direct naar inhoud van Artikel 18 Waarde – Landschappelijk (dubbelbestemming)
Plan: Geitenkamp en omgeving
Status: onherroepelijk
Plantype: ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
IMRO-idn: NL.IMRO.0202.710-0501

Artikel 18 Waarde – Landschappelijk (dubbelbestemming)

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Waarde-landschappelijk" aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud, het herstel en de versterking van de op deze gronden voorkomende dan wel daaraan eigen landschappelijke waarden.

18.2 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen ten aanzien van de situering van bouwwerken die mogen worden gebouwd op grond van de andere bestemming(en) nadere eisen stellen ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de aanwezige landschappelijke waarden.

18.3 Verboden gebruik

Onder gebruik van de gronden en opstallen in strijd met de bestemming wordt in elk geval begrepen:

  • a. het aanbrengen van afbeeldingen of tekens voor commerciële doeleinden;
  • b. het aanbrengen van recreatievoorzieningen, dan wel als standplaats voor onderkomens en stacaravans of voor enige andere vorm van kamperen;
  • c. het opslaan, lozen c.q. storten, al dan niet ten verkoop van onbruikbare dan wel aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, materialen, stoffen, producten, voer- of vaartuigen of machines;
  • d. gebruik van de gronden ten behoeve van parkeerdoeleinden;
  • e. voor het racen en crossen met motorvoertuigen en bromfietsen.

De in dit lid onder a. genoemde gebruiksvormen zijn niet verboden, indien en voor zover deze onlosmakelijk zijn verbonden met werken of werkzaamheden, waarvoor een aanlegvergunning is verleend.

18.4 Aanlegvergunning

1. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het vellen, rooien of beschadigen van houtgewassen;
  • b. het aanbrengen beplantingen;
  • c. het aanbrengen van leidingen, constructies, installaties of apparatuur;
  • d. het afgraven of verlagen van de bodem;
  • e. het ophogen, egaliseren of ontginnen van de bodem, waaronder tevens wordt verstaan het het aanleggen van wegen t.b.v. bestemmingsverkeer;
  • f. het gebruik van groeistoffen, stoorstoffen of kunstmest;
  • g. het verbreden of verharden van voetpaden, rijwielpaden, ontsluitingswegen en parkeerplaatsen;
  • h. het aanbrengen van recreatievoorzieningen;
  • i. het graven, dichten, verdiepen of verbreden van sloten, greppels, beken en andere waterpartijen;
  • j. aanleggen van reservoirs;
  • k. grootschalig verwijderen van bosstrooisel of mos;
  • l. aanbrengen van rasters

18.5 Uitzonderingen aanlegvergunningplicht

De in art. 18.4 vervatte verboden gelden niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden:

die van geringe omvang zijn, dan wel het normale onderhoud en beheer betreffen;

welke op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt, in uitvoering zijn.

18.6 Toelaatbaarheid werken en werkzaamheden

Werken of werkzaamheden als bedoeld in art 18.4 zijn slechts toelaatbaar, indien:

deze verband houden met de doeleinden, die aan de desbetreffende bestemmingen zijn toegekend en

hierdoor dan wel door daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de landschappelijke waarden en kwaliteiten van de gronden onevenredig worden of kunnen worden verkleind.