Plan: | Bestemmingsplan Klarendal - Sint Marten 2012 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0202.735-0301 |
Oppervlaktewater
In het plangebied is geen oppervlaktewater aanwezig.
Grondwater
Het plangebied ligt op de helling van een stuwwalcomplex waardoor er een groot hoogteverschil aanwezig is. In het noorden bevindt het maaiveld zich op ca. 43 meter boven N.A.P. terwijl dit in het zuiden ca. 16 meter boven N.A.P. is. Het grondwater bevindt zich ongeveer tussen de 17 en 10 meter boven N.A.P. Vanwege de stuwwal, is het mogelijk dat er in de ondergrond gestuwde leemschotten aanwezig zijn. Door deze waterstorende lagen kan de grondwaterstand lokaal afwijken van de verwachtte grondwaterstand.
Het westen van het plangebied, valt onder de beekbeschermingzone van de Sint Jansbeek. Omdat deze beek door ondergrondse leemlagen in deze zone gevoed wordt, mogen de lagen niet worden beschadigd. De zone wordt beschermd met de bestemming Waarde - Geomorfologie (zie artikel 19 van de regels). Hierin is geregeld dat een omgevingsvergunning nodig is voor ingrepen in de ondergrond dieper dan 2 meter onder maaiveld.
Afvalwatersysteem
Het gebied heeft een gemengd rioolstelsel. Alleen in de Rappardstraat ligt een apart hemelwaterriool.
Het gebied maakt deel uit van het bemalingsgebied van het Rijngemaal. Het afvalwater stroomt onder vrij verval naar het Rijngemaal waarna het water wordt verpompt naar de afvalwaterzuiveringsinstallatie in Duiven.
In het plangebied zijn een aantal grote rioolstrengen aanwezig. Deze zijn op de waterattentiekaart ingetekend. Bij ontwikkelingen zoals nieuwbouw, mag het hemelwater niet worden aangesloten op het riool. Het water moet in principe op eigen terrein verwerkt worden.
Afbeelding 4.1 Waterattentiekaart