Plan: | Buitengebied Het Woud |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0200.bp1052-vas1 |
De bescherming van de rijks- en de gemeentelijke monumenten is afdoende geregeld in het kader van respectievelijk de Monumentenwet 1988 en de gemeentelijke monumentenverordening. Het bestemmingsplan bevat hier geen regels voor.
Op 1 september 2007 is de Wet op de Archeologische Monumentenzorg in werking getreden. Hiermee worden de uitgangspunten van het verdrag van Malta binnen de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd. De wet regelt de bescherming van archeologisch erfgoed in de bodem, de inpassing ervan in de ruimtelijke ontwikkeling en de financiering van opgravingen. Het is verplicht om in het proces van ruimtelijke ordening tijdig rekening te houden met de mogelijke aanwezigheid van archeologische waarden.
In de bestemmingsplanregels is conform de nieuwe Wet op de Archeologische Monumentenzorg een regeling voor de omgang met archeologische waarden opgenomen. Deze regeling sluit aan op de Apeldoornse standaardregels.
De bescherming van de rijks- en de gemeentelijke monumenten is afdoende geregeld in het kader van respectievelijk de Monumentenwet 1988 en de gemeentelijke monumentenverordening. Het bestemmingsplan bevat hier geen regels voor. Wel zijn de bestaande monumentale woningen 'strak omkaderd' door hier middels maatwerk een bouwvlak en bouwhoogtes aan toe te kennen, waarbuiten uitbreiding niet mogelijk is. Aan de achterzijde wordt, waar mogelijk, wel enige uitbreidingsruimte geboden.
Karakteristieke objecten hebben geen monumentenstatus, maar zijn door hun cultuurhistorische en ruimtelijke waarde van groot belang voor het karakteristieke beeld van hun omgeving. Die waarden komen onder andere tot uitdrukking in de gebiedseigen typologie, markante ligging, bijdragen aan het typische beeld en/of de bijzondere vorm en functie. Deze karakteristieke objecten hebben in het bestemmingsplan een aanduiding gekregen met daaraan gekoppeld een sloopvergunningstelsel, waarin is bepaald dat de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden moeten worden meegewogen in het besluit tot het al dan niet verlenen van de sloopvergunning. Daarnaast is de aanduiding van bouwvlak en bouwhoogte op de verbeelding op de bestaande situatie afgestemd. Aan de achterzijde wordt, waar mogelijk, wel enige uitbreidingsruimte geboden.
In bijlage 2 Cultuurhistorische waardering karakteristieke bebouwing en 3 Kaart cultuurhistorisch waardevolle bebouwing is opgenomen welke panden als cultuurhistorisch waardevol zijn aangeduid. Zie ook de adreslijst in paragraaf 3.4.2.2.
De in paragraaf 3.4.2 genoemde waarden zijn vertaald in diverse gebiedsaanduidingen zoals kleinschaligheid, open landschap cultuurhistorisch gebied en de dubbelbestemmingen als Waarde - Beken en sprengen (zie paragraaf 5.4).