direct naar inhoud van Artikel 7 Natuur
Plan: Buitengebied Het Woud
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1052-vas1

Artikel 7 Natuur

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bos en natuurgebied;
  • b. bosbouw en houtproductie;
  • c. extensief grondgebonden agrarisch medegebruik;
  • d. hoogzitten ten behoeve van faunabeheer;
  • e. recreatief medegebruik in de vorm van paardrijden, wandelen en fietsen;
  • f. uitkijktoren, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - uitkijktoren';
  • g. parkeerterrein, ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein';
  • h. nutsvoorzieningen;
  • i. bestaande wegen, fiets- en voetpaden;
  • j. voor zover aangeduid gelden tevens de regels voor gebiedsaanduidingen van hoofdstuk 3;

met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde en voorzieningen.

7.2 Bouwregels

Naast de algemene bouwregels van artikel 20 en de regels voor gebiedsaanduidingen van hoofdstuk 3 gelden de specifieke regels van het navolgende bebouwingsschema.

Bebouwing   Maximale oppervlakt e /inhoud   Maximale goothoogte    Maximale bouwhoogte   Bijzondere regels  
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde       2 m   - de bouwhoogte van een hoogzit mag ten hoogste 5 m bedragen  
Bouwwerken t.b.v.
- beheeractiviteiten en natuureducatie
- ecoducten
-uitkijktoren, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - uitkijktoren'  
bestaand     bestaand    
7.3 Specifieke gebruiksregels

Naast de algemene gebruiksregels van artikel 21 en de regels voor gebiedsaanduidingen van hoofdstuk 3 gelden de volgende specifieke regels.

7.3.1 Extensief grondgebonden agrarisch gebruik

Extensief grondgebonden agrarisch gebruik is uitsluitend toegestaan voor zover dit ten dienste staat van het natuurbeheer.

7.4 Afwijken van de gebruiksregels
7.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het in lid 7.3 bepaalde teneinde fietspaden op een afstand tot ten hoogste 25 m uit de kant van de rijbaan aan te leggen, mits dat noodzakelijk is in verband met de ruimtelijke inrichting van de gronden.

7.4.2 Voorwaarden voor afwijken

Afwijken als bedoeld in dit lid is alleen mogelijk voor zover de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied en het in het plan beoogde stedenbouwkundige en landschappelijke beeld niet onevenredig worden aangetast

7.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

De in artikel 36 opgenomen regels voor omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden zijn van toepassing.