De voor "Waterstaat" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
a. waterberging en de afvoer van hoog oppervlaktewater, sediment en ijs ten behoeve van de rivier;
b. het treffen van maatregelen voor het vergroten van de afvoercapaciteit van de rivier;
c. de waterhuishouding.
21.2 Bouwregels
a. Op deze gronden mag niet worden gebouwd, tenzij sprake is van:
1. vervangende herbouw/vernieuwing van een bouwwerk ten behoeve van de andere bestemming(en) , mits de oppervlakte van het bouwwerk niet vergroot wordt ten opzichte van het ten tijde van het ter visie liggen van dit bestemmingsplan, aanwezige bouwoppervlakte;
2. het vergroten van de oppervlakte van een bouwwerk ten behoeveve van de andere bestemming(en), mits de vergroting niet meer bedraagt dan 10% ten opzichte van het huidige aanwezige oppervlak;
3. bouwwerken, geen gebouw zijnde, die vallen onder de normale onderhoud- en beheerwerkzaamheden ten behoeve van de in lid 19.1 genoemde functies
b. Voorafgaand aan beslissing omtrent vergunningverlening dient een positief advies te zijn uitgebracht door de rivierbeheerder met betrekking tot de toepassing van de beleidslijn Grote Rivieren.