direct naar inhoud van Artikel 17 Waarde – Cultuurhistorie (dubbelbestemming)
Plan: Geitenkamp en omgeving
Status: onherroepelijk
Plantype: ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
IMRO-idn: NL.IMRO.0202.710-0501

Artikel 17 Waarde – Cultuurhistorie (dubbelbestemming)

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Waarde-Cultuurhistorie" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud, het herstel en de versterking van de op deze gronden voorkomende architectonische, stedenbouwkundige en groene kwaliteiten, zoals aangegeven op de als bijlage 1 bij deze voorschriften opgenomen Cultuurhistorische waardenkaart.

17.2 Bouwvoorschriften

op de in lid 1 bedoelde gronden gelden voor het bouwen van bouwwerken, en het inrichten van de openbare ruimte naast de daarvoor in deze voorschriften genoemde andere regels, de volgende bepalingen:

  • 1. Indien ingetekend op de cultuurhistorische waardenkaart mogen kappen slechts gebouwd worden volgens de aangegeven kapvorm en kaprichting;
  • 2. voorzover gelegen binnen een symmetriegebied zoals aangegeven op de cultuurhistorische waardenkaart zijn bouwwerken slechts toegestaan indien de symmetrie in hoofdlijnen in stand blijft;
  • 3. voor gebouwen geldt een voorgeschreven aantal bouwlagen zoals weergegeven op de cultuurhistorische waardenkaart.

Bij strijdigheid tussen deze bepalingen en de in de aanhef van dit lid genoemde bouwwerken hebben de bepalingen onder 1 en 2 voorrang.

17.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van de instandhouding en versterking van de stedenbouwkundige kwaliteit en cultuurhistorische waarden nadere eisen stellen aan:

  • a. de situering, de afmetingen, de vormgeving, de kaprichting, de kaphelling en de kapvorm van hoofd- en bijgebouwen;
  • b. de situering en afmetingen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde zoals erfafscheidingen;
  • c. de gevelindeling van hoofdgebouwen;
17.4 Aanlegvergunning

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. Het rooien van hagen voorzover deze zijn aangeduid op de cultuurhistorische waardenkaart;
  • b. Het kappen van bomen voorzover deze zijn gelegen binnen een laanstructuur en aangeduid op de cultuurhistorische waardenkaart;
  • c. Het verharden van de onbebouwbare zone, voorzover gelegen tussen de naar de openbare weg gekeerde bouwgrens en de openbare weg zelf, tenzij deze zone in verharde staat deel uitmaakt van het architectonisch concept en/of gebruikt wordt als oprit naar een carport of garage met dien verstande dat de oprit een maximumbreedte heeft van 3,5 meter;
  • d. Het aanbrengen van veranderingen in de oppervlaktestructuur, zoals het egaliseren, ophogen of afgraven van gronden binnen de onbebouwbare zone, voorzover gelegen tussen de naar de openbare weg gekeerde bouwgrens en de openbare weg zelf.
17.5 Uitzonderingen aanlegvergunningsplicht

De in lid 17.4 vervatte verboden gelden niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden:

die van geringe omvang zijn, dan wel het normale onderhoud en beheer betreffen;

welke op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt, in uitvoering zijn.

17.6 Toelaatbaarheid werken en werkzaamheden

Werken of werkzaamheden als bedoeld in dit lid 17.4 zijn slechts toegestaan indien door de uitvoering geen nevenredig afbreuk wordt gedaan aan de volgende waarden:

- bestaande eenheid in beplanting van wegen

- bestaande eenheid in groene erfafscheiding

- bestaande terrasgewijze af taludvormige opbouw van tuinen