Plan: | Bestemmingsplan Rivierzone 2013 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0202.767-0301 |
Kenmerk van de Nederlandse ruimtelijke ordeningsregelgeving is dat er uitgegaan wordt van toelatingsplanologie. Een bestemmingsplan geeft aan welke functies waar zijn toegestaan en welke bebouwing opgericht mag worden. Bij het opstellen van dit bestemmingsplan zijn keuzes gemaakt over welke functies waar mogelijk worden gemaakt en is gekeken welke bebouwing stedenbouwkundig toegestaan kan worden. De bestaande situatie is hierbij het uitgangspunt.
Het is noodzakelijk dat het bestemmingsplan een compleet inzicht biedt in de bouw- en gebruiksmogelijkheden binnen het betreffende plangebied. Het bestemmingsplan is het juridische toetsingskader dat bindend is voor de burger en overheid en geeft aan wat de gewenste planologische situatie voor het plangebied is. Deze situatie kan gaandeweg de planperiode wijzigen, bijvoorbeeld door veranderd stedenbouwkundig inzicht, functiewijziging veranderingen in gebruik. Ook ruimtelijke ontwikkelingen en vernieuwing van o.a. ruimtelijk, economisch, verkeerskundig en milieubeleid dragen bij aan de veroudering van geldende bestemmingsplannen.
Om recht te doen aan een goede ruimtelijke ordening binnen het plangebied wordt daarom aangegeven in welke situaties de bestemming wordt gekozen gelijk aan de oude bestemming (na strijdige situatie te hebben gewraakt) en in welke situaties een nieuwe bestemming wordt gegeven (positief bestemmen), waarmee de strijdige situatie wordt gelegaliseerd. Daarnaast wordt, indien van toepassing, aangegeven wanneer een strijdige situatie onder het overgangsrecht wordt gebracht.
In deze paragraaf worden de keuzes die zijn gemaakt nader onderbouwd. Hierbij zullen de bestemmingen in dezelfde volgorde als in de regels worden behandeld.
In de volgende subparagrafen worden de afzonderlijke bestemmingen die voorkomen in het bestemmingsplan besproken. Er kan worden gekozen om bepaalde bestemmingen in één subparagraaf te behandelen.
Per bestemming wordt ingegaan op:
Binnen de bestemming "Agrarisch" (Artikel 3) zijn agrarische bedrijven toegestaan. Alle bedrijfsgebouwen (inclusief schuren, loodsen, mestplaten en silo's) en één agrarische dienstwoning vallen binnen deze bestemming.
Voor de bestaande situatie aan de Veerweg naar Westervoort is bepaald dat twee dienstwoningen zijn toegestaan. Bij de grootte van de bouwzone is rekening gehouden de agrariërs reële mogelijkheden voor de toekomst te bieden.
Het aanleggen van voetpaden, fietspaden en voorzieningen voor bestemmingsverkeer zijn eveneens toegestaan. Wegen voor doorgaand autoverkeer zijn niet toegestaan.
Naar aanleiding van de uitspraak van de Raad van State met betrekking tot een deel van de natuurbestemming op de Koningspleij, zijn deze gronden conform de uitspraak bestemd als "Agrarisch".
In dit bestemmingsplan zijn twee bedrijfsbestemmingen opgenomen: "Bedrijf" (Artikel 4),
"Bedrijf - Nutsvoorziening" (Artikel 5) en "Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen met lpg" (Artikel 6)
Binnen de bestemming "Bedrijf" is een scheepswerf op de Koningspley, aan de IJsseloever toegestaan. De scheepswerf is volgens de beleidslijn niet-riviergebonden omdat daar schepen worden gebouwd die kleiner zijn dan 25 meter gemeten langs de waterlijn. Voor alle bedrijfsbebouwing geldt dat deze door middel van een vrijstelling met 10% mogen worden uitgebreid.
Bedrijf - Nutsvoorziening (Artikel 5)
Deze bestemming is bedoeld voor nutsbedrijven of soortgelijke instellingen. Dit zijn bedrijven, gericht op de levering van elektriciteit, gas, water en warmte, de verzorging van telecommunicatie of de afvoer en verwerking van afvalstoffen.
Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen met lpg (Artikel 6)
De bestemming "Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen met lpg"'ligt op het tankstation aan de Eldenseweg. Omdat het hier gaat om een niet-riviergebonden functie is een uitbreiding van 10% toegestaan door middel van een ontheffing. Ten behoeve van de luifel (bouwwerk buiten de bouwzone) is een aanduiding ("specifieke bouwaanduiding - 1") op de plankaart opgenomen.
Voor de strook langs de A12 en ter hoogte van de Boterdijk is de bestemming "Groen" (Artikel 7) opgenomen.
Binnen de bestemming "Artikel 9" staan het behoud, beheer en herstel of de ontwikkeling van voorkomende landschappelijke, ecologische, cultuurhistorische, archeologische en natuurwaarden voorop. Daarnaast is het gebruik ten behoeve van agrarische doeleinden en extensieve recreatie toegestaan, maar slechts indien dat geen belemmering vormt voor of aantasting vormt van de hiervoor omschreven waarden.
De bestemming "Natuur" is verkleind tenopzichte van het vigerende plan, dit als gevolg van de uitspraak van de Raad van State met betrekking tot de Koningspleij, in plaats van "Natuur" ligt hier nu deels de bestemming "Agrarisch" (zie 6.3.2)
Wat betreft de infrastructuur is van belang dat binnen deze bestemming wegen ten behoeve van langzaam verkeer en ten behoeve van bestemmingsverkeer zijn toegestaan.
Aanduidingen binnen deze bestemming zijn opgenomen voor:
- een scheepsreparatiebedrijf ("specifieke vorm van bedrijf - 1");
- een rederij ("specifieke vorm van bedrijf - 2");
- een terrein voor scouting ("specifieke vorm van recreatie");
- een laad- en losplaats voor schepen ("laad- en losplaats").
De bestemming verkeer is opgedeeld in een drietal 'sub-bestemmingen' te weten:
"Verkeer - Railverkeer" (Artikel 10);
"Verkeer - Verblijfsgebied" (Artikel 11);
"Verkeer - Wegverkeer" (Artikel 12).
Verkeer - Railverkeer (Artikel 10)
De bestemming "Verkeer - Railverkeer" is gegeven aan spoorwegen voor personen en goederenvervoer en rangeerterreinen met bijbehorende paden en groenaanleg. Het bouwen van wacht- en werkruimtes, spoorviaducten, elektriciteit- en verbindingshuisjes en masten voor bovenleidingen e.d. is mogelijk binnen deze bestemming. Deze bestemming is gelegen op de gronden van het tracé Arnhem-Nijmegen die deels door het plangebied lopen.
Verkeer - Verblijfsgebied (Artikel 11)
De bestemming "Verkeer - Verblijfsgebied" geldt voor woonerven, woonstraten, parkeerplaatsen, voet- en fietspaden, speelplaatsen en buurtgroen. Dit zijn dus voornamelijk wijken (30 km/uur zones) waar de verblijfsfunctie belangrijker is dan de verkeersfunctie. De inrichting van de wegen is hierop afgestemd.
Verkeer - Wegverkeer (Artikel 12)
De bestemming 'Verkeer - Wegverkeer' is bedoeld voor verkeerszones die een doorgaand karakter hebben. Vaak zijn dit wegen waar maximaal 50 km/uur gereden mag worden, of wegen die onderdeel uitmaken van een doorgaande busroute. Onder andere wegen, fietspaden, parkeerplaatsen, bushaltes met wachtruimten, trottoirs en groenaanleg zijn mogelijk in deze bestemming. De woonstraten zijn veelal gelegen in de woonbestemming (onbebouwbare zone).
De waterbestemming (Artikel 13) maakt het gebruik van water, inclusief het gebruik als scheepvaartweg mogelijk. Dat betekent dat hierbinnen verkeer te water kan plaatsvinden, alsmede waterberging, afvoer van water, het laden en lossen en het repareren van schepen. Vormen van riviergebonden bedrijvigheid zijn met een aanduiding op de plankaart aangegeven.
Functie
De enkele woningen in het plangebied zijn bestemd als "Wonen" (Artikel 14) of "Wonen - Woonschepenligplaats" (Artikel 15).
Binnen de woonbestemming zijn in principe beroepsmatige activiteiten toegestaan. Om hinder voor de directe omgeving te voorkomen is hieraan wel een aantal voorwaarden verbonden. In de eerste plaats mag slechts een gedeelte van de woning, inclusief de bijgebouwen (maximaal 1/3 van de totale vloeroppervlakte van de woning) worden gebruikt als praktijkruimte door de bewoner. Is er meer dan 1/3 van de woning in gebruik voor het uitoefenen van een beroep, dan is er geen sprake meer van een 'beroep aan huis' en derhalve strijd met het bestemmingsplan. Voorts mag door dit gebruik geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat (bijvoorbeeld beperkte reclamemogelijkheden) noch een onevenredige parkeerdruk ontstaan. Tot slot zijn er vormen van beroepsuitoefening expliciet uitgezonderd, omdat ze te veel overlast voor de omgeving veroorzaken (detailhandel, prostitutie, horeca-activiteiten en beroepen die milieuoverlast veroorzaken).
De grondgebonden woningen in dit bestemmingsplan (aan de Drielse Rijndijk en de Drielsedijk) zijn ingevolge de Beleidslijn Grote Rivieren niet-riviergebonden functies. Voor de woningen geldt dat ieder afzonderlijk gebouw, dus zowel hoofd- als bijgebouw, eenmalig 10% bij recht mag worden uitgebreid. De voorschriften verwijzen naar een tabel die de aanwezige bebouwing weergeeft ("bestaand in m2") en de maximale toegestane bebouwing ("toegestaan in m2").
Er is geen onderscheid gemaakt tussen vrijstaande-, halfvrijstaande-, aaneengesloten- en gestapelde woningen. Binnen de bestemming Wonen zijn twee zones te onderscheiden: de bouwzone en de onbebouwbare zone.
Tot slot zijn er vormen van beroepsuitoefening expliciet uitgezonderd, omdat ze te veel overlast voor de omgeving veroorzaken (detailhandel, prostitutie, horeca-activiteiten en beroepen die milieuoverlast veroorzaken).
In de bestemming "Wonen" zijn woonwagens, woonschepen en bijvoorbeeld zorgtehuizen, gevangenissen en asielzoekerscentra niet inbegrepen. Deze vormen van wonen zijn, indien van toepassing, in een aparte bestemming opgenomen.
Wonen - Woonschepenligplaats (Artikel 15)
De bestemming "Wonen - Woonschepenligplaats" is bestemd voor woonschepen. Binnen deze bestemming zijn woonschepen met bijbehorende drijvende terrassen toegestaan indien deze direct in verbinding staan met de kade. Het afmeren van meerdere woonschepen naast elkaar is niet toegestaan. Uiteraard mogen die situaties waarin dat wel het geval is blijven voortbestaan tot er sprake is van vervanging. Op de plankaart is een uitzondering opgenomen, ter plaatse van de "specifieke bouwaanduiding - 1" mogen vier schepen naast elkaar worden afgemeerd.
Tevens kan een bebouwbare zone opgenomen zijn voor ondergeschikte bijgebouwen zoals een tuinhuisje of berging tot een maximale oppervlakte van 25 m2.
Alle woonschepen in het plangebied zijn volgens de Beleidslijn Grote Rivieren (nu PKB Ruimte voor de Rivier) niet-riviergebonden functies en groei in aantal en maatvoering moet beperkt worden tot 10% van de oorspronkelijke omvang.
In het bestemmingsplan 'Rivierzone', de voorloper van dit plan is ervoor gekozen om uitbreidingsmogelijkheden niet per woonschip te verdelen, maar om kleine schepen wat meer en grote schepen geen uitbreidingsmogelijkheden te bieden. Er is daar gekozen om woonschepen bij vervanging te beperken tot 100 m². Wanneer een woonboot door een calamiteit teniet gaat mag de bestaande, afwijkende oppervlakte maat worden gehanteerd.
In dit bestemmingsplan is de maximum oppervlaktemaat die geldt bij vernieuwing of vervanging van een woonschip heroverwogen. Hierbij is de conclusie getrokken dat deze regeling ongewenste of negatieve gevolgen kan hebben. Daarom is nu geregeld dat woonschepen bij vernieuwing of vervanging moeten voldoen aan de oppervlaktemaat van 100 m² of de maat die gelijk is aan de in de ligplaatsvergunning opgenomen maximummaat, waarbij wel een beperking geldt van 150 m².
Dit komt er op neer dat schepen die kleiner zijn dan 100 m² bij vernieuwing of vervanging naar een maximale oppervlaktemaat van 100 m² mogen; voor woonschepen tussen de 100 m² en 150 m² geldt dat bij vernieuwing de huidige (vergunde) oppervlaktemaat mag worden gerealiseerd; woonschepen die groter zijn dan 150 m² worden bij vervanging of vernieuwing beperkt tot een maximale oppervlaktemaat van 150 m².
De oppervlaktematen van de woonschepen zijn opgenomen in de ligplaatsvergunning (APV). Voor de schepen met een oppervlaktemaat van meer dan 150m² heeft een hermeting plaats gevonden door het bureau "Drijvend Wonen" naar aanleiding van onthouding van goedkeurig aan het bestemmingsplan 'Rivierzone' door GS.
De bestaande oppervlaktematen uit de ligplaatsvergunning c.q. vastgesteld bij het nader onderzoek zijn opgenomen in de tabellen bij bijlage 2 - Woonschepen horend bij de regels. In diezelfde tabel zijn eveneens de bestaande hoogtes die groter zijn dan de toegestane maximale bouwhoogte op de plankaart opgenomen.
Uitbreidingsmogelijkheden met betrekking tot de oppervlakte zijn als volgt:
- woonschepen met een oppervlakte tot 75m2 mogen uitbreiden tot maximaal 100 m2;
- woonschepen met een oppervlakte tussen 75m2 en 125 m2 mogen met maximaal
25 m2 uitbreiden;
- woonschepen met een oppervlakte groter dan 125 m2 mogen uitbreiden tot maximaal
150 m²
Bestaande woonschepen met een oppervlakte groter dan 150 m2 zijn op hun feitelijke maatvoering bestemd en mogen niet uitgebreid worden. Ook voor de woonschepen die hoger zijn dan de op de plankaart aangegeven maximumhoogte zijn op hun huidige hoogte bestemd.
Voor wat betreft het positief bestemmen van overschrijdende breedtematen: in de voorloper van dit bestemmingsplan (het bestemmingsplan 'Rivierzone') geldt een maximum breedtemaat voor de woonschepen van 8 meter. Deze breedte werd gemeten inclusief onbebouwde overstekken. Doordat in dit plan de wijze van meten (zie hoofdstuk 1 Inleidende regels, artikel 2 - Wijze van meten) tenopzichte van het vorige plan gewijzigd is, waardoor onbebouwde overstekken niet worden meegerekend bij de breedemaat, zijn er géén breedtes meer die over het maximum van 8 meter overschrijden (wellicht nog wel voor zover het onbebouwde overstekken betreft, maar deze worden in dit plan niet meer meegereken bij de maximale maat van 8 meter.
De maximale hoogte is gedifferentieerd op basis van de stedenbouwkundige/landschappelijke situatie. Voor de locatie Onderlangs en Rosandepolder geldt een maximale hoogte van 5 meter. Voor de Haven van Coers is naar aanleiding van het unaniem aangenomen amendement bij de vaststelling van het bestemmingsplan 'Rivierzone' een vrijstellingsmogelijkheid opgenomen voor de maximale bouwhoogte van 30% van de maat die op de plankaart is opgenomen (4m) bij de vaststelling van het oorspronkelijke plan.
Naar aanleiding van het raadsbesluit van 25 juni 2012 is een aantal ligplaatsen alsnog gewenst verklaard. Deze ligplaatsen zijn bij deze herziening positief bestemd. De oppervlaktematen in de bijlage bij deze regel zijn ook overgenomen uit de reeds bestaande ligplaatsvergunningen.
De regels verwijzen naar een tabel (zie bijlage 2 van de regels) waarin de bestaande oppervlakte van het casco van het woonschip is opgenomen. Hierbij zijn, conform de wijze van meten bij de ligplaatsvergunning, onbebouwde overstekken niet meegerekend.
Aanpassing naar aanleiding van raadsbehandeling van voorstel tot vaststelling van bestemmingsplan
De bestemming "Wonen – Woonschepenligplaats" is in aanloop tot vaststelling van dit bestemmingsplan bij behandeling in de raadscommissie op onderdelen gewijzigd. Voor de nieuwe regeling en de toelichting op deze regeling zie bijlage 2 (Memo aanpassingen bestemmingsplan Rivierzone 2013 n.a.v. commissiebehandeling) en bijlage 3 (Raadsvoorstel gewijzigd vaststellen bestemmingsplan Rivierzone 2013) van de toelichting.
De SVBP 2008 geeft ook de mogelijkheid dubbelbestemmingen op te nemen. Dubbelbestemmingen zijn bestemmingen die liggen over meerdere enkel bestemmingen en daar iets over zeggen. Dit bestemmingsplan is een aantal dubbelbestemmingen opgenomen:
Leidingen - Gas, Hoogspanningsverbinding, Riool, Water (Artikelen 16, 17, 18 en 19)
In het plangebied zijn leidingen gelegen. Om deze leidingen en hun omgeving te beschermen tegen eventueel gevaar, is een afstand opgenomen waarbinnen bepaalde werken en werkzaamheden aan een aanlegvergunning zijn gebonden. Daarnaast geldt ter plaatse van de leiding een bouwverbod voor andere bouwwerken dan ten behoeve van de leiding. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen, ten behoeve van het bouwen van de secundaire bestemmingen, mits het leidingbelang niet in gevaar komt.
Het hele plangebied, met uitzondering van een gedeelte van de bestemming "Waterstaat - Waterkering", heeft de primaire bestemming "Waterstaat".
Waterstaat - Waterkering (Artikel 22)
De waterkering wordt in dit artikel primair bestemd. Dit om de bescherming van de waterkering te garanderen.
De natuurwaarden op de Koningspleij die conform de uitspraak van de Raad van State gewijzigd zijn van de bestemming "Natuur" naar de bestemming "Agrarisch", zijn beschermd door de dubbelbestemming "Waarde - Natuur."
De 10% afwijkingsmogelijkheid (zoals opgenomen in artikel 26 - Algemene afwijkingsregels) geldt voor bouwen, niet voor gebruik. Woonschepen zijn geen gebouwen, dus hiervoor geldt geen afwijkingsmogelijkheid. Wel echter voor de bijgebouwen, omdat deze wel bouwwerken zijn.