direct naar inhoud van 5.2 Waterhuishouding
Plan: Bestemmingsplan Zuidwestpoort: uitbreiding bedrijventerrein - herinrichting bosgebied
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1034-onh1

5.2 Waterhuishouding

Algemeen

De planlocatie is gelegen westelijk van de Ugchelseweg en direct ten zuiden van het aan de Laan van Westenenk (ter hoogte van nummer 90) gelegen bedrijventerrein Ugchelen.

De uitbreiding van het bedrijventerrein vindt plaats in de zone waarin ook de Eendrachtspreng wordt hersteld. Eén en ander is beschreven in de visie op de Eendrachtspreng, een doorontwikkeling van het Apeldoorns Waterplan.

Grondwater

Uit beschikbare peilbuisgegevens blijkt dat de gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG) op ca. 1.5 m-maaiveld ligt. De gemiddelde grondwaterstand ligt op ca. 2.2 m-maaiveld.

Bovenstaande grondwaterstanden zijn indicatief en afkomstig van een peilbuizen gelegen buiten het plangebied. De ontwikkelaar is verantwoordelijk voor het uitvoeren van een gedegen en op de projectlocatie toegespitst geohydrologisch ondezoek.

Provincie Gelderland heeft een kaart met grondwaterfluctuatiezones opgesteld. Hieruit blijkt dat op de planlocatie als gevolg van klimaatveranderingen de grondwaterstanden meer dan 50 cm kunnen stijgen.

Ook mag verwacht worden dat de ontwikkelingen rondom de Eendrachtspreng (herstellen van de sprengkoppen, anders omgaan met grondwateronttrekkingen) van invloed zal zijn op de omliggende grondwaterstanden.

Bij de aanleg moet rekening gehouden worden met deze ontwikkelingen zodat grondwateroverlast in de toekomst kan worden voorkomen.

Eventuele kelders onder grondwaterniveau dienen waterdicht te worden uitgevoerd. Eventuele tijdelijke grondwaterstandsverlagende maatregelen tijdens de bouw dienen afgestemd te worden met de gemeente en de provincie. De provincie is het bevoegd gezag voor het verlenen van onttrekkingsvergunningen in het kader van de Grondwaterwet.

De grondwaterstanden vormen vooralsnog geen beperking voor de bouwplannen.

Oppervlaktewater

Binnen het plangebied is op dit moment geen oppervlaktewater aanwezig. Plan is echter om de Eendrachtspreng te herstellen. De Eendrachtspreng is dan wel niet als zogenaamd kwaliteitswater (HEN- of SED-water) benoemd, maar vanwege de bestaande ecologische waarden liggen de ambities hoog.

Riolering

Ten oosten van het plangebied (in de Ugchelseweg) is een gemeentelijk hoofdriool gelegen. De riolering is onderdeel van het gemengde stelsel. De diameter van de bestaande riolering bedraagt 600 mm. Het is onbekend hoe de huidige bebouwing ten noorden van het plangebied hierop afvoert.

Het huishoudelijk afvalwater kan op deze riolering worden afgevoerd. (wellicht via de terreinriolering van de bestaande bebouwing)

De afvoer van overtollig regenwater naar het rioolstelsel is niet toegestaan.

Hemelwater

Traditioneel wordt in het bestaand stedelijk gebied het hemelwater afkomstig van verhard oppervlak afgevoerd naar het gemengd gemeentelijk rioolstelsel. Vervolgens wordt het gezamenlijk met het (huishoudelijk) afvalwater naar de rioolwaterzuiveringsinrichting getransporteerd. Sinds de introductie van het vernieuwde waterbeleid hanteert de gemeente Apeldoorn bij nieuwbouwplannen en herstructureringsprojecten het beleid dat er geen hemelwater op de bestaande gemengde riolering mag worden aangesloten. Voor dit project worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:

- Al het hemelwater afkomstig van daken en terreinverhardingen (zoals parkeerplaatsen en pleinen) en straten wordt geïnfiltreerd in de bodem, bijvoorbeeld door toepassing van infiltatiegreppels of wadi's, ondergrondse infiltatievoorzieningen of waterdoorlatende verhardingen.

- Voor hemelwater afkomstig van afvoerende verharde oppervlakken dient een infiltratievoorziening ter grootte van minimaal 20 mm per afvoerende m2 verharding aangelegd te worden.

Voor grotere buien zal óf een aanvullende berging binnen het plangebied gerealiseerd dienen te worden of zullen locaties aangewezen worden die bij hevige neerslag onder kunnen lopen. In totaal dient er 36 mm berging gerealiseerd te worden (inclusief infiltratievoorzieningen). Voor deze berging kan misschien ook aansluiting worden gevonden bij de herontwikkeling van de beekzone.

Door het voorkomen van de toepassing van uitlogende bouwmaterialen (DuBo) wordt voorkomen dat het te infiltreren hemelwater het grond- en/of oppervlaktewater verontreinigt.