te maken met een ander effect, namelijk dat hoge rivierstanden ook de stroming van het diepe grondwater vanaf de Veluwe belemmeren. Hierdoor wordt deze grondwaterstroom geblokkeerd en zal het diepe grondwater omhoog komen (Veluwekwel). Bij langdurige hemelval zal de bodem verzadigd raken. Hoe hoger de grondwaterspiegel en hoe slechter doorlatend de bodem is, hoe eerder er plassen op het gras komen te staan. Gezien de bodemopbouw is het zeer goed mogelijk dat in delen van het plangebied na langduriger hemelbuien het water zichtbaar is op het maaiveld.

In de wijk Plattenburg, gelegen ten noorden van de spoorbaan Arnhem-Zutphen, ligt het grondwater op ongeveer 12 m. + N.A.P., ten zuiden van de IJssellaan is dit nog 9 m. + N.A.P. Bij het Arentheem college zijn de grondwaterstanden gemeten op 9,3 m. + N.A.P. Deze waarden geven een ontwateringsdiepte aan die tussen de 1 en 1,4 m. bedraagt. Bij het spoor is de ontwateringsdiepte iets groter: tussen de 1,5 m. en 2 m.

Hemel- en afvalwatersysteem

Het zuidelijke deel van het plangebied, het winkelcentrum, is voorzien van een gescheiden rioolstelsel. Dat wil zeggen dat er twee verschillende afvoerleidingen in de grond liggen; één voor het vuilwater en één voor het hemelwater. Het hemelwater van daken en wegen stroomt naar de omliggende watergangen. In het noordelijke deel, het park wordt alleen vuilwater ingezameld. Al het vuilwater uit het plangebied wordt afgevoerd naar het rioolgemaal Driepoorten. In de Laan van Presikhaaf en langs de spoorbaan liggen transportriolen die het afvalwater van bovenliggende wijken transporteren richting het rioolgemaal Driepoorten.

Het gebouw van de HAN Ruitenberglaan is aangesloten op een verbeterd gescheiden stelsel, het oude gebouw aan de Lange Water heeft een gescheiden stelsel. Bij dit verbeterd gescheiden rioolstelsel wordt het vuilwater en de eerste hoeveelheid hemelwater afgevoerd via het vuilwaterriool. Daarna stroomt het hemelwater naar het oppervlaktewater. Het vuilwater is aangesloten op een oud riooltracé van het voormalige landhuis. Deze leiding ligt door het park en sluit aan op het transportriool in de Laan van Presikhaaf. Ook het vuilwater van het schoolgebouw van het Arentheem is hierop aangesloten. Het hemelwater van het Arentheem-college wordt met vertraging afgevoerd op het omliggende oppervlaktewater. Voor het theehuis is een persleiding in de planning.

De verwachting is dat het transportriool langs de spoorbaan en de oude riolering van het landhuis op korte termijn worden vervangen door een riool onder de Ruitenberglaan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0202.788-0301_0018.jpg"

Figuur 4.1: Waterattentiekaart

Conclusie en aanbevelingen

In deze paragraaf worden de feitelijke beperkingen aangegeven die van belang kunnen zijn bij veranderingen in het plangebied.

Bij nieuwbouw of herinrichting moet rekening gehouden worden met de minder geschikte ontwateringstoestand van met name het zuidelijke deel van het plangebied.

Aandacht voor de op de waterattentiekaart aangegeven voorzieningen. Deze mogen niet beperkt worden in hun functioneren.