direct naar inhoud van 4.9 Archeologie
Plan: Bestemmingsplan Klarendal - Sint Marten 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0202.735-0301

4.9 Archeologie

Het plangebied ligt op de stuwwal, grotendeels ter hoogte van een hellingsafzettingswaaier die aan de zuidzijde grenst aan rivierafzettingen. De noordzijde van het plangebied kenmerkt zich geomorfologisch door de uitloper van een oud beekdal en stuwwalafzettingen. Het handelt hier om de flank van de stuwwal waar, met het grote noordelijk gelegen erosiedal, de meest vindplaatsen in Arnhem-Noord zijn gelegen. Dit is ook de zone waar vanaf de 9e eeuw nederzettingen als Oosterbeek, Arnhem en Velp ontstonden.

In het plangebied bevinden zich geen vindplaatsen, maar ten westen en oosten ervan wel. Het ontbreken van vindplaatsen wil niet zeggen dat er geen archeologische waarden aanwezig kunnen zijn: in Arnhem-Noord zijn in het verleden relatief weinig archeologische waarnemingen verricht. Als relevante nabijgelegen vindplaatsen moeten worden genoemd de locatie van een vroegmiddeleeuws grafveld in de wijk Gulden Bodem, waar ook resten van een bronstijdnederzetting zijn gevonden. De nabijgelegen Jansbeek zal hier ongetwijfeld voor een goed vestigingsklimaat hebben gezorgd, zoals dat voor beken in het algemeen wordt aangenomen. Een andere relevante vondst betreft een prehistorische klopsteen (gereedschap, bijvoorbeeld voor het maken van vuurstenen werktuigen) afkomstig uit Sonsbeek.

Met de Hommelseweg, Klarendalseweg en Rosendaalsestraat bevinden zich in het plangebied oude uitvalswegen, intensief gebruikt ter ontsluiting van Arnhem aan de noord- en westzijde en als woonlocatie. Dat laatste toont bijvoorbeeld kaartmateriaal uit de vroege 19e eeuw.

Conclusie

De paleogeografische situatie en nabijgelegen vindplaatsen maken dat het plangebied een grotendeels hoge archeologische verwachtingskans heeft. Voor de zone van de stuwwalafzettingen geldt een middelhoge archeologische verwachtingskans, daar de zones van de hellingafzettingswaaier en beekdal voor bewoning en exploitatie gunstiger waren. De oude uitvalswegen zijn cultuurhistorisch relevant en staan te boek als archeologisch waardevol gebied. Langs de wegen hebben ook verschillende boerderijen gelegen.

Voor zones met een hoge archeologische verwachtingskans geldt dat bij bodemingrepen >200 m2 die daarbij ook dieper dan 40 cm reiken archeologisch onderzoek noodzakelijk is. Voor zones met een middelhoge verwachtingskans gelden grenzen van respectievelijk 500 m2 en wederom 40 cm. In archeologisch waardevolle gebieden is onderzoek al nodig bij verstoringsoppervlakten >50 m2 en een diepte van 40 cm. Dit is op de plankaart en in de regels vertaald door hiervoor dubbelbestemmingen op te nemen (Waarde-archeologie). Met deze bestemmingen worden archeologische waarden beschermd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0202.735-0301_0011.png"

Afbeelding 4.2 Uitsnede archeologische verwachtingenkaart