direct naar inhoud van 3.4 Archeologie
Plan: Hoge Hexel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0189.BP2009000003-VA01

3.4 Archeologie

Per 1 september 2007 is de nieuwe wet op de archeologische monumentenzorg een feit. De wet regelt de bescherming van het bodemarchief, het archeologisch erfgoed, in de bodem. Ook wordt de inpassing van archeologisch erfgoed geregeld en de financiering van opgravingen. Doel van de wet is het reguleren van bodemverstorende activiteiten. Kern is het zo vroeg mogelijk rekening houden met de (mogelijke) aanwezigheid van archeologische waarden in de bodem. Het streven is behoud in situ. Als behoud in situ niet mogelijk is dan moet een archeologisch onderzoek worden uitgevoerd. De kosten van het benodigde onderzoek zijn voor rekening van de verstoorder.

Op grond van de gewijzigde Monumentenwet 1988 (Wamz 2007) heeft de gemeentelijke overheid de wettelijke zorgplicht om archeologie een plek te geven in de ruimtelijke processen. Het bestemmingsplan is het meest geschikte instrument om dit te regelen.

Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet rekening worden gehouden met de in de grond aanwezige dan wel te verwachten archeologische waarden. Dit betekent dat archeologisch waardevolle gebieden moeten worden opgenomen in bestemmingsplannen.

De archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart

Verantwoord beheer van het cultuurhistorisch erfgoed in de gemeente Wierden begint met het inzichtelijk maken waar en wanneer met het bodemarchief rekening dient te worden gehouden. BAAC bv heeft in opdracht van de gemeente Wierden een archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart opgesteld. De kaart is in overleg met de provincie, Het Oversticht en de plaatselijke historische en archeologische verenigingen tot stand gekomen.

De archeologische verwachtingskaart maakt voor het grondgebied van de gemeente Wierden duidelijk waar zich (mogelijke) archeologische resten kunnen bevinden.

De kaart is hiervoor opgedeeld in drie zones:

  • hoge archeologische verwachting;
  • middelhoge archeologische verwachting;
  • lage archeologische verwachting.

De archeologisch verwachtings- en beleidsadvieskaart is op 5 oktober 2010 vastgesteld door de gemeenteraad.

Beleidsadvies

Op basis van de archeologische verwachtingskaart is een beleidsadvies opgesteld. Aan de op de kaart voorkomende verwachtingszones zijn beleidsadviezen gekoppeld. De kaart is een visuele vertaling van het gemeentelijk archeologiebeleid. De beleidsadvieskaart kan worden gebruikt voor toetsing van ruimtelijke ontwikkelingsplannen. Doel van de beleidsadvieskaart is dat deze met bijbehorende bestemmingen en regels in de gemeentelijke structuurvisies en bestemmingsplannen wordt overgenomen.

Verwachting

  • Bebouwde kom:

Er geldt een onderzoeksplicht in gebieden met:

  • 1. middelhoge archeologische verwachting (zie archeologische beleidsadvieskaart gemeente Wierden) bij plangebieden groter dan 250 m² en bij een verstoring dieper dan 50 cm.
  • 2. hoge archeologische verwachting (zie archeologische beleidsadvieskaart gemeente Wierden) bij plangebieden groter dan 100 m² en bij een verstoring dieper dan 50 cm.
  • 3. Lage verwachting onderzoeksplicht bij plangebieden groter dan 5 ha.

  • Archeologische waarde (AMK-terreinen):

Bij terreinen waarvan de archeologische waarde bekend is, is het beleid behoud in situ, is dit niet mogelijk dan geldt altijd een onderzoeksplicht. Vooraf wordt advies gevraagd aan de regio-archeoloog. De gemeente Wierden telt terreinen van hoge tot zeer hoge waarde (niet wettelijk beschermd).

afbeelding "i_NL.IMRO.0189.BP2009000003-VA01_0012.jpg"

Bovenstaande is alleen geldig wanneer binnen een straal van 50 meter geen archeologische waarnemingen/vondstmeldingen bekend zijn.

Nieuwe woningen

Voor de locatie waar de nieuwe woningen gebouwd gaan worden is door RAAP Archeologisch Adviesbureau op 21 maart 2007 een bureau- en inventariserend veldonderzoek uitgevoerd aan de Kleen Esch in Hoge Hexel. Het onderzoek diende te worden uitgevoerd omdat realisatie van de plannen zou kunnen leiden tot aantasting of vernietiging van mogelijk aanwezige archeologische resten. Uit dit onderzoek kan geconcludeerd worden dat de bodemopbouw van het plangebied uit een bouwvoor bestaat op een menglaag en/of B-horizont met daaronder de lemige C-horizont. In sommige boringen ligt de bouwvoor direct op de C-horizont. In het plangebied zijn geen aanwijzingen gevonden voor de aanwezigheid van archeologische vindplaatsen.

Op grond hiervan wordt in het kader van de archeologische monumentenzorg geen vervolgonderzoek aanbevolen. De geplande ingrepen kunnen, voorzover het archeologische waarden betreft, zonder beperkingen worden uitgevoerd. Mocht er bij het graven toch een (niet voorspelbare) toevalsvondst worden aangetroffen, dan dient de overheid hiervan op de hoogte te worden gesteld.

Voor meer uitgebreide informatie wordt verwezen naar Bijlage 2 of kan contact worden opgenomen met de provinciaal archeoloog (Het Oversticht).