Plan: | Buitengebied Het Woud |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0200.bp1052-vas1 |
De bestaande bos- en natuurgebieden hebben de bestemming “Natuur” gekregen. Deze bestemming is onder meer opgenomen voor de bos- en natuurgebieden die in eigendom en beheer zijn van natuurbeherende organisaties, zoals Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten. Het ruimtelijk beleid is gericht op de instandhouding en de ontwikkeling van de natuurwaarden.
De bestaande landschapselementen (zoals houtwallen en –singels, bosschages, randbeplanting) worden bestemd als “Groen - landschapselement”. De kleinere elementen zijn medebestemd binnen de agrarische bestemming.
Binnen de bestemming 'Agrarisch' worden door middel van specifieke aanduidingen de landschappelijke waarden vastgelegd, waaronder de openheid.
In die situaties dat er binnen de bestemming 'Agrarisch' ook plaatselijke, locatiespecifieke landschapswaarden voorkomen, wordt dit specifiek aangegeven. Het gaat om waarden buiten de bouwvlakken. Zoals:
Ter bescherming van de natuur- en landschapswaarden zal een aantal werken en werkzaamheden (buiten het bouwvlak) eerst moeten worden getoetst op hun effect op de natuur- en landschapswaarden. Door een omgevingsvergunning te eisen heeft de gemeente een dergelijk toetsingsmoment. Deze werkzaamheden zijn dus niet bij voorbaat strijdig met de natuur- en landschapswaarden. Wanneer de werkzaamheden geen blijvende, wezenlijke invloed hebben op de natuur- en landschapswaarden, zal een omgevingsvergunning worden verleend.
Een omgevingsvergunning hoeft niet te worden aangevraagd wanneer er sprake is van een normaal onderhoud of beheer. Onder normale onderhoudswerkzaamheden worden werkzaamheden verstaan die periodiek moeten worden uitgevoerd ter instandhouding van de binnen een gebied aanwezige functies en waarden, zoals deze blijken uit de opgenomen bestemming.
De gemeente streeft naar een verdere versterking van de natuurwaarden en wil in het bestemmingsplan hiervoor de nodige ontwikkelingsruimte opnemen. In de regels van het bestemmingsplan zal de volgende mogelijkheid worden opgenomen:
Realisatie van ecologische verbindingszones kan ook plaatsvinden door middel van het nemen van specifieke beheermaatregelen op agrarische gronden. De agrarische gronden worden zo beter geschikt als verspreidingsroute voor planten en dieren. Hiervoor hoeft echter geen regeling in het bestemmingsplan te worden opgenomen, zolang het hoofdgebruik agrarisch (A) blijft. Agrarische gronden worden in de bestemmingsomschrijving mede bestemd voor agrarisch natuurbeheer.
Bij de voorbereidingen van de bestemmingsplannen is sprake van de m.e.r.-plicht. Deze plicht geldt voor wettelijk of bestuursrechtelijk verplichte plannen (zoals bestemmingsplannen) waarvoor een passende beoordeling nodig is op grond van de Natuurbeschermingswet.
Op basis van de Natuurbeschermingswet wordt het Natura 2000-gebied 'De Veluwe' beschermd. Wanneer een ingreep gepland is in of nabij een Natura 2000-gebied, dient voor de ingreep onderzocht te zijn of er een significant effect wordt verwacht op de gestelde doelen. Wanneer een dergelijk effect, als gevolg van de ingreep, niet uitgesloten kan worden, dient een vergunning aangevraagd te worden bij de provincie. Het bestemmingsplan kan een dergelijke ingreep/ontwikkeling mogelijk maken.
In paragraaf 6.4 wordt hier nader op ingegaan.
Nieuwe landgoederen zijn een vorm van een “win-win” situatie in het landelijk gebied. Aan de ene kant kunnen natuur en landschap erbij gebaat zijn dat er op een bepaalde locatie (openbaar toegankelijke) nieuwe natuur wordt gecreëerd, aan de andere kant ontstaat de mogelijkheid om in het buitengebied woonbebouwing van allure op te richten. De gemeente is dan ook een voorstander van nieuwe landgoederen, mist er sprake is van voldoende verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. Deze 'ruimtelijke kwaliteit' is onder andere afhankelijk van:
Gelet op de vele (kwalitatieve) randvoorwaarden die aan een nieuw landgoed worden gesteld, is het geen eenvoudige opgave om dit in de bestemmingsplanregels te vatten. Of een nieuw landgoed mag worden opgericht is van tal van factoren afhankelijk, onder meer de aard, ligging, inrichting en inpassing in de omgeving. Dit dient via maatwerk te worden bepaald, waarop een wijzigingsbevoegdheid niet voldoende is toegesneden. Nieuwe landgoederen zijn daarom niet via het bestemmingsplan geregeld, ook omdat de realisatie van nieuwe landgoederen binnen de planperiode niet regelmatig zal voorkomen. Wanneer er een aanvraag komt voor een nieuw landgoed, en deze voldoet aan de gemeentelijke kwaliteits- en kwantiteitseisen, dan kan dit via een aparte planologische procedure ruimtelijk worden ingepast.