direct naar inhoud van 4.2 Waterhuishouding
Plan: Bestemmingsplan Molen-allee 7 en 9 Loenen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1079-onh1

4.2 Waterhuishouding

4.2.1 Algemeen

Molen-allee 7-9 te Loenen ligt buiten bestaand stedelijk gebied. Het plangebied is circa 3.85 hectare groot. Binnen het plangebied worden 7 woningen gebouwd waardoor voor een deel van het gebied de bestemming moet wijzigen. Het plangebied bevindt zich binnen de Keurzone van de Loenense Beek. Voor werkzaamheden/wijzigingen binnen de Keurzone moet een Keurvergunning aangevraagd worden bij Waterschap Veluwe (afdeling Regulering). Het plangebied bevindt zich niet binnen de zoekgebieden voor waterberging die de provincie Gelderland in het streekplan heeft aangegeven.

4.2.2 Grondwater

Het gebied ligt ten westen van het Apeldoorn Kanaal en daarmee in de in het streekplan vastgelegde grondwaterfluctuatiezone. Als gevolg van klimaatveranderingen kunnen de grondwaterstanden mogelijk stijgen met maximaal 10 cm.

De grondwaterstand in en om het plangebied is niet bekend. Het plangebied dient grondwaterneutraal ontwikkeld te worden. Indien er onvoldoende ontwatering is dient het bouwpeil hierop te worden aangepast (ophogen) of kan kruipruimteloos worden gebouwd. Er is in en om het plangebied geen grondwateroverlast bekend.

4.2.3 oppervlaktewater en waterafhankelijke natuur

Een groot deel van het plangebied is (en blijft) agrarisch grasland en wordt via enkele slootjes ontwatert. Direct ten zuiden van het plangebied ligt de Loenense Beek welke door Provincie Gelderland is aangewezen als HEN-water. In de zone langs deze beek wordt het huidige grasland ontwikkeld tot natte natuur (bos). In totaal wordt ca. 0.8ha natte natuur ontwikkeld.

Afvloeiend hemelwater zal indirect afstromen naar de Loenense Beek. Door gebruik te maken van duurzame niet uitlogende materialen en voldoende berging te creëren zal deze indirecte lozing voor de beek geen nadelige gevolgen hebben.

4.2.4 Afvoer van hemelwater

Het gemeentelijk beleid is er op gericht om bij nieuwe stedelijke ontwikkelingen de afvoer van hemelwater niet op de riolering aan te sluiten. In de Bouwverordening is bepaald dat het hemelwater dat afkomstig is van daken en verhardingen in principe in de bodem moet worden geïnfiltreerd door middel van een infiltratievoorziening van voldoende capaciteit op eigen terrein. Omdat het plangebied in het buitengebied ligt is het hoe dan ook verboden hemelwater op de riolering af te voeren.

Voor afvoer van hemelwater van de nieuwe bebouwing worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  • Al het hemelwater afkomstig van daken en terreinverhardingen wordt geïnfiltreerd in de bodem of geborgen op het terrein, bijvoorbeeld door toepassing van infiltatiegreppels of wadi's, ondergrondse infiltatievoorzieningen, waterdoorlatende verhardingen of vijvers.
  • Voor hemelwater afkomstig van afvoerende verharde oppervlakken dient een hemelwatervoorziening ter grootte van minimaal 36 mm per afvoerende m2 verharding aangelegd te worden.

Voor de nieuwbouw mag géén gebruik worden gemaakt van uitlogende materialen die het hemelwater kunnen verontreinigen (DAF-prestaties). Voorbeelden zijn zink en koper.

4.2.5 Afvoer van afvalwater

De nieuwe gebouwen dienen te worden voorzien van gescheiden afvoeren voor vuil- en hemelwater, zoals op grond van het Bouwbesluit verplicht is. De vuilwaterafvoer van de bebouwing wordt aangesloten op het gemeentelijke vuilwaterriool. Het bestaande rioolstelsel heeft voldoende capaciteit voor de extra vuilwaterafvoer van de nieuwbouw.

4.2.6 Watertoets

Het concept- ontwerp van dit plan is in het kader van de watertoets besproken met Waterschap Veluwe. Opmerkingen van Waterschap Veluwe zijn in bovenstaande waterparagraaf verwoord.

Transportleiding Waterschap Veluwe

In het zuiden van het plangebied, op de locatie waar natte natuur is gepland, ligt een riooltransportleiding van Waterschap Veluwe. De initiatiefnemer dient de verdere inrichting van het gebied omtrent dit aspect met het Waterschap Veluwe af te stemmen.