direct naar inhoud van 3.7 Externe veiligheid
Plan: De Berghorst
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0189.BP2009000004-VA01

3.7 Externe veiligheid

Het externe veiligheidsbeleid betreft de beheersing van risico's en richt zich onder meer op:

  • het gebruik, de opslag en de productie van gevaarlijke stoffen;
  • het transport van gevaarlijke stoffen (wegen, spoorwegen, waterwegen en buisleidingen).

Bij aanwezigheid van gevaarlijke activiteiten moet rekening worden gehouden met bepaalde afstanden tot andere functies.

De risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld door activiteiten met gevaarlijke stoffen dienen tot een aanvaardbaar minimum te worden beperkt. Daartoe zijn in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) regels gesteld.

Bij het toekennen van bepaalde bestemmingen dient onderzocht te worden:

  • of voldoende afstand in acht wordt genomen tussen (beperkt) kwetsbare objecten enerzijds en risicovolle inrichtingen anderzijds in verband met het plaatsgebonden risico;
  • of (beperkt) kwetsbare objecten liggen binnen het invloedsgebied van risicovolle inrichtingen en zo ja, wat de bijdrage is aan het groepsrisico.

Het plaatsgebonden risico is de kans dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op een plaats buiten een inrichting zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof betrokken is.

Het groepsrisico bestaat uit de cumulatieve kansen per jaar dat ten minste 10, 100 of 1.000 personen overlijden als direct gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting en een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof betrokken is.

In het plangebied kan wat betreft het vervoer van gevaarlijke stoffen worden gesteld dat het hierbij gaat om incidenteel transport.

Op ruime afstand van het plangebied (circa 1,5 kilometer) ligt een aardgastransportleiding; de invloedssfeer van deze transportleiding strekt zich niet uit tot het plangebied. Het gasdrukregel- en meetstation aan de noordzijde van de Witmoesdijk ligt eveneens op ruime afstand en de invloedssfeer hiervan strekt zich niet uit tot het plangebied. Tenslotte ligt op ongeveer 80 meter van het plangebied een propaanopslag. Volgens het Besluit voorzieningen en installatie milieubeheer moet de afstand tussen de propaantank (3.000 liter), vulpunt en opstelplaats voor de tankauto enerzijds en woningen van derden anderzijds ten minste 35 meter bedragen. Op grond van artikel 12 en 13 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen moet het groepsrisico worden verantwoord. De propaantank ligt op circa 80 meter van het plangebied. Binnen deze afstand ligt verder geen andere bebouwing (met uitzondering van de woning en opstallen van de eigenaar van de tank). Over het groepsrisico is advies ingewonnen bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Het RIVM geeft aan dat bij extensief gebruik van een propaantank (zoals in dit geval met slechts één woning) van deze omvang op deze afstand de oriënterende waarde voor het groepsrisico niet wordt overschreden (zie bijlage Luchtkwaliteit en externe veiligheid).