Artikel 37 wro-zone - wijzigingsgebied 2
Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 2' de bestemmingen 'Wonen', 'Verkeer - Erftoegangsweg' en 'Groen' wijzigen in bestemmingen ten behoeve van wonen, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen en erftoegangswegen met bijbehorende voorzieningen indien het gebruik van deze gronden ten behoeve van afwijkend gebruik geheel of gedeeltelijk wordt beƫindigd, mits:
-
a. de geluidsbelasting van geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een verkregen hogere grenswaarde;
-
b. de volgende wijzigingsregels in acht worden genomen:
-
1. op deze gronden mogen woningbouw met de daarbij behorende voorzieningen worden gerealiseerd in verband met het streven de woonfunctie in het plangebied te versterken;
-
2. de bestaande Coetsstraat kan een functie gaan vervullen als erftoegangsweg tussen de Van Ittersumstraat en de Van der Laenstraat;
-
3. er wordt een groen- en speelvoorziening gerealiseerd die minimaal de omvang van de bestaande groen- en speelvoorziening heeft, in verband met het huidige tekort aan groen- en speelvoorzieningen;
-
4. er wordt een parkeervoorziening gerealiseerd die minimaal de omvang van de huidige parkeervoorziening heeft, ter voorziening in de parkeerbehoefte van de buurt;
-
5. de hoofdgebouwen aan de Van der Laenstraat en de Enkstraat mogen uitsluitend worden opgericht in de op bijlage 4.1 wro-zone - wijzigingsgebied 2 aangegeven bebouwingsgrens, gelegen aan de wegzijde;
-
6. de oppervlakte van de hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan het op bijlage 4.1 wro-zone -
wijzigingsgebied 2 aangegeven bebouwingspercentage;
-
7. de goothoogte en de bouwhoogte van de hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan op bijlage 4.1 wro-zone - wijzigingsgebied 2 aangegeven;
-
c. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
-
1. het stedenbouwkundig beeld;
-
2. de woonsituatie;
-
3. de verkeersveiligheid;
-
4. de parkeergelegenheid;
-
5. de sociale veiligheid;
-
6. de milieusituatie;
-
7. de groenstructuur;
-
8. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.