Plan: | Loenen en Veldhuizen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0200.bp1067-vas2 |
Ligging in het landschap
De landschappelijke ligging van Loenen is uniek ten opzichte van de andere dorpen die op de helling van de Veluwse stuwwal liggen. Waar veel andere kernen, zoals Eerbeek en Dieren, zijn vastgegroeid aan de bossen van de Veluwe, zijn de oude enken (akkercomplexen) tussen de kernen Loenen en Zilven en het bosgebied grotendeels vrij gebleven van bebouwing en beplanting. Hierdoor is de ruimtelijke beleving van dit gebied groot: glooiende akkers met verspreid enkele gebouwen en groenelementen bepalen het beeld, met vergezichten naar de bossen en omsloten heidegebieden van de Loenermark.
In tegenstelling tot het enkenlandschap ten westen van de kern, wordt het beeld aan de oostzijde van Loenen bepaald door de rechte wegen en sloten van het ontginningslandschap (de oude hooilanden). Het Apeldoorns Kanaal wordt begeleid door beeldbepalende opgaande beplanting en vormt daardoor een sterke lijn in het landschap. De verkaveling in het gebied tot het kanaal is zeer onregelmatig en divers, waarbij enkele stukjes een duidelijke perceelsgeleding hebben.
Een derde landschapstype wordt gevormd door het coulissenlandschap ten noorden en noordoosten van Loenen, waar het gebied rond kasteel Ter Horst deel van uitmaakt. De landbouwgronden in dit gebied worden omgeven door bomenrijen en erfbeplanting, waardoor een kleinschalig landschap is ontstaan dat wordt gekenmerkt door een afwisseling in openheid en geslotenheid. De bospercelen en statige bomenlanen rond kasteel Ter Horst vormen, in combinatie met het kasteelgebouw, een beeldbepalend element in de omgeving van Loenen.
Relatie kern en landschap
In het westelijk deel van Loenen is nog sprake van een directe relatie tussen de historische hoofdwegenstructuur (Beekbergerweg) en het enkenlandschap. In het zuidwestelijke en het noordelijke deel van Loenen en in de buurtschap Zilven grenzen de woonpercelen over het algemeen met de achterzijde aan het open landschap. Daarnaast is op een aantal locaties opgaand groen aanwezig, waardoor sprake is van een zachte, typisch dorpse overgang naar het buitengebied. Door de open bebouwingsstructuur langs het Hameinde en in de buurtschap Zilven, in combinatie met de rafelige randen van het gebied, dringen de akkercomplexen hier nog relatief ver door in het bebouwd gebied. Met name in de buurtschap Zilven is de relatie tussen dorp en landschap goed beleefbaar, vanwege de ruime kavels en de doorzichten die tussen de verspreid staande bebouwing aanwezig zijn.
In tegenstelling tot de rafelige, relatief zachte grenzen aan de noord-, west- en zuidzijde van Loenen en Zilven, vormt het noordelijk deel van de Horstweg een hardere grens tussen het open ontginningslandschap en de kern. De woningen aan de Horstweg zijn op dat deel met de voorzijde gericht op het landschap en de weg wordt begeleid door forse opgaande beplanting. Het zuidelijk deel van de Horstweg is aan twee zijden bebouwd en daar vormen de oostelijke achtertuinen toch weer een relatief zachte rand.
Bebouwingsstructuur Loenen
De bebouwing in het dorp Loenen bestond tot aan de Tweede Wereldoorlog uit lintbebouwing aan de Beekbergerweg, de Eerbeekseweg en de Hoofdweg. Deze bebouwing is in de loop der jaren verdicht, waarbij naast woningen ook diverse bedrijfjes en (winkel)voorzieningen werden gerealiseerd. In de huidige ruimtelijke structuur van Loenen is de oorspronkelijke hoofdstructuur van de kern nog duidelijk herkenbaar. De historische linten Beekbergerweg, Eerbeekseweg en Hoofdweg vormen de ruimtelijke dragers van het bebouwd gebied van Loenen en hebben daarnaast een belangrijke verkeersfunctie. Doordat de bebouwing langs de linten in de loop der jaren is verdicht, is een divers bebouwingsbeeld ontstaan, waarbij panden met verschillende architectuur en uitstraling naast elkaar voorkomen. Naast de drie belangrijkste bebouwingslinten vormt een aantal andere wegen (waaronder de Reuweg, de Horstweg, de Molenallee, de Slatsdijk en de wegen in de buurtschap Zilven) een aanvulling op de historische dorpsstructuur.
Een typisch dorpshart, waar in veel dorpen sprake van is, ontbreekt in Loenen. Doordat uitbreiding van het oorspronkelijke lintdorp met name in oostelijke richting heeft plaatsgevonden, is de oorspronkelijke brink (die zich bevond nabij de kruising van de Beekbergerweg en de Eerbeekseweg) aan de westzijde van het dorp komen te liggen. De Beekbergerweg vormt in de huidige situatie de westgrens van het dorp, waardoor nog sprake is van een directe relatie tussen het dorpslint en het enkenlandschap ten westen van Loenen.
Vanaf de jaren '50 van de 20e eeuw werd Loenen planmatig uitgebreid, in eerste instantie in de vorm van enkele woonbuurten met sociale woningbouw aan de oostzijde van de route Beekbergerweg - Eerbeekseweg. De realisering van deze sociale woningbouw hangt samen met de vroeg industriële ontwikkeling van Loenen, waardoor in het dorp sprake is van een relatief groot aandeel sociale woningen. Het binnengebied dat omsloten wordt door de Eerbeekseweg, de Hoofdweg en Horstweg is in de jaren '50 en '60 van de 20e eeuw ingevuld met woningen. De rationele, rechthoekige verkavelingsstructuur van dit deel van het dorp wijkt af van de organische structuur van de oorspronkelijke dorpslinten.
In de periode na de jaren '60 van de vorige eeuw hebben verschillende planmatige uitbreidingen plaatsgevonden, zowel ten noorden, ten oosten als ten zuiden van het bestaand bebouwd gebied. De verschillende planmatige uitbreidingen zijn van elkaar te onderscheiden doordat de stedenbouwkundige ontwerpuitgangspunten uit de verschillende perioden duidelijk herkenbaar zijn. Door de planmatige opzet van de woonbuurten is binnen de wijken sprake van een eenvormiger bebouwingsbeeld dan langs de historische dorpslinten. Naast planmatige uitbreidingen hebben in de loop van de tijd ook ontwikkelingen plaatsgevonden op verschillende inbreidingslocaties. Het betreft met name de opvulling van open locaties en de invulling van locaties die vrij zijn gekomen na vertrek van niet-woonfuncties. Door deze ontwikkeling zijn de dorpslinten steeds verder verdicht. Ten zuidoosten van Loenen, buiten het plangebied van voorliggend bestemmingsplan, ligt camping 'De Marshoeve'.
De oudste bebouwing van Loenen, waaronder de N.H. kerk en hotel 'Den Eikeboom', bevindt zich aan de kruising van de Beekbergerweg en de Eerbeekseweg, in het hoogst gelegen deel van het dorp. Op de plek van de vroegere brink bevindt zich momenteel het gelijknamige verenigingsgebouw. De oudere bebouwing in Loenen bestaat grotendeels uit vrijstaande woningen en voormalige boerderijen. In de meer recente uitbreidingslocaties bevinden zich daarnaast ook halfvrijstaande en aaneengebouwde woningen. Omdat deze woonbuurten achter de historische linten liggen, zijn ze vanaf de hoofdwegen nauwelijks ervaarbaar. De bebouwing in Loenen bestaat overwegend uit laagbouw: woningen van één à twee bouwlagen met kap. Op enkele locaties bevinden zich gestapelde woningen. Aan de historische linten komen daarnaast een aantal panden voor die een grotere bouwmassa hebben. Het betreft met name (agrarische) bedrijven. Aan de Eerbeekseweg is een aantal winkels gevestigd. De bebouwing van de meeste winkels heeft eenzelfde verschijningsvorm als de woningen. De supermarkt vormt hierop een uitzondering en heeft een grotere, rechthoekige bouwmassa.
Verenigingsgebouw 'De Brink' | 'Den Eikeboom' |
Woningen (links) en winkels (rechts) langs de Eerbeekseweg |
|
Horstweg | Woningen aan De Kempe |
Uitbreiding jaren 1950-1960: sociale woningbouw |
Groenstructuur
In Loenen is relatief weinig openbaar groen aanwezig tussen de bebouwing. De woningen staan echter veelal op ruime, groen ingerichte kavels, waardoor het dorp toch een groene uitstraling heeft. Daarnaast is het landschap rondom Loenen vanuit de kern goed beleefbaar, dankzij de beperkte grootte van het dorp en de aanwezige doorzichten. De opbouw van de groenstructuur in Loenen is verre van eenduidig, met name omdat een duidelijke hiërarchie ontbreekt. Dit wordt onder andere veroorzaakt door het ontbreken van lijnvormige groenstructuren binnen de dorpskern en de beperkte aanwezigheid van groene plekken. Doordat de ruimtelijke opbouw van Loenen uiteenvalt in bebouwing langs de historische linten en verschillende woonbuurten is geen sprake van één overkoepelende groenstructuur. Herkenbare groene elementen in de kern zijn het hertenweitje aan de Beekbergerweg en het speelveld bij de school.