Plan: | Wierden-dorp |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0189.BP2009000005-VA02 |
Uit diverse (verkennende) bodemonderzoeken is gebleken dat de bodem in het plangebied niet geheel schoon is. Dit is te verklaren uit het feit dat het gebied voor een groot deel al langere tijd intensief is gebruikt voor onder andere wonen en/of bedrijvigheid. Binnen het plangebied komen een aantal gevallen van bodemverontreiniging voor.
Dikkensweg 24
Aan de Dikkensweg 24 is een verontreiniging met vluchtige gechloreerde koolwaterstoffen en minerale olie aanwezig, die inmiddels is gesaneerd. De ernstige grondwaterverontreiniging is nog onder de aandacht, mede vanwege het mogelijke risico op verspreiding richting grondwaterbeschermingsgebied. Er is een drainagesysteem aan-gebracht in de openbare ruimte aan de zuidwestkant van deze locatie. Hierin is een monitoring-systeem voor periodieke bemonstering en analyse van het grondwater opgenomen.
Op verzoek van de provincie wordt in opdracht van de voormalige eigenaar van de grond (Floog bv) periodiek verslag gedaan van de ontwikkeling van de grondwaterverontreiniging. De grondwaterverontreiniging dreigt zich in westelijke richting te verspreiden. De provincie verzoekt de voormalige eigenaar nadere maatregelen te treffen.
Deze verontreiniging vormt echter geen belemmering meer voor de bestemmingen in het plangebied.
Stamanstraat 17
Ter plaatse van de Stamanstraat 17 en de omgeving daarvan is een ernstig geval van bodemverontreiniging aanwezig. Het betreft een verontreiniging met perchlooretheen, veroorzaakt voor een chemische wasserij.
Om de drinkwaterwinning in Wierden veilig te stellen is er in de groenstrook van de Dokter G.H. Beensweg een grondwaterzuiveringsinstallatie aangelegd en in werking voor de grondwaterverontreiniging van de locatie Stamanstraat 17. Deze locatie heeft nu een tijdelijke vrijstelling ex. art. 17 Wro om te voorkomen dat omwonenden voortijdige verwijdering van de installatie afdwingen. De groenstrook aan de Dokter G.H. Beensweg ligt binnen het plangebied van het bestemmingsplan Esrand.
De restverontreiniging die is achter gebleven na de sanering, wordt momenteel beheerd door de provincie Overijssel.
In de afgelopen jaren zijn voor diverse locaties grond(water)saneringen uitgevoerd. Naast bovengenoemde locaties zijn dat meer recentelijk bij vervangende nieuwbouw: hoek Kerkstraat-Spoorstraat, Landmanstraat, voormalig Coberco-terrein (bron: www.bodemloket.nl).
Bij nieuwe ontwikkelingen zal bij een aanvraag omgevingsvergunning ten behoeve van een bouwplan een bodemonderzoek worden verlangd.
In beginsel heeft iedere weg een geluidszone, maar dat geldt niet voor de volgende wegen:
In hoofdstuk VI van de Wet geluidhinder (Wgh) is (in geval van zonering) de verplichting opgenomen tot het verrichten van een akoestisch onderzoek naar de geluidsbelasting op de gevels van woningen (en daarmee gelijk te stellen objecten) binnen de in artikel 74 genoemde onderzoekszone van een weg.
In opdracht van de gemeente heeft Goudappel Coffeng de milieueffecten van geluid en lucht onderzocht voor het bestemmingsplan Wierden-dorp (zie Bijlage 5 Milieuaspecten).Bij de analyse is specifiek aandacht besteed aan de locatie (situaties langs wegen) waar de grootste verschillen optreden. De norm van een geluidstoename van 2 dB of meer (bij de beoordeling van 'gevolgen elders' volgens de Wet geluidhinder) is hierbij in acht genomen. Hieronder zijn de resultaten voor het onderdeel geluid weergegeven.
Woningen per geluidsklasse
Om inzicht te krijgen in de totale akoestische effecten binnen het bestemmingsplan Wierden Dorp is gekeken naar het aantal geluidsbelaste woningen per geluidsklasse. In de onderstaande tabel is het aantal woningen per geluidsklasse opgenomen. Het gaat hierbij alleen om de geluidsbelastingen op woningen binnen het bestemmingsplan Wierden Dorp.
Geluidsbelasting (dB) | Huidig aantal woningen | Toekomstig aantal woningen | Verschil | ||||||||
40 t/m 47 | 1.294 | 1.312 | 18 | ||||||||
48 t/m 52 | 656 | 670 | 14 | ||||||||
53 t/m 57 | 438 | 324 | -114 | ||||||||
58 t/m 62 | 33 | 115 | 82 | ||||||||
63 t/m 68 | 0 | 0 | 0 |
Aantal woningen per geluidsklasse binnen plangebied
In de bovenstaande tabel is het aantal woningen per geluidsklasse weergegeven. Te zien is dat er verschuivingen optreden in het aantal woningen per klasse. Over het geheel bezien is er geen sprake van een duidelijke verbetering of verslechtering van de situatie. Het aantal woningen binnen de voorkeursgrenswaarde neemt toe. Het aantal woningen in de geluidsklassen van 53 t/m 57 dB neemt af. Daarentegen neemt het aantal woningen in de klasse van 58 t/m 62 dB toe. Om de gevolgen nader inzichtelijk te maken zijn de effecten op wegvakniveau binnen het bestemmingsplan weergegeven. De resultaten hiervan zijn weergegeven in de volgende paragraaf.
Effecten op wegvakniveau.
De effecten van de vaststaande ontwikkelingen voor het bestemmingsplan zijn middels het verkeersmilieumodel inzichtelijk gemaakt op wegvakniveau. Bij de analyse is aandacht besteed aan de locaties waar de geluidsbelasting toeneemt met 2 dB of meer.
Als gevolg van een aantal infrastructurele- en ruimtelijke ontwikkelingen in en rond het dorp Wierden treden wijzigingen op in de verkeersstromen. Deze verkeersstromen zijn naast de omgevingskenmerken bepalend voor de geluidsbelasting. De reeds vastgestelde ontwikkelingen zijn opgenomen in het verkeersmilieumodel en daarmee ook in deze effectbeschrijving. Op een aantal wegvakken neemt de geluidsbelasting af in de toekomstige situatie ten opzichte van de huidige situatie. Deze afnames zijn deels toe te schrijven aan de ruimtelijke ontwikkelingen in en rond Wierden. Zo zorgt de Loonderesweg voor omleiding van het verkeer langs de westzijde van het dorp. Door deze Loonderesweg neemt de verkeersbelasting op met name de Hexelseweg af vanaf de rotonde richting het centrum van het dorp.
Ook neemt de geluidsbelasting op een aantal wegen toe. Met name door de ruimtelijke ontwikkelingen in de vorm van een toename van het aantal inwoners en uitbreiding van het aantal arbeidsplaatsen binnen Wierden. Bij deze toenames is onderscheid gemaakt in toenames tot 1 dB (afgerond) en toenames van 2 dB en meer. Op een relatief beperkt aantal wegvakken binnen Wierden neemt de geluidsbelasting toe met 2 dB of meer.
Wegvak | Wegvakdeel | Aantal woningen waarvoor sprake is van een geluidsbelasting van 2 dB of meer |
Grote Maatweg | tussen Rijsensestraat en Larixlaan | 51 |
Rijssensestraat | tussen Ronweg en rand bestemmingsplan Centrum | 34 |
Dahliastraat | tussen Violierstraat en Akeleistraat | 31 |
Iepenlaan | tussen Grote Maatweg en rand bestemmingsplan Centrum | 12 |
West Kluinveenweg | tussen Hexelseweg en Kupersweg | 4 |
Kruissterweg | ten westen van Ter Kuileweg | 9 |
Kupersweg | tussen West Kluinveenweg en Vriezenveenseweg | 5 |
Stouweweg | ten oosten van Dorsvloer | 22 |
Vijverweg | het gehele tracé richting het industriegebied | 35 |
Schering | tussen de vijverweg en de Kalander | 39 |
Nijverdalsestraat | ten westen van Emmastraat tot aan bestemmingsplangrens | 7 |
Hogeluchtsweg | tussen Weusteweg en Vriezenvenseweg | 5 |
Locaties waar sprake is van een geluidstoename van 2 dB of meer (bij geluidsbelasting >48 dB)
Vergelijking van de resultaten met de 'sanering wegverkeerslawaai Wierden'
In december 2004 is door Adviesbureau BVA een saneringsprogramma/ subsidieaanvraag opgesteld (zie Bijlage 6 Sanering wegverkeerslawaai). In deze rapportage zijn de verwachte akoestische effecten van de verkeersmaatregelen in en rond Wierden beschreven. Om de effecten van de planvorming voor de subsidieaanvraag inzichtelijk te maken zijn een 0-variant en een planvariant doorgerekend. Beide voor het toekomstjaar 2016.
De resultaten die uit het saneringsprogramma naar voren zijn gekomen, zijn vergeleken met de resultaten die uit de analyse van de milieueffecten bestemmingsplan Wierden Dorp naar voren komen. De vergelijking is in onderstaande tabel weergegeven.
Uitkomsten Sanering Wegverkeerslawaai aanvraag | Uitkomsten Milieueffecten bestemmingsplan Wierden Dorp | |||
Locatie | min. | max. | min. | max. |
Aadorpsweg | -1 | 0 | 1 | |
Akeleistraat | 2 | 5 | -7 | -3 |
Almelosestraat | 0 | 1 | 0 | 1 |
Anjelierstraat | 0 | -6 | ||
Dahliastraat | -1 | 2 | -3 | 3 |
De Marke | -2 | -2 | ||
Dikkensweg | -1 | 5 | ||
Dokter G.H. Beensweg | -3 | -1 | ||
Grote Maatweg | 1 | 3 | 6 | |
Hexelseweg | ||||
- tussen rotonde en Kluinveenweg | -4 | 0 | 1 | |
- tussen Kluinveenweg en Industrieweg | -6 | -4 | -2 | -1 |
- tussen Industrieweg en spoorwegovergang | -4 | -3 | -2 | |
Industrieweg | ||||
- ten westen van Hexelseweg | 1 | 2 | -2 | -1 |
- tussen Hexelseweg en Vriezenveenseweg | 2 | 2 | 0 | 1 |
Kruissteenweg | -3 | -1 | -1 | 3 |
- ten westen van Jan Jansweg | -2 | 3 | ||
- tussen Jan Jansweg en A. Kuyperstraat-3 | -1 | |||
- ten oosten van A. Kuyperstraat | -2 | 1 | ||
Marktstraat | 0 | 1 | ||
Nijverdalsestraat | -5 | 2 | -2 | 2 |
- ten westen van Emmastraat | -1 | 2 | ||
- tussen Emmastraat en Landmanstraat | -3 | -2 | 0 | 1 |
- tussen Landmanstraat en Schoolstraat | -4 | -2 | ||
- Noord Parallelweg | -7 | -2 | -1 | |
Rijssensestraat (tussen oude Rondweg en Centrum) | 1 | 3 | ||
Violierstraat | -5 | -4 | -5 | -4 |
Spoorstraat (Zuid Parallelweg) | 3 | 3 | -2 | 1 |
Vriezenveenseweg | -4 | -1 | -1 | 1 |
- ten zuiden van Stouweweg | -1 | -1 | ||
Weth. van Buurenstraat | -6 | -1 |
Bij de vergelijking is een aantal belangrijke verschillen waar te nemen. Deze verschillen treden met name op voor de woningen langs de Akeleistraat, Anjelierstraat, Dikkensweg, Hexelseweg, Spoorstraat en de Industrieweg. Die verschillen worden grotendeels veroorzaakt door verschillen in de gehanteerde uitgangspunten. Bij de beschouwing van de milieueffecten van het bestemmingsplan Wierden-dorp is de huidige situatie 2007 vergeleken met de toekomstige situatie 2020. De toekomstige situatie bevat naast de autonome toename van verkeer ook de geplande maatregelen. Dit in tegenstelling tot de vergelijking die gemaakt is in het kader van de subsidieaanvraag. Bij deze aanvraag is alleen het effect van de voorgestelde maatregelen inzichtelijk gemaakt. Dit is inzichtelijk gemaakt door de varianten voor 2016 met en zonder maatregelen te vergelijken. Naast de verschillen in de vergeleken planjaren, zijn ook andere verkeersgegevens als uitgangspunt gehanteerd. Dit verklaart grotendeels de verschillen in geluidsbelasting op de Spoorstraat in belangrijke mate. Voor beide analyses zijn verschillende verkeersmodellen gehanteerd waardoor hier verschillen kunnen optreden.
Voor een aantal wegvakken kan geen vergelijking gemaakt worden omdat de wegen niet in beide modellen opgenomen zijn. Daarnaast is een deel van het centrumgebied niet meegenomen waarvoor de analyses voor deze locaties niet te maken is. Tenslotte is voor beide varianten een andere rekenmethodiek toegepast. Voor de Sanering Wegverkeerslawaai is gerekend met de standaard rekenmethode II op woningniveau, terwijl voor de milieuanalyse bestemmingsplan Wierden-dorp gerekend is met de standaard rekenmethode I op wegvakniveau.
Vergelijking SOLM aanvraag met milieuanalyse bestemmingsplan Wierden-dorp
Conclusie
Door de ruimtelijke ontwikkelingen treden wijzigingen op in de verkeersstromen alsmede de geluidsbelastingen. Bij de analyse is specifiek gekeken naar locaties waar (situaties langs wegen) de grootste verschillen optreden. De norm van een geluidstoename van 2 dB of meer (bij de beoordeling van 'gevolgen elders' volgens de Wet geluidhinder) is hierbij in acht genomen. Langs een groot aantal wegen neemt de geluidsbelasting op de omliggende woningen af. Ook is er sprake van een aantal locaties waar sprake is van een toename van de geluidsbelasting. De locaties waar de geluidsbelasting met 2 dB of meer toeneemt zijn: Grote Maatweg, Rijssensestraat, Dahliastraat, Iepenlaan, West Kluinveenweg, Kruissterweg, Kupersweg, Stouweweg, Vijverweg, Schering, Nijverdalsestraat en Hogeluchtsweg.
In zowel de huidige als de toekomstige situatie zijn er geen geluidsbelastingen boven de 63 dB berekend. Wettelijk gezien zijn er geen directe consequenties verbonden aan deze uitkomsten. Pas waanneer er daadwerkelijk wijzigingen op of aan de weg plaatsvinden, is mogelijk sprake van een reconstructiesituatie in de zin van de Wet geluidhinder en is aanvullend akoestisch onderzoek noodzakelijk.
Naast de vergelijking tussen de huidige en de toekomstige situatie is ook de vergelijking gemaakt met de eerder opgestelde SOLM aanvraag. Bij deze vergelijking treedt een aantal verschillen op. Deze verschillen worden voornamelijk veroorzaakt doordat bij de berekeningen andere uitgangspunten (zoals verkeersgegevens en onderzoeksjaren) gehanteerd zijn.
De geluidsinvloeden van het spoorweglawaai zijn beoordeeld voor het saneringsprogramma rail-verkeerslawaai NaNOV-project Wierden. Dit programma is door de toenmalig minister van VROM goed bevonden en vastgelegd in een saneringsbeschikking van 12 december 2008. In deze beschikking zijn voor zover nodig, hogere grenswaarden voor de woningen langs het spoor vastgesteld.
Het programma voorziet voor de geluidhinder-bestrijding in de plaatsing van geluidsschermen langs het spoor van 1,75 m hoog (gemeten tov. de bovenkant spoorstaaf ) en in het aanbrengen van raildempers op het spoor. Onlangs is een aanvullend saneringsprogramma vastgesteld voor het plaatsen van een extra schermdeel met dezelfde schermhoogte nabij de 2e Esweg.
De akoestische onderzoeken die aan beide programma's ten grondslag liggen, zijn gebaseerd op de NaNOV-prognoses van 2000 voor het peiljaar 2015. Wel zijn er in het kader van het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) nieuwe ontwikkelingen met een mogelijke verdere groei van het goederenvervoer op de Twentelijn tot ca. 52 - 80 goederentreinen in 2020 en met een verdere groei daarna, maar deze plannen zijn nu nog te onzeker om daarop in dit stadium een akoestisch onderzoek te baseren. Het bestemmingsplan Wierden-dorp is een conserverend/ consoliderend plan en voorziet niet in nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen langs het spoor.
Zie voor de akoestische onderzoeken spoorweglawaai Bijlage 2 Akoestisch onderzoek spoorweglawaai (3 juni 2008) en Bijlage 3 Akoestisch onderzoek spoorweglawaai (8 maart 2010).
Voor terreinen waarop inrichtingen zijn of kunnen worden gevestigd, die in belangrijke mate geluidhinder veroorzaken geldt op basis van de Wet geluidhinder een verplichte zonering. De 50 dB(A)-contour van het toekomstig Bedrijvenpark Twente, gelegen in de gemeente Almelo, ligt over een gedeelte van het plangebied.
Buiten deze 50 dB(A)-contouren mag de geluidbelasting afkomstig van inrichtingen niet hoger zijn dan de hierboven aangegeven waarde. Binnen de 50 dB(A)-contouren gelden beperkingen voor het oprichten van woningen en andere geluidgevoelige objecten.
Een gedeelte van het grondgebied van de gemeente Wierden ligt in het radarverstoringsgebied van de vliegbasis Twente. Het radarverstoringsgebied is aangegeven om ervoor zorg te dragen dat de radar- en communicatieapparatuur op de vliegbasis ongestoord kan functioneren. Het radarverstoringsgebied ligt als een cirkel met een straal van 15 nautische mijl (=27,8 km, gemeten vanaf de positie van de radar) rond de vliegbasis, in onderstaande afbeelding is de ligging van het radarverstoringsgebied in de gemeente Wierden weergegeven.
Binnen het radarverstoringsgebied dient voor ieder (nieuw) obstakel, hoger dan 85 meter boven NAP te worden berekend of er verstoring van de radar optreedt. De mate van verstoring van de radar is afhankelijk van enerzijds het type radar en anderzijds de hoogte, breedte en opstelling van de hoge objecten. In dit bestemmingsplan zijn geen mogelijkheden opgenomen voor de realisatie van objecten met deze hoogte, om deze reden is het gebied enkel in de toelichting van het bestemmingsplan opgenomen.
Met betrekking tot luchtkwaliteit moet rekening worden gehouden met het gestelde in de Wet milieubeheer (Wm), hoofdstuk 5, titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen en de bijbehorende bijlagen.
Op basis van artikel 5.16 Wm kan, samengevat, een bestemmingsplan worden vastgesteld, indien:
Ruimtelijk-economische besluiten die "niet in betekenende mate" bijdragen aan de concentraties in de buitenlucht van stoffen waarvoor bijlage 2 van de Wet milieubeheer een grenswaarde bevat, worden niet langer, zoals voorheen, individueel getoetst aan die grenswaarden. Als gevolg daarvan kunnen tal van kleinere projecten doorgang vinden, ook in situaties waar nog niet aan de grenswaarden wordt voldaan. De effecten van deze projecten op de luchtkwaliteit worden verdisconteerd in de trendmatige ontwikkeling van de luchtkwaliteit, zoals beschreven in het Nationaal Samenwerkingsprogramma luchtkwaliteit (NSL).
Bij besluitvorming is het dus van belang om te bepalen of een initiatief "niet in betekenende mate" bijdraagt aan de luchtkwaliteit. In de algemene maatregel van bestuur "Niet in betekenende mate" (Besluit NIBM) en de ministeriële regeling NIBM (Regeling NIBM) zijn uitvoeringsregels vastgelegd die betrekking hebben op het begrip NIBM.
Het begrip "niet in betekenende mate" is gedefinieerd als 3% van de grenswaarde voor NO2 en PM10. In de Regeling NIBM is een lijst met categorieën van gevallen (inrichtingen, kantoor- en woningbouwlocaties) opgenomen die niet in betekenende mate bijdragen aan de luchtverontreiniging. Deze gevallen kunnen zonder toetsing aan de grenswaarden voor het aspect luchtkwaliteit uitgevoerd worden.
Vooralsnog geldt dat:
In opdracht van de gemeente heeft Goudappel Coffeng de milieueffecten van geluid en lucht onderzocht voor het bestemmingsplan Wierden-dorp (zie bijlage Milieuaspecten). Er wordt gekeken naar absolute concentraties in 2007, 2010 en 2018. Eerst wordt ingegaan op de jaargemiddelde en uurgemiddelde concentraties stikstofdioxide en op de jaargemiddelde en daggemiddelde concentraties fijn stof.
Concentraties stikstofdioxide (NO2)
Jaargemiddelde concentraties stikstofdioxide
Uit de berekeningen blijkt dat de plandrempel van 46 µg/m3 niet wordt overschreden in 2007. In 2010 en 2020 wordt de grenswaarde van de jaargemiddelde concentratie stikstofdioxide NO2 in de gehele studiegebied niet overschreden.
De uurgemiddelde stikstofdioxideconcentratie
Naast de berekening van de jaargemiddelde NO2 concentratie is ook het aantal overschrijdingen van de uurgemiddelde grenswaarde voor NO2 bepaald. Per jaar mag de uurgemiddelde grenswaarde van 200 µg/m3 maximaal 18 keer worden overschreden. Dit komt in de praktijk nauwelijks voor. Uit berekeningen die voor dit onderzoek zijn uitgevoerd kan worden geconcludeerd dat er niet meer dan 18 overschrijdingen van de uurgemiddelde grenswaarde in het studiegebied voorkomen.
Concentraties fijn stof (PM10)
Jaargemiddelde concentraties fijn stof
Gebleken is dat de grenswaarde van 40 µg/m3 voor de jaargemiddelde concentratie voor fijn stof niet wordt overschreden in 2007, 2010 en 2020.
Daggemiddelde concentratie fijn stof (PM10)
Gebleken is dat de maximaal toegestane daggemiddelde concentratie (50 µg/m3) in beide varianten niet vaker dan het maximaal aantal toegestane overschrijdingen (35 keer) wordt overschreden op alle voor dit onderzoek relevante delen.
Conclusie
Zwaveldioxide, lood, koolmonoxide en benzeen
In Nederland worden nu en in de toekomst de grenswaarden voor deze stoffen praktisch nooit overschreden. Dit blijkt ook uit de uitgevoerde berekeningen voor de wegen in Wierden. Daarom is er in voorliggend rapport geen aandacht aan besteed.
Jaargemiddelde concentratie NO2 en uurgemiddelde concentratie NO2
De grenswaarde van de jaargemiddelde en uurgemiddelde concentratie stikstofdioxide wordt zowel in de huidige (2007) als in de toekomstige situaties (2010, 2020) niet in het studiegebied overschreden.
Jaargemiddelde concentratie PM10
De grenswaarde van de jaargemiddelde concentratie voor PM10 wordt zowel in de huidige als toekomstige situaties niet overschreden.
24-uurgemiddelde concentratie PM10
De 24-uurgemiddelde concentratie van PM10 is in geen van de situaties boven de norm. De norm bedraagt maximaal 35 dagen per jaar overschrijding.
Van de ramptypes die verband houden met externe veiligheid zijn met name ongevallen met brandbare/explosieve of giftige stoffen van belang.
Deze ongevallen kunnen nader worden onderscheiden in ongevallen met betrekking tot:
Het vervoer van gevaarlijke stoffen over de spoorlijn door Wierden, het LPG-tankstation aan de Nijverdalsestraat en de hogedruk aardgasleiding zijn risicobronnen die voor personen in de omgeving van die bronnen een risico inhouden. Eveneens binnen korte afstand van het plangebied liggen de de risicobronnen N35, de A35 en op het grondgebied van de gemeente Almelo de N36 en de risicobronnen op het bedrijventerrein Noord-West Twente.
De externe veiligheid van het plan is door AVIV in februari 2010 getoetst en beoordeeld conform art. 5 en art. 13 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen. In deze paragraaf is een beknopte samenvatting opgenomen. In bijlage 7 is een uitgebreide verantwoording van het groepsrisico opgenomen.
De toetsing bestaat er uit dat bij elk van de genoemde risicobronnen een minimum veiligheidsafstand moet worden aangehouden tot woningen en andere kwetsbare objecten. De beoordeling bestaat er verder uit dat de kans op een ramp voor een groep personen door een ongeluk met een gevaarlijke stof -in de externe veiligheid aangeduid als groepsrisico- moet worden verantwoord.
Toetsing vereiste veiligheidsafstanden
Het bestemmingsplan voldoet aan de normen voor het plaatsgebonden risico en daarmee aan de vereiste minimum veiligheidsafstanden. Uitzonderingen op dit moment zijn het lpg-vulpunt aan de Nijverdalsestraat 80. De reden hiervan is dat de afspraken uit het lpg-convenant nog niet zijn doorgevoerd. Daarnaast bestaat er een uitzondering op het goederenvervoer zolang het Basisnet Spoor nog niet is vastgesteld.
Beoordeling en verantwoording groepsrisico
Het bestemmingsplan is conserverend. Het aantal personen in het plangebied zal (voor het groepsrisico) niet relevant veranderen. Hierdoor zal het groepsrisico dat elke risicobron met zich meebrengt, wat betreft de omvang van het risico, niet veranderen. Wat betreft de kans op gevolgen zullen wel veranderingen optreden. Voor het LPG-tankstation zal de kans op een ramp kleiner worden door een landelijke veiligheidsmaatregel, die eind 2010 moet zijn gerealiseerd.
Voor de aardgasleiding zal het groepsrisico onveranderd blijven. Voor het transport over het spoor van gevaarlijke stoffen is landelijk beleid in ontwikkeling. Bij een stijging van de transportintensiteit, waar de officiële prognoses van uitgaan, zal de bestaande kans op een ramp enigszins toenemen. De verwachting is dat het groepsrisico van het spoor de zogeheten oriëntatiewaarde ook in de toekomst zal blijven overschrijden. Het gaat hier om een autonome ontwikkeling waar de gemeente Wierden geen rechtstreekse invloed op heeft. Omdat het bestemmingsplan conserverend is zullen de risico’s, vanuit de ruimtelijke ontwikkelingen zelf, niet bijdragen aan een toename van het risico.
Aan de regionale brandweer is advies gevraagd bij de voorbereiding van dit besluit. De adviesvraag richt zich primair op de mogelijkheden van de bestrijdbaarheid van een ramp, veroorzaakt door één van de risicobronnen en het beperken van de gevolgen als ook het aspect zelfredzaamheid in het plangebied. Het advies is meegewogen bij de verantwoording van het groepsrisico.
Oordeel
Het bestemmingsplan is conserverend. Ruimtelijke ontwikkelingen zullen de bestaande groepsrisico’s niet wijzigen. De autonome ontwikkeling van de spoorlijn en de veiligheid van LPG tankwagens zijn debet aan verandering van het groepsrisico op termijn, in respectievelijk ongunstige en gunstige zin. Het college van B&W acht het advies van de regionale brandweer van belang. Daarom zal worden nagegaan hoe uitvoering kan worden gegeven aan het advies.
De regionale ontwikkelingen van de voorbereiding op de bestrijding van rampen zullen hierbij mee in beschouwing worden genomen. Mogelijkheden voor het College om het groepsrisico kosten-effectief vergaand te beperken dienen zich niet aan. De groepsrisico’s die de risicobronnen veroorzaken worden aanvaardbaar geacht.
Overig
In het rapport van AVIV is aan enkele zaken nog geen aandacht besteed. Deze volgen hierna.
Over de verschillende rijkswegen vindt vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. Op basis van in oktober 2009 door de Basisnet-werkgroep Weg gepresenteerde definitieve eindrapportage "Voorstel Basisnet Weg" kan worden geconcludeerd, dat zowel bij de N35, de A35 als de N36 de PR 10-6-contour op 0 meter ligt en dat er ook geen sprake is van een "Plasbrandaandachtsgebied" (PAG). Onder een PAG wordt verstaan het gebied tot 30 meter van de weg waarin, bij realisering van kwetsbare objecten, rekening dient te worden gehouden met de effecten van een plasbrand. Een plasbrand is verbranding van een door bijvoorbeeld lekkage ontstane plas van brandbare vloeistof. Een PAG geldt alleen voor nieuw te bouwen kwetsbare objecten. Bestaande objecten binnen de PAG hoeven niet te worden gesaneerd. De rijkswegen zijn dus in het kader van de externe veiligheid niet van invloed op het onderhavige bestemmingsplan.
Evenmin is dat het geval met de risicobronnen op het bedrijventerrein Noord-West Twente. De ligging van de bijbehorende PR 10-6-contour is zodanig, dat deze ruim binnen het grondgebied van de gemeente Almelo liggen zijn dus in het kader van de externe veiligheid niet van invloed op het onderhavige bestemmingsplan.
Verder wordt op het perceel Violenhoeksweg 6 de opslag en verkoop van consumentenvuurwerk toegestaan. De bestemming "Bedrijventerrein" blijft gehandhaafd maar op het perceel zal een aanduiding worden opgenomen dat op het genoemde perceel opslag en verkoop van consumentenvuurwerk is toegestaan. In het pand mag maximaal 10.000 kg consumentenvuurwerk worden opgeslagen. De minimale afstand tot kwetsbare objecten moet minimaal 8 meter zijn. Hieraan wordt voldaan.
Er lopen twee hoogspanningsleidingen door het plangebied, te weten de meest zuidelijk lopende 110 kV-hoogspanningslijn 330 met een indicatieve zone aan weerszijden van 50 meter waarbinnen het jaargemiddelde magneetveld hoger is dan 0,4 µtesla (de magneetveld-zone). En de noordelijker lopende 380 kV-hoogspanningslijn 2173 met een indicatieve magneetveldzone aan weerszijden van 135 meter.