direct naar inhoud van 9.2 Overleg
Plan: Buitengebied 2009
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0189.BP2009000002-0002

9.2 Overleg

Op basis van artikel 10 van het Bro '85 wordt met relevante instanties overleg gevoerd. De resultaten hiervan zijn in deze paragraaf opgenomen.

Provincie Overijssel

De algemene indruk van de provincie is dat het gaat om een degelijk, duidelijk en compleet bestemmingsplan Buitengebied. De provincie mist wel een algemene gemeentelijke visie op de ruimtelijke ontwikkeling van het buitengebied in de planperiode van het bestemmingsplan.

Reactie van de gemeente

In de toelichting is de algemene visie opgenomen. Deze is verder uitgewerkt en zal in de toekomst nader worden beschreven in een plattelandsvisie, die door de gemeente Wierden wordt opgesteld.

Op 1 juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening in werking getreden. Aan deze wet is een ministeriele regeling gekoppeld, die onder meer voorziet in een nieuwe wettelijke standaard voor bestemmingsplannen. Deze standaard wordt naar verwachting op 1 juli 2009 verplicht voor alle bestemmingsplannen. De provincie constateert dat het voorontwerpbestemmingsplan nog niet aan deze standaard voldoet. De provincie adviseert om het bestemmingsplan aan de aankomende nieuwe wettelijke eisen voor ruimtelijke plannen aan te passen.

Reactie van de gemeente

Het bestemmingsplan is zodanig aangepast zodat het voldoet aan de eisen uit de nieuwe Wet ruimtelijke ordening. Eveneens is het plan aangepast aan de nieuwe standaarden, dit is beschreven in paragraaf 1.6 van de toelichting.

In de Reconstructiewet concentratiegebieden is vastgelegd dat reconstructieplannen moeten doorwerken in bestemmingsplannen. De provincie is van mening dat het reconstructieplan goed in het bestemmingsplan is vertaald en adviseert om de LOG-visie die momenteel wordt opgesteld te vertalen in het bestemmingsplan.

Reactie van de gemeente

De opgestelde LOG-visie is vertaald in het bestemmingsplan, dit is beschreven in de toelichting.

In het bestemmingsplan wordt alle agrarische bedrijven de mogelijkheid geboden om 1.000 m² aan teeltondersteunende voorzieningen en 500 m² aan teeltondersteunende kassen te realiseren. De provincie adviseert deze mogelijkheid alleen te bieden aan die agrarische bedrijven waar sierteelt momenteel een substantieel onderdeel van de bedrijfsvoering is, in verband met de ruimtelijke kwaliteit van het buitengebied. Voor deze bedrijven zou de oppervlakte aan teeltondersteunende kassen verhoogd kunnen worden tot 1.000 m². De provincie adviseert deze bedrijven van een aanduiding op de plankaart te voorzien.

Reactie van de gemeente

In de gemeente zijn slechts enkele kwekerijen aanwezig, deze zijn apart aangeduid. Aangezien er verder geen teeltondersteunende kassen aanwezig zijn, worden deze niet langer bij recht toegestaan. Via een ontheffing kunnen deze wel worden gerealiseerd. Op deze manier kan een afweging plaatsvinden of kassen op een locatie wel of niet gewenst zijn.

De provincie verzoekt in de toelichting de streekplan PEHS weer te geven. Daarnaast adviseert de provincie om hierbij eveneens de robuuste ecologische verbindingszone langs de Regge en de Elsenerbeek op te nemen. Tevens vraagt de provincie aandacht voor de afstemming tussen het bestemmingsplan en het naar verwachting op te stellen beheerplan voor het Natura 2000-gebied Wierdense Veld.

Reactie van de gemeente

De PEHS en de ecologische verbindingszones zijn op een afbeelding in de toelichting weergegeven. Gelijk met het opstellen van het bestemmingsplan Buitengebied is een plan-m.e.r. opgesteld. Hierbij is een passende beoordeling uitgevoerd, waarin de effecten van het bestemmingsplan op Natura 2000-gebieden zijn beoordeeld. De Plan-m.e.r. ligt gelijk met het ontwerpbestemmingsplan ter visie.

Om onnodige bureaucratie bij het realiseren van nieuwe natuur te voorkomen adviseert de provincie om geen aanlegvergunning verplicht te stellen voor werken en werkzaamheden die worden uitgevoerd krachtens het vastgestelde Natuurgebiedsplan Overijssel.

Reactie van de gemeente

Akkoord, de planregels zijn hierop aangevuld.

De provincie geeft aan dat toepassing van bepaalde bestemmingsplanregels in de omgeving van het Wierdense Veld mogelijk vergunningplichtig zijn op grond van de Natuurbeschermingswet. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om ontheffings- en wijzigingsbepalingen die significante effecten kunnen hebben op de instandhoudingsdoelstellingen van het Wierdense Veld.

Reactie van de gemeente

Gelijk met het opstellen van het bestemmingsplan Buitengebied is een Plan-m.e.r. opgesteld. Hierbij is een passende beoordeling uitgevoerd, waarin de effecten van het bestemmingplan op Natura 2000-gebieden zijn beoordeeld. De Plan-m.e.r. ligt gelijk met het ontwerpbestemmingsplan ter visie. De betreffende voorwaarde is opgenomen bij de van belang zijnde wijzigingsbevoegdheden. Dit is in de toelichting op de regels nader aangegeven.

De provincie adviseert de door GS opnieuw begrensde waterwin-, grondwaterbeschermings-, en intrekgebieden op de plankaart aan te geven.

Reactie van de gemeente

Deze zijn in het ontwerpplan op de plankaart opgenomen.

De provincie heeft diverse opmerkingen ten aanzien van externe veiligheid. Allereerst verzoeken zij om advies in te winnen bij de Regionale brandweer Twente. Daarnaast geven zij aan dat het groepsrisico rond de Bevi-inrichtingen (in dit plangebied de LPG-tankstations) niet gemotiveerd is. Ditzelfde geldt voor de zone langs de spoorlijn.

De provincie mist een onderbouwing dat de buisleidingen in het plangebied voldoen aan de geldende regelgeving (Circulaire buisleidingen). Daarnaast adviseert de provincie om te voldoen aan het nieuwe ontwerp-toetsingskader dat het ministerie van VROM heeft opgesteld. Het is goed mogelijk dat er nieuwe wetgeving geldt op het moment van vaststelling van het bestemmingsplan.

De veiligheidscontouren voor het munitiecomplex Bruineveld zijn correct op de plankaart weergegeven. De veiligheidscontouren gelden in principe voor nieuwe en bestaande situaties. Als er in het plangebied kwetsbare functies binnen de effectafstand aanwezig zijn, dan zal door middel van een risicoanalyse (QRA) bepaald moeten worden of het risico aanvaardbaar is. Er zal dan in ieder geval voldaan moeten worden aan de normen voor het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Indien dit niet mogelijk is, dan moet een oplossing gevonden worden die er voor zorgt dat (alsnog) wordt voldaan aan de veiligheidsnormen. In concreto heeft dit voor het plangebied betrekking op twee agrarische bedrijfswoningen aan de Loomsweg.

Reactie van de gemeente

Van de regionale brandweer is een advies ontvangen d.d. 25 april 2008. Het advies is in paragraaf 4.9.8 van de plantoelichting verwerkt. In deze paragraaf is het beleid ten aanzien van externe veiligheid nader aangevuld.

De provincie heeft waardering voor het in het plan opgenomen beleid om karakteristieke gebouwen te beschermen.

Reactie van de gemeente

De opmerking wordt ter kennisgeving aangenomen.

De provincie heeft waardering voor de handhavingsparagraaf van het bestemmingsplan.

Reactie van de gemeente

De opmerking wordt ter kennisgeving aangenomen.

Ministerie van Defensie, Dienst Vastgoed Defensie, Directie Noord

Een deel van het plangebied ligt binnen de veiligheidszones van munitiemagazijncomplex Bruineveld. De veiligheidszones zijn correct aangeduid op de plankaart, de betreffende bepalingen in de regels zijn ook geheel in overeenstemming met het rijksbeleid betreffende de externe veiligheid van munitieopslagplaatsen. Door de Directie Externe Veiligheid van het Ministerie van VROM worden momenteel nieuwe richtlijnen geformuleerd. De hoofdlijnen hiervan zijn inmiddels bekend en kunnen bij de voorbereiding van nieuwe bestemmingsplannen worden betrokken. De nadere aanwijzingen zijn aan de gemeente doorgegeven. Het betreft aanwijzingen die van toepassing zijn op bestaande bedrijven en woningen. Voor het realiseren van nieuwe functies en activiteiten geldt dat kwetsbare bestemmingen binnen de onderscheiden zones niet mogen worden toegestaan.

Reactie van de gemeente

De toelichting is op dit punt aangevuld.

Boven het uiterste oostelijke gedeelte van het grondgebied van de gemeente Wierden ligt een gedeelte van een militaire laagvliegroute. Uit het oogpunt van vliegveiligheid acht het ministerie van Defensie het niet aanvaardbaar om onder de laagvliegroute obstakels hoger dan 40 meter te bouwen. In het voorliggende bestemmingsplan is hieraan nog geen aandacht besteed. Aangezien de bouw van gebouwen of bouwwerken hoger dan 40 meter in dit bestemmingsplan niet mogelijk wordt gemaakt, is het niet noodzakelijk hiervoor een apart voorschrift op te nemen. Wel is het gewenst om de laagvliegroute op te nemen op de plankaart met een korte beschrijving in de toelichting.

Reactie van de gemeente

De laagvliegroute is beschreven in de toelichting en opgenomen op een afbeelding. Doordat er in de regels geen bepalingen zijn opgenomen omtrent de laagvliegroute is deze ook niet op de plankaart opgenomen.

Het plangebied ligt binnen het verstoringsgebied van de radar op het terrein van de voormalige Vliegbasis Twente. Gemeenten zijn gevraagd om in bestemmingsplannen een regeling op te nemen waarmee wordt voorkomen dat obstakels worden opgericht die leiden tot een onaanvaardbare verstoring van de radar. In de toelichting van het bestemmingsplan Buitengebied is aandacht besteed aan de binnen het radarverstoringsgebied geldende restricties. Het Ministerie van Defensie kan instemmen met de wijze waarop dit is verwerkt in het bestemmingsplan, wel geeft het Ministerie aan dat een correctie nodig is betreffende de opgenomen tekst. Hiervoor wordt een voorstel gedaan.

Reactie van de gemeente

De toelichting is aangepast naar aanleiding van de reactie.

VROM-Inspectie regio Oost

Het Ministerie van VROM bereidt nieuw extern veiligheidsbeleid voor, voor onder meer hogedruk aardgastransportleidingen. De VROM-Inspectie adviseert om bij het vaststellen van het bestemmingsplan al rekening te houden met de nieuwe inzichten. Op basis van een nieuwe rekenmethodiek kan de veiligheidsafstand exact worden berekend.

Reactie van de gemeente

Door de Gasunie is een risicoberekening gemaakt van de in het buitengebied gelegen aardgastransportleidingen. Uit de berekeningen van de Gasunie blijkt dat alle PR-contouren op een afstand van 0 meter liggen. Dit is beschreven in paragraaf 4.9.8 van de plantoelichting.

In het plangebied zijn verschillende bedrijven aanwezig die onder de werkingssfeer van het Besluit externe veiligheid inrichtingen vallen. De VROM-Inspectie mist in de toelichting een nadere afweging voor het groepsrisico rond de Bevi-inrichtingen. Voor het bepalen van de veiligheidssituatie van de munitieopslag adviseert de VROM-Inspectie de 'circulaire opslag ontplofbare stoffen voor civiel gebruik' te betrekken.

Reactie van de gemeente

De toelichting is hierop aangevuld.

In het bestemmingsplan is opgenomen dat in de zone langs de spoorlijn de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico door het vervoer van gevaarlijke stoffen gering wordt overschreden. De VROM-Inspectie geeft aan dat het actuele groepsrisico gemotiveerd dient te worden.

Reactie van de gemeente

De toelichting is hierop aangevuld.

In het bestemmingsplan is aangegeven dat aan de normen van het Besluit luchtkwaliteit wordt voldaan. Het is de VROM-Inspectie echter niet duidelijk welke effecten de ontwikkelingen, die met het plan gepaard kunnen gaan, hebben op de luchtkwaliteit. De VROM-Inspectie adviseert het plan op dit punt te verduidelijken.

Reactie van de gemeente

De betreffende toets is bij het opstellen van de Plan-m.e.r. uitgevoerd, voor een uitgebreide rapportage wordt hiernaar verwezen. Verder worden in het bestemmingsplan geen grootschalige ontwikkelingen mogelijk gemaakt die effect hebben op de luchtkwaliteit.

Het Reconstructieplan "Salland- Twente" is vertaald in het bestemmingsplan "Buitengebied". De gemeente is nog bezig met het opstellen van een LOG-visie. De VROM-Inspectie verzoekt in de visie voorwaarden op te nemen met betrekking tot een goede landschappelijke inpassing van de uitbreiding en nieuwvestiging van agrarische bedrijven en deze voorwaarden als toetsingskader te verbinden aan het bestemmingsplan.

Reactie van de gemeente

De LOG-visie en het Beeldkwaliteitsplan voor de landbouwontwikkelingsgebieden zijn vertaald in dit bestemmingsplan. Dit is in de toelichting beschreven.

Binnen de bestemming Recreatie - Verblijfsrecreatie zijn geen beperkingen gesteld aan het aantal chalets en/of stacaravans op recreatieterreinen. Hieruit maakt de VROM-Inspectie op dat deze bouwwerken als niet-bouwvergunningplichtig worden aangemerkt. Omdat de regels omtrent stacaravans met het vervallen van de Wet op de openluchtrecreatie worden herzien verwijst de VROM-Inspectie met betrekking tot de bouwregels over stacaravans naar de kamerstukken over dit onderwerp. De VROM-Inspectie adviseert dit te betrekken bij de vaststelling van het bestemmingsplan.

Reactie van de gemeente

Het beleid ten aanzien van verblijfsrecreatie staat in de gemeentelijke "Nota Verblijfsrecreatie in het landelijk gebied en Kampeerverordening". De uitgangspunten van deze nota zijn vertaald in het bestemmingsplan. Stacaravans zijn alleen binnen de bestemming Recreatie - Verblijfsrecreatie toegestaan. In de planregels is de inhoud en hoogte vastgelegd.

De VROM-Inspectie wil zijn waardering uitspreken voor de handhavingsparagraaf in het bestemmingsplan. De VROM-Inspectie verzoekt deze paragraaf aan te vullen en het beleid en voornemens met betrekking tot het toezicht en de handhaving te concretiseren. Daarnaast adviseert zij nog de retrospectieve toets aan de handhavingsparagraaf toe te voegen. Daarnaast is in het overgangsrecht in artikel 45 van de regels een onjuiste verwijzing opgenomen. De VROM-Inspectie adviseert om voor het overgangsrecht de standaardregels uit het Besluit ruimtelijke ordening te hanteren. De VROM-Inspectie adviseert om het onrechtmatig bewonen van recreatiewoningen in het bestemmingsplan strafbaar te stellen en eventueel bestaand strijdig gebruik te wraken.

Reactie van de gemeente

In paragraaf 7.3 van de toelichting is een retrospectieve toets opgenomen.

Het Oversticht

Het Oversticht is verheugd te constateren dat aandacht is besteed aan cultuurhistorie en landschap in de brede zin van het woord. Het Oversticht heeft een aantal opmerkingen en aandachtspunten die naar hun mening de kwaliteit van het bestemmingsplan kunnen versterken.

Vijf terreinen zijn in het kader van een actualisatie van de Archeologische Monumentenkaart (AMK) geherwaardeerd. Hierbij zijn drie terreinen van de AMK afgehaald, het betreft terreinen aan de hoek Bullenaarsweg/Poolweg, Schaddenbeltsweg en Ypeloweg.

Reactie van de gemeente

De aangegeven terreinen zijn van de plankaart gehaald.

Het Oversticht constateert dat bij de aanduiding "archeologisch monument" (in de nieuwe systematiek: dubbelbestemming Waarde - Archeologisch monument) wordt aangesloten bij de Wet op de Archeologische Monumentenzorg, waarbij geen archeologische onderzoeksverplichting is bij bouwwerken <100 m². Van de terreinen die nu op de plankaart staan, kan niet gesproken worden van een verwachtingswaarde: van deze terreinen is de archeologische waarde bekend. Het Oversticht is van mening dat binnen archeologische monumenten ook onderzoek op maat nodig is voor ontwikkelingen < 100 m², zij verzoekt dan ook om de ondergrens te laten vervallen.

Reactie van de gemeente

De ondergrens is naar aanleiding van reactie aangepast en gesteld op 30 m². Het geheel laten vervallen van de ondergrens vindt de gemeente niet wenselijk. Door bovenstaande maatvoering op te nemen blijven kleine aanpassingen aan gebouwen, zoals de bouw van een erker, mogelijk zonder ontheffing.

De dubbelbestemming "archeologisch waardevol gebied" geldt alleen voor gebieden met een hoge archeologische verwachting op grond van de IKAW. Het Oversticht adviseert dit artikel ook te laten gelden voor de gebieden met een middelhoge archeologische verwachting.

Reactie van de gemeente

De gemeente Wierden is gestart met het opstellen van een archeologische verwachtingenkaart. Hierin zal het gemeentelijk beleid ten aanzien van archeologie verwoord worden. Hierbij worden eveneens de archeologische waardevolle gebieden nader begrensd. Dit beleid zal eveneens gebruikt worden bij het toetsen van (bouw-)aanvragen. Tot het moment dat dit beleid van kracht is, blijft de huidige dubbelbestemming op de plankaarten staan.

Bij de regels wordt voor de dubbelbestemming "archeologisch waardevol gebied" aangesloten bij de Wet op de Monumentenzorg waarbij geen archeologische onderzoeksverplichting is bij bouwwerken <100 m². Het provinciaal beleid gaat in het buitengebied uit dat voor gebieden tussen de 100 en 2.500 m² geen onderzoeksverplichting geldt. Het Oversticht adviseert de gemeente dit uitgangspunt te hanteren.

Reactie van de gemeente

Akkoord, het bestemmingsplan is hierop aangepast.

Het Oversticht mist in hoofdstuk 2 van de toelichting een verwijzing naar het beeldkwaliteitsplan Hart van Twente, dat is opgesteld in het kader van het reconstructieplan. Dit heeft gevolgen voor meerdere onderdelen in het bestemmingsplan. Het Oversticht adviseert en gaat ervan uit dat deze uitgangspunten alsnog opgenomen worden.

Reactie van de gemeente

In het beeldkwaliteitsplan voor Wierden en de omgeving van Vriezeveen is beschreven waar nieuwe bebouwing aan zou moeten voldoen. Het betrof een proefproject in het kader van de Reconstructie, dat in 2002 is afgerond. In 2008 is het Beeldkwaliteitsplan LOG's Wierden opgesteld. Dit beeldkwaliteitsplan wordt gebruikt bij de toetsing van aanzienlijke uitbreidingen op bouwblokken in het gehele buitengebied. In paragraaf 2.4 van de toelichting is het beeldkwaliteitsplan beschreven.

Het Oversticht vraagt in het algemeen aandacht voor ruimtelijke inpassing bij ontwikkelingen in het buitengebied. Het Oversticht ondersteunt de aandacht die de gemeente heeft voor (inrichting van) erven, maar adviseert breder in te steken als het gaat om ruimtelijke en landschappelijke inpassing van ontwikkelingen.

Reactie van de gemeente

Nieuwe ontwikkelingen worden mogelijk gemaakt via de opgenomen wijzigingsbevoegdheden. In de afwegingskaders van de wijzigingsbevoegdheden is aangegeven dat bij de toepassing van de wijzigingsbevoegdheden een evenredige belangenafweging plaatsvindt waarbij onder meer de mate van landschappelijke inpassing is aangetoond. Voor de landbouwontwikkelingsgebieden zijn daarnaast beeldkwaliteitsplannen opgesteld. De gemeente Wierden gaat ervan uit dat de landschappelijke en ruimtelijke inpassing van ontwikkelingen hierdoor voldoende is gewaarborgd.

Plaatselijk Belang Rectum/Ypelo

Het bestuur van Plaatselijk Belang Rectum/Ypelo wil de aandacht vestigen op de noodwoningen. Zij pleit ervoor deze positief te bestemmen, als voorbeeld noemen zij de percelen Kloosterhoeksweg 1 en 2. Dit zal naar hun mening alleen maar leiden tot duidelijkheid richting betrokkenen.

Reactie van de gemeente

Een aantal noodwoningen heeft in het bestemmingsplan “Buitengebied 2009” een woonbestemming gekregen. Dit is in paragraaf 4.5 van de toelichting nader aangegeven. Andere noodwoningen zijn door hun ligging nabij (agrarische) bedrijven of in bos- en natuurgebied niet positief bestemd. Deze woningen vallen onder het overgangsrecht.

Op de percelen Kloosterhoeksweg 1 en 2 zijn geen noodwoningen gevestigd. In het vorige bestemmingsplan hadden deze percelen een bosbestemming, de aanwezige opstallen vielen onder het overgangsrecht. Uit de gemeentelijke bestanden blijkt dat de aanwezige opstallen sinds jaren al niet meer bewoond worden. Zoals in de toelichting is aangegeven is het toevoegen van nieuwe woningen in het buitengebied niet toegestaan.

Voor het Plaatselijk Belang Rectum/Ypelo staat leefbaarheid hoog in het vaandel. Daarom vinden zij dat woningbouw moet worden toegestaan in het buitengebied, met name in het kader van rood voor rood. Nieuwbouw mag echter geen belemmeringen opleveren voor agrarische bedrijven.

Reactie van de gemeente

In het bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor de realisatie van één of meerdere woningen via de Rood-voor-rood-regeling. In het afwegingskader van de wijzigingsbevoegdheden is opgenomen dat bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheden een evenredige belangenafweging plaatsvindt waarbij onder meer de mate waarin de belangen van gebruikers en/of eigenaren van de aanliggende gronden worden geschaad, worden meegenomen.

Voor het overige wordt de bouw van nieuwe woningen in het buitengebied niet toegestaan. Dit is beschreven in paragraaf 4.5 van de toelichting.

RECRON- Overijssel

In de planregels wordt verwezen naar de "Nota verblijfsrecreatie in het landelijk gebied", die als bijlage bij de planregels is gevoegd. Door RECRON zijn knelpunten in deze nota geconstateerd, deze zijn met de gemeente besproken. De RECRON heeft met name behoefte de detaillering in bestemmingsplannen zodanig te beperken, dat op marktontwikkelingen kan worden ingespeeld. Zij pleiten hierbij onder meer om de verordening met daaraan gekoppeld een vergunningsplicht voor kampeerbedrijven te laten varen. Tevens pleiten zij voor eenzelfde planologisch regiem voor alle recreatiebedrijven (ongeacht de omvang). Zij vraagt hierbij omzichtig te werk te gaan bij nieuwvestiging van bedrijven, dit betreft ook de kleinschalige kampeerterreinen.

Reactie van de gemeente

De nota "Verblijfsrecreatie in het landelijk gebied" en de "Kampeerverordening" zijn door de gemeenteraad op 20 januari 2009 door de gemeenteraad vastgesteld. Deze beide documenten zijn in het bestemmingsplan verwerkt. Naar mening van de gemeente is er voor recreatieondernemers in het bestemmingsplan voldoende ruimte opgenomen om op marktontwikkelingen in te kunnen spelen. Dit dient echter wel te gebeuren met inachtneming van de ruimtelijke kwaliteit van het gebied en functies in de omgeving. Het toestaan van kleinschalige kampeerterreinen kan naar mening van de gemeente bijdragen aan de leefbaarheid van het landelijk gebied. Het opzetten van nieuwe kleinschalige kampeerterreinen is echter wel aan voorwaarden verbonden.

Daarnaast geeft de RECRON aan dat nevenactiviteiten in de vorm van verblijfsrecreatie bij agrarische bedrijven geen reëel perspectief bieden. De ambitie van de gemeente moet volgens hen het "grootschalig boeren in een kleinschalig landschap zijn". Daarnaast geeft zij aan dat de opsomming van verblijfsrecreatieve voorzieningen in de toelichting niet volledig is.

Reactie van de gemeente

De toelichting is aangevuld op basis van de laatste stand van zaken. Om de ruimtelijke kwaliteiten en de leefbaarheid van het buitengebied te waarborgen geeft de gemeente Wierden agrarische bedrijven de mogelijkheid om onder voorwaarden de bedrijfsvoering te verbreden. Eén van de mogelijkheden is het realiseren van verblijfsrecreatieve voorzieningen. Gezien de ervaringen binnen de gemeente Wierden en de vraag naar deze voorzieningen blijft deze mogelijkheid in de gemeente Wierden gehandhaafd.

Ten aanzien van de regels verzoekt de RECRON de definitie van "stacaravan" aan te passen en in overeenstemming te brengen met de provinciale richtlijn.

Reactie van de gemeente

De definitie van "stacaravan" is in het ontwerpbestemmingsplan aangepast.

De landschappelijke inpassing van recreatieterreinen heeft op de plankaart de bestemming Bos gekregen. Dit gaat de RECRON te ver, dit maakt in hun optiek deel uit van de bestemming verblijfsrecreatie.

Reactie van de gemeente

De bestemming Bos is opgenomen om de landschappelijke inpassing van verblijfsrecreatieve terreinen te waarborgen. Naar aanleiding van de inspraak- en overlegreacties is de bestemmingsomschrijving van Bos aangepast, zodat ook dichte beplantingsstroken binnen deze bestemming passen.

In het bestemmingsplan is aangegeven dat voor de voor de bouw van centrale voorzieningen geen wijzigingen zijn voorzien. De RECRON pleit voor een verruiming van het bouwblok zodat voortgaand geïnvesteerd kan worden in deze voorzieningen.

Reactie van de gemeente

De bestemmingsvlakken voor verblijfsrecreatieve bedrijven zijn zodanig vorm gegeven dat er voldoende mogelijkheden voor centrale voorzieningen binnen het bouwblok zijn. Bij grotere uitbreidingen dient er concrete, onderbouwde bouwaanvragen te worden ingediend, op basis hiervan zal de gemeente Wierden bekijken of medewerking wordt verleend. Bij een positief besluit kan hiervoor een aparte planologische procedure worden opgestart.

Voor groepsaccommodaties wordt in het voorontwerpbestemmingsplan een maximale maatvoering van 1.000 m³ gehanteerd. Deze maatvoering is volgens de RECRON te klein. Zij pleit ervoor deze eis te laten vervallen of een ontheffing of wijzigingsbevoegdheid in te bouwen.

Reactie van de gemeente

De groepsaccommodaties zijn apart aangeduid. Via een ontheffing is de bouw van enkele groepshuizen tot een omvang van 750 m³ mogelijk. Deze maatvoering volstaat naar mening van de gemeente om in te kunnen spelen op de vraag vanuit de markt.

Vitens

In het beleidskader in hoofdstuk 2 is de gebiedsvisie van het project Waterland Wierden niet genoemd als voor het gebied relevant beleid. De gebiedsvisie kan volgens Vitens worden opgenomen bij het reconstructieplan, aangezien het een pilot is in het kader van de reconstructie. Eveneens ontbreekt in dit hoofdstuk het gemeentelijk Structuurplan Zuidbroek.

Reactie van de gemeente

De gebiedsvisie voor het project Waterland Wierden is in de toelichting als uitwerking van het Reconstructieplan benoemd. Het Zuidbroek ligt buiten het plangebied, om deze reden wordt hieraan geen aandacht besteed.

In het voorontwerpbestemmingsplan zijn niet alle waterwingebieden en nog geen grondwaterbeschermingsgebieden aangegeven op de plankaart doordat de begrenzing niet tijdig beschikbaar was. Vitens gaat ervan uit dat deze in het ontwerpbestemmingsplan wel worden opgenomen.

Reactie van de gemeente

Deze gebieden zijn in het ontwerpbestemmingsplan op de plankaart opgenomen.

Binnen Waterland Wierden wordt een gedeeltelijke verplaatsing van de grondwaterwinning voorbereid. Een nieuwe vergunning hiervoor is nog niet verleend, daarnaast is de planvorming voor de buffers aansluitend aan de grondwaterwinningslocatie nog gaande. Vitens verzoekt een wijzigingsbevoegdheid in het plan op te nemen voor de betreffende gebieden zodat flexibel kan worden ingespeeld op de nieuwe situatie.

Reactie van de gemeente

Akkoord, de wijzigingsbevoegdheid is in de regels opgenomen.

Door het buitengebied van Wierden lopen diverse hoofdtransportleidingen voor drinkwater. Vitens verzoekt deze leidingen als dubbelbestemming in het plan op te nemen. De leidingstroken verzoeken zij te beschermen via het aanlegvergunningenstelsel. Dit komt overeen met het provinciaal beleid. In een aanvullende reactie heeft Vitens aangegeven dat het voor hen van belang is dat zij in kennis worden gesteld en betrokken worden bij graafwerkzaamheden bij de betreffende leidingstrook. Dit is belangrijk om de veiligheid die beoogd wordt te waarborgen.

Reactie van de gemeente

De wens van Vitens om op de hoogte te zijn van graafwerkzaamheden nabij leidingstroken is begrijpelijk, maar het bestemmingsplan is hier niet het geëigende instrument voor. Deze leidingen zijn, anders dan bijvoorbeeld gasleidingen, niet ruimtelijk relevant. Er is geen sprake van eventuele risico's ten aanzien van externe veiligheid als gevolg van de aanwezigheid van een waterleiding. De waterleidingen worden dan ook niet op de plankaart opgenomen.

Waterschap Regge en Dinkel

Het waterschap geeft aan dat het plan helder van opzet is en dat het aspect water goed is meegenomen. Wel heeft het waterschap enkele opmerkingen die naar mening van het waterschap in het plan opgenomen dienen te worden.

Op het moment dat het bestemmingsplan vastgesteld wordt zijn de kaders voor de Kaderrichtlijn Water (KRW) aangegeven in de Rijn Oost nota 2007. Hierbij is onder meer aangegeven dat de focus ligt bij de verbetering van de ecologische kwaliteit. Voor de gemeente Wierden zijn inrichtingsmaatregelen langs enkele waterlopen van belang. Het gaat hier specifiek om het creëren van meer ruimte langs de waterloop. Het waterschap verzoekt de gemeente om te anticiperen op de benodigde ruimte in het bestemmingsplan Buitengebied.

Reactie van de gemeente

Bij het begrenzen van de gebiedsbestemmingen, is de huidige situatie leidend geweest. Voor toekomstige ontwikkelingen zijn flexibiliteitsbepalingen opgenomen. Daarnaast is de waterhuishouding in de bestemmingsomschrijving van de bestemmingen Agrarisch met waarden - Landschap en Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap , waar de belangrijkste waterlopen door lopen, geregeld.

In het hoofdstuk in de toelichting over de beleidskaders zou naar mening van het waterschap een onderdeel "waterschapsbeleid" dienen te worden opgenomen. Het waterschap doet een suggestie voor de tekst hiervoor.

Reactie van de gemeente

Akkoord, de toelichting is hierop aangepast.

Het Waterschap verzoekt in het hoofdstuk "Uitvoering en handhaving" een onderdeel over het Keur op te nemen. De Keur legt beperkingen op aan gebruiksfuncties van percelen langs waterlopen en waterkeringen die in beheer zijn bij het waterschap. In het bestemmingsplan komt de keur nu niet voor, terwijl het een belangrijk beheers- en handhavingsinstrument van het waterschap is. Hierbij merkt het Waterschap op dat de Keur betrekking heef t op alle waterlopen, terwijl in het bestemmingsplan alleen de eerste en tweede soort waterlopen zijn opgenomen.

Reactie van de gemeente

In de Keur van het waterschap staat beschreven wat wel en niet mag op of aan de waterkeringen en watergangen. De keur van de watergangen is juridisch bindend voor de burgers van de gemeente. Doordat de keur van het waterschap juridisch bindend is, is het niet noodzakelijk de daarin genoemde (ruimtelijke) regelgeving in het bestemmingsplan op te nemen. Dit levert namelijk een onnodige dubbele regelgeving op. De keur kan wel beschreven worden in de toelichting van het bestemmingsplan, overeenkomstig de wens van het waterschap.

Bij de bestemming Water-Landschappelijke en natuurlijke waarden is waterberging niet genoemd. Het waterschap zou graag zien dat dit wordt overgenomen, zoals is opgenomen bij artikel 28 (Water).

Reactie van de gemeente

De bestemmingsomschrijving van artikel 29 is hierop aangevuld.

In de concept-Nota "Verblijfsrecreatie in het landelijke gebied" moet bij de toetsingscriteria in hoofdstuk 5 ook "water" genoemd worden.

Reactie van de gemeente

Doordat het ontwerpbestemmingsplan is opgezet overeenkomstig de nieuwe standaarden van de SVBP2008 is de bestemming “Water- landschappelijke en natuurlijke waarden” vervangen door de dubbelbestemming “Waarde- Natuur en Landschap”. Binnen de bestemming is waterberging geregeld.

Stichting Natuur en Milieu Wierden

De Stichting Natuur en Milieu Wierden geeft als algemene reactie dat alles groter en hoger wordt. Dit vindt zij geen goede zaak en hier is Wierden volgens hen ook niet mee gediend.

De Stichting Natuur en Milieu heeft een aantal opmerkingen en aanvullende tekstvoorstellen voor de toelichting. Zij wijst met name op het gevaar voor een achteruitgang van de kwaliteit van het landschap. Daarnaast zijn er volgens de stichting te veel bevoegdheden bij B en W. Ontheffingen en wijzigingsbevoegdheden vinden zij primair een taak van de gemeenteraad.

Reactie van de gemeente

De tekstvoorstellen van Stichting Natuur en Milieu Wierden zijn akkoord, en zijn waar mogelijk verwerkt. In het belang van korte procedures heeft het college van B&W verschillende bevoegdheden, de gemeenteraad stuurt hierbij op hoofdlijnen. Het aantal bevoegdheden dat bij het college van B&W ligt is overigens niet groter dan in het vorige bestemmingsplan "Buitengebied '85".

De Stichting Natuur en Milieu vindt de bescherming van het essenlandschap onvoldoende door mogelijke nieuwvestiging van nieuwe grondgebonden agrarische bedrijven in dit landschapstype. Bij bedrijfsbeëindiging binnen een essenlandschap moet eerst worden gekeken of er een mogelijkheid bestaat voor hervestiging voordat de Rood voor Rood-regeling wordt toegepast.

Reactie van de gemeente

Nieuwe ontwikkelingen zijn enkel mogelijk via een wijzigingsbevoegdheid. Hierbij vindt een afweging plaats of een locatie geschikt is. Niet aan iedere locatie zal medewerking worden verleend. Het ligt bijvoorbeeld niet voor de hand dat een nieuw bedrijf op een es geplaatst wordt. Mocht er wel een positief besluit voor medewerking komen, dan is bij de wijzigingsbevoegdheid de voorwaarde opgenomen dat nieuwe gebouwen landschappelijk worden ingepast/ de ruimtelijke kwaliteit ter plekke verbeterd. Voor nieuwe agrarische bedrijven geldt dat uit onderzoek moet zijn gebleken dat hergebruik van een vrijkomende agrarische bedrijfslocatie niet tot de mogelijkheden behoort.

Naar mening van de gemeente geeft dit voldoende mogelijkheden om waarden in het gebied te kunnen behouden/ versterken.

De Stichting Natuur en Milieu Overijssel vindt dat bij her- en nieuwvestiging voorwaarden moeten worden opgenomen voor onderhoud van omliggende landerijen. Doordat deze tak niet grondgebonden is, bestaat het gevaar dat het omliggende landschap niet onderhouden wordt.

Reactie van de gemeente

Het onderhoud kan niet in een bestemmingsplan worden vastgelegd, het plan wordt hierop dan ook niet gewijzigd.

Het is de Stichting niet duidelijk of voor bedrijfswoningen binnen een agrarisch bouwblok de goothoogte 4 meter is. Een hogere goothoogte past niet in het landschap. Dit ziet zij graag opgenomen in het bestemmingsplan. Hierbij kan de nokhoogte worden beperkt tot 8 meter.

Reactie van de gemeente

Voor bedrijfswoningen op een agrarisch bedrijf geldt, net als voor de overige gebouwen, een maximale goothoogte van 6 meter en een maximale bouwhoogte van 10 meter. De ontheffing voor een hogere goot- en nokhoogte, geldt niet voor de bedrijfswoningen. Doordat het principe van bebouwingsconcentratie geldt, is de gemeente van mening dat een goothoogte van 6 meter geen afbreuk doet aan het landschap.

De Stichting vindt de maatvoeringen binnen de agrarische bedrijfsbestemming erg ruim. Deze maatvoeringen zijn in strijd met de uitgangspunten zoals in de toelichting verwoord.

Reactie van de gemeente

Het nieuwe bestemmingsplan moet de komende tien jaar het kader bieden voor ontwikkelingen in het buitengebied van Wierden. Vanwege macro-economische en maatschappelijke ontwikkelingen is het de verwachting dat de agrarische bedrijven verder zullen groeien. De gemeente heeft hier in dit bestemmingsplan mogelijkheden voor opgenomen. Ontwikkelingen zullen echter binnen de kwaliteiten van het buitengebied moeten plaatsvinden. Om deze reden worden bepaalde ontwikkelingen enkel via flexibiliteitsbepalingen (ontheffing/ wijzingsbevoegdheid) mogelijk gemaakt.

De Stichting is van mening dat teelt ondersteunende voorzieningen landschappelijk moeten worden ingepast. Zij is van mening dat deze voorzieningen alleen binnen de bestemming Agrarisch mogen plaatsvinden. Ditzelfde geldt voor boomkwekerijen.

Reactie van de gemeente

Afhankelijk van de waarden in een gebied kunnen boomkwekerijen worden toegestaan. Een afweging hiervoor zal per initiatief moeten worden genomen. In een besloten gebied heeft dit minder gevolgen dan op een open enk. Om deze reden is hiervoor een ontheffing opgenomen en is een boomkwekerij niet bij recht toegestaan. Dit is in het huidige bestemmingsplan wel het geval is.

Teeltondersteunende voorzieningen zijn binnen de bestemmingen Agrarisch en Agrarisch met waarden - Landschap toegestaan bij ontheffing, binnen een afstand van 50 meter tot het agrarisch bouwblok. Door deze afstandseis op te nemen is er sprake van een concentratie van bebouwing/bouwwerken. Hierbuiten kunnen deze voorzieningen niet worden opgericht. Binnen de bestemming Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap zijn teeltondersteunende voorzieningen in het geheel niet toegestaan.

Bij de niet-agrarische bedrijven mist de Stichting de oppervlakte van de bestemmingsvlakken. Daarnaast is de Stichting van mening dat een nieuwe bedrijfsactiviteit altijd minder (milieu) belastend dient te zijn.

Reactie van de gemeente

De plankaart is op schaal getekend. Doordat alle bouwpercelen concreet begrensd zijn, is de oppervlakte van de bestemmingsvlakken vanaf de kaart te herleiden. Het opnemen van deze oppervlakten in de planregels is derhalve niet nodig. Dit betreft overigens geen wijziging ten opzichte van het bestemmingsplan "Buitengebied '85", dat eenzelfde systematiek kent.

Op de tot Bedrijf bestemde gronden kunnen via ontheffing ook andere bedrijfsactiviteiten worden ontplooid. Deze mogen geen extra invloed hebben op de omgeving. Een vergelijkbare activiteit als de huidige activiteit vindt de gemeente acceptabel.

De Stichting vraagt de hoe de bescherming van gebieden met lokale waarden binnen de bestemming Agrarisch werkt. Tevens vraagt zij zich af welke waarden dit betreft. Daarnaast vraagt zij zich af of de bescherming via een aantal gebruiksverboden en een aanlegvergunningstelsel voldoende waarborg is voor behoud en herstel van waarden binnen de bestemming Agrarisch met waarden - Landschap.

Reactie van de gemeente

De waarden worden beschermd via het aanlegvergunningenstelsel die in een bijlage van de regels is opgenomen. Bij het aanvragen van een aanlegvergunning voor een aanlegvergunningplichtig werk of werkzaamheid, zullen de waarden ter plekke worden bekeken.

De gemeentelijke overheid is verantwoordelijk voor de handhaving van het bestemmingsplan, dit is nader beschreven in paragraaf 7.2. van de plantoelichting.

Voor mestvergisting is een mogelijkheid voor ontheffing opgenomen. Hierbij geldt dat de capaciteit van de installatie minder dan 100.000 kg per dag bedraagt. De Stichting Natuur en Milieu Wierden vraagt of dit niet erg veel is. Voor realisering van mestopslag is daarnaast binnen de agrarische gebiedsbestemmingen een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Inspreker geeft aan dat hierbij de hoeveelheid opslag ontbreekt.

Reactie van de gemeente

De capaciteit van een mestvergistingsinstallatie van 100.000 kg per dag is de grens die vanuit de mer gesteld wordt als mer-plichtige activiteit. Indien de capaciteit meer dan 100.000 kg bedraagt dient een mer uitgevoerd te worden. Tot een capaciteit van 100.000 kg hoeft het effect op het milieu niet aan de hand van een mer beoordeeld te worden. De gemeente is dan ook van mening deze capaciteit als maximum voor een ontheffing op te nemen. Bij een aanvraag voor een grotere capaciteit zal een herziening van het bestemmingsplan plaats moeten vinden, waarbij dan ook een mer uitgevoerd dient te worden.

De gemeente heeft geen maximale maat voor mestopslag opgenomen, zodat aan de hand van het afwegingskader beoordeeld kan worden of de aanvraag aanvaardbaar is, dit verschilt per gebied.

Binnen de bedrijfsbestemming in artikel 8 en woonbestemming zijn lichtmasten toegestaan tot 10 meter. De Stichting vindt dit te hoog voor het buitengebied. Daarnaast geeft zij aan dat de ontheffingen van de bouwregels niet uniform zijn.

Reactie van de gemeente

Voor alle bedrijven geldt dat de bouwhoogte niet meer dan 10 meter mag bedragen. Via ontheffing kunnen deze maten worden verhoogd. Deze verhoging mag maximaal 2 meter bedragen. Dit betekent dat de bouwhoogte voor alle bedrijven via ontheffing niet meer dan 12 meter mag bedragen De goothoogte per bedrijf verschilt. De maximale goothoogte per bedrijf is opgenomen in artikel 8.1. Omdat de goothoogte per bedrijf verschilt, is bij de ontheffingen opgenomen dat de goothoogte met niet meer dan 2 meter mag worden verhoogd. Dit geldt echter niet voor de bedrijfswoningen.

De maximale hoogte van lichtmasten is gewijzigd in 6 meter, deze maat komt overeen met de hoogte uit het bestemmingsplan "Buitengebied '85".

Bij het afwegingskader van de algemene ontheffingen en algemene wijzigingsbepalingen (artikel 50 en 51) wordt gesproken over belangen van gebruikers en/of eigenaren van de aanliggende gronden. Volgens inspreker dient hier belanghebbende te staan. Met name voor natuurgebieden ligt het lastig om de eigenaar hiervan in kennis te stellen. Inspreker is van mening dat een natuurorganisatie ook een belanghebbende is.

Reactie van de gemeente

De gemeente maakt op basis van het afwegingskader een afweging omtrent een ontheffing of wijziging. Hierbij neemt de gemeente dan ook het belang van de gebruikers en/of de eigenaren in mee. Het is daarbij niet de bedoeling deze mensen in kennis te stellen. Bij een procedure voor ontheffing of wijziging kunnen belanghebbenden zienswijzen indienen. In dat geval kunnen ook natuurorganisaties hun zienswijze indienen.

Bij de algemene procedurebepaling in artikel 52 is aangegeven dat stukken 2 weken ter inzage liggen. De Stichting ziet hier problemen ontstaan zodat inspraak of het indienen van een zienswijze onmogelijk wordt. De stichting vraagt wat de onder lid 3 wordt verstaan bij de "onder a genoemde termijn". Tevens vindt zij dat punt 5 qua leesbaarheid vereenvoudigd mag worden.

Reactie van de gemeente

In de nieuwe Wet ruimtelijke ordening is afdeling 3.4 van de Awb van toepassing. Dit houdt in dat in dat geval geen aparte procedureregeling meer bijgevoegd hoeft te worden. Echter voor de duidelijkheid nemen we wel een procedure bepaling op.

De Stichting Natuur en Milieu Wierden vraagt zich af of bij de overgangsbepaling in artikel 54 de bedrijven als genoemd in artikel 8 niet moeten worden uitgesloten van de 10% uitbreidingsmogelijkheid.

Reactie van de gemeente

De overgangsbepaling is vanuit de Bro voorgeschreven, de gemeente kan dus bedrijven niet uitsluiten van de 10% uitbreidingsmogelijkheid.

De Stichting Natuur en Milieu heeft voorts diverse opmerkingen over de plankaart. Het betreft hierbij onder meer de bestemming en begrenzing van diverse natuurgebieden. En bestemmingen van bebouwde locaties. De stichting constateert dat houtwallen niet op de plankaart zijn aangegeven en vraagt of dit de bedoeling is. Daarnaast vraagt zij zich af of de zonering vliegbasis Twente Radar en Munitiedepot Bruineveld nog actueel zijn.

Reactie van de gemeente

De opmerkingen op de plankaart zijn allemaal nagelopen. Dit heeft op diverse plekken geleid tot aanpassing van de kaart. De houtwallen zijn inderdaad niet op de plankaart opgenomen. Zoals in de toelichting is beschreven komen waarden terug in de hoofdbestemmingen en de daaraan gekoppelde bouw-, ontwikkelings- en gebruiksmogelijkheden. Daarnaast worden waarden, zoals houtwallen, beschermd via het stelsel van aanlegvergunningen. De bestemmingen van bosgebieden aan de 3e Lageveldsweg en Bruine Hoopsweg zijn aangepast. De openheid ten noordoosten van de Bekkenhaarsweg is naar mening van de gemeente met de huidige bestemmingsplanregeling afdoende geregeld.

De zonering voor de vliegbasis (in de toelichting) en het munitiedepot (op plankaart) zijn overgenomen overeenkomstig de huidige situatie. De gemeente mag in haar bestemmingsplan nog niet vooruitlopen op de toekomstige situatie. Zodra de situatie voor deze terreinen is gewijzigd zijn de zoneringen niet (meer) van toepassing en kan het bestemmingsplan hierop worden aangepast.

Natuur en Milieu Overijssel

Natuur en Milieu Overijssel vindt dat natuur er erg beknopt vanaf komt in het bestemmingsplan. De beschrijving van natuurwaarden in paragraaf 3.4.2 is volgens Natuur en Milieu Overijssel veel te beperkt en algemeen. Dit moet volgens Natuur en Milieu Overijssel uitgebreider. Zij mist daarbij ambitie en visie op natuur in het plan. In het gemeentelijk Milieubeleidsplan lag de ambitie hoger. Daarnaast mist zij trots/ enthousiasme dat er binnen de gemeente een Natura 2000-gebied ligt: het Wierdense Veld.

Reactie van de gemeente

De beleidsintenties van de gemeente Wierden zoals opgenomen in het gemeentelijke Milieubeleidsplan blijven overeind. De gemeente streeft naar behoud, herstel en ontwikkeling van waardevolle ecologische, landschappelijke en cultuurhistorische waarden. Dit is de toelichting van het bestemmingsplan weergegeven. Er is sprake van een actualisatie van het bestemmingsplan Buitengebied, waarbij geen grootschalige nieuwe ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt.

Gelijk met het opstellen van het bestemmingsplan Buitengebied is een Plan-m.e.r. opgesteld. Hierbij is een passende beoordeling uitgevoerd, waarin de effecten van het bestemmingplan op Natura 2000-gebieden zijn beoordeeld. De Plan-m.e.r. ligt gelijk met het ontwerpbestemmingsplan ter visie.

In de beschrijving van de "Nota Meerjarenbeleid 2008-2010" wordt gerept over nieuwe bestemmingen en andere gebruiksmogelijkheden. De gemeente denkt aan natuurbeheer in combinatie met bedrijfsvestiging. Natuur en Milieu Overijssel informeert wat hiermee wordt bedoeld.

Reactie van de gemeente

Het betreft hier de zogenaamde "rood voor groen"-constructies. Er worden mogelijkheden geboden voor nieuwe ontwikkelingen, zoals nieuwe landgoederen, wanneer ook extra groen wordt aangelegd en onderhouden. In het bestemmingsplan is dit nader uitgewerkt.

Natuur en Milieu Overijssel vindt in het bestemmingsplan niets terug van een verankering van het Landschapsontwikkelingsplan (LOP).

Reactie van de gemeente

Zoals in de toelichting aangegeven was de gemeente bezig met het opstellen van het Landschapsontwikkelingsplan ten tijde dat het voorontwerpbestemmingsplan gereed was. Nu over het LOP duidelijkheid bestaat, is het LOP ook opgenomen als toetsingsinstrument bij diverse ontwikkelingen. Daarnaast zijn de diverse gebiedsbestemmingen afgestemd op het LOP.

Natuur en Milieu Overijssel geeft aan dat in verband met de Natuurbeschermingswet de effecten van het plan op de in of nabij het plan gelegen Natura 2000- gebieden in beeld dienen te worden gebracht.

Reactie van de gemeente

Dit is gebeurd bij het opstellen van de plan-m.e.r. Hierbij is een passende beoordeling uitgevoerd, waarin de effecten van het bestemmingplan op Natura 2000-gebieden zijn beoordeeld. De plan-m.e.r. ligt gelijk met het ontwerpbestemmingsplan ter visie.

Verschillende percelen die op de provinciale kaart 'Herbegrenzing Ecologische hoofdstructuur (concept)' zijn aangegeven als 'bestaand bos en natuurgebied' zijn niet bestemd als Bos of Natuur. Natuur en Milieu Overijssel vraagt de gemeente hier naar te kijken.

Reactie van de gemeente

De laatste stand van zaken omtrent de ecologische hoofdstructuur is in het bestemmingsplan opgenomen. De nieuwe 'ecologische hoofdstructuur' wordt gelijk met de nieuwe omgevingsfunctie vastgesteld.

Niet alle gronden die zijn aangegeven als 'bestaand bos en natuurgebied' hebben een Bos of Natuur bestemming gekregen. Zoals in de toelichting is aangegeven is de bestemming Bos of Natuur alleen toegekend aan natuur- en bosgebieden van enige omvang (globaal > 2 ha). Kleinere gebieden die binnen de ecologische hoofdstructuur vallen, liggen in de (agrarische) gebiedsbestemmingen. Bescherming vindt dan plaats via de bestemmingsomschrijving en de daaraan gekoppelde gebruiksmogelijkheden en het aanlegvergunningenstelsel.

Natuur en Milieu Overijssel verzoekt de toelichting over intensieve veehouderij in verwevingsgebied in paragraaf 2.3 aan te passen, zodat deze overeenkomt met het Reconstructieplan Salland-Twente.

Reactie van de gemeente

Akkoord, de toelichting is aangepast, zodat deze in overeenstemming is met het Reconstructieplan Salland- Twente.

Over de regels heeft Natuur en Milieu Overijssel de volgende opmerkingen:

Natuur en Milieu Overijssel acht het niet wenselijk dat er via een wijzigingsbevoegdheid nieuwe grondgebonden agrarische bedrijven zich kunnen vestigen in extensiveringsgebieden. De aanduiding "geen nieuwvestiging" (specifieke bouwaanduiding uitgesloten - bebouwing) valt namelijk niet samen met het extensiveringsgebied. Natuur en Milieu Overijssel stelt voor de plankaart hierop aan te passen.

Reactie van de gemeente

Nagenoeg het hele extensiveringsgebied valt binnen bestemmingen die nieuwvestiging niet mogelijk maken. Dit geldt echter niet voor de zone direct grenzend aan het Wierdense Veld. Voor de duidelijkheid en eenduidigheid in beleid is de begrenzing van de aanduiding specifieke bouwaanduiding uitgesloten - bebouwing in overeenstemming gebracht met de begrenzing van het extensiveringsgebied.

Er wordt bij de wijzigingsbevoegdheid voor een nieuw intensief veehouderijbedrijf de mogelijkheid gegeven tot een oppervlakte van 3 hectare. Grote bouwblokken zijn ook in LOG's landschappelijk ongewenst volgens Natuur en Milieu Overijssel. Zij stelt voor een bouwblok van maximaal 1,5 hectare toe te staan. Daarnaast adviseert zij om in de regels ook nadere eisen ten aanzien van verkeersveiligheid op te nemen.

Reactie van de gemeente

Voor de landbouwontwikkelingsgebieden zijn visies opgesteld. Deze zijn in dit ontwerpbestemmingsplan overgenomen. De in de visies opgenomen uitgangspunten zijn juridisch-planologisch vastgelegd in de regels.

Ten behoeve van de uitbreiding van een bestaand intensief veehouderijbedrijf kan via een wijzigingsbevoegdheid ruimte worden gegeven aan een bouwblok van 1,5 ha. Natuur en Milieu Overijssel stelt voor om maximaal 1 hectare toe te staan. In het reconstructieplan staat namelijk dat de huidige mogelijkheid om door te groeien tot 1,5 ha in verwevingsgebieden wordt uitgesloten. Natuur en Milieu Overijssel constateert voorts dat bij de bestemming Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap geen onderscheid wordt gemaakt tussen de uitbreiding van een grondgebonden bedrijf en een intensief veehouderijbedrijf. Natuur en Milieu Overijssel stelt voor om voor een bouwblok van maximaal 1 hectare toe te staan voor een intensief veehouderijbedrijf.

Reactie van de gemeente

In het Reconstructieplan Salland-Twente is opgenomen dat intensieve veehouderijbedrijven in het verwevingsgebied (via een wijzigingsbevoegdheid) maximaal 1,5 hectare groot mogen zijn. Dit is ook opgenomen in de regels. Het bestemmingsplan wordt derhalve niet aangepast.

Natuur en Milieu Overijssel adviseert om bij de bestemmingen Agrarisch met waarden - Landschap en Agrarisch met waarden Natuur - en Landschap bij de nadere eisen ook 'landschappelijke inpassing' op te nemen.

Reactie van de gemeente

Akkoord, dit wordt toegevoegd.

NV Nederlandse Spoorwegen

De Nederlandse Spoorwegen geven in een brief van 15 februari 2008 aan dat het voorontwerpbestemmingsplan Buitengebied hen geen aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen.

Reactie van de gemeente

De opmerking wordt ter kennisgeving aangenomen.

IVN afdeling Rijssen- Enter

IVN afdeling Rijssen-Enter geeft aan dat het natuurgebied Wierdenseveld beter omschreven dient te worden. Daarnaast vraagt het IVN zich af of er rekening wordt gehouden met de herbegrenzing van de ecologische hoofdstructuur en/of planaanpassingen van het natuurgebiedsplan Overijssel regio Zuidwest-Twente. Ditzelfde geldt voor het Uitwerkingsplan Enter en de Landinrichting Rijssen.

Reactie van de gemeente

De beschrijving van het Natura 2000-gebied Wierdenseveld is in de toelichting uitgebreid. Zoals in de toelichting beschreven is voor gronden die in de ecologische hoofdstructuur liggen, het huidige gebruik leidend geweest bij het bepalen van de bestemming. Bij het ontwerpbestemmingsplan is hierbij naar de laatste stand van zaken gekeken. In de regels is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen waarmee agrarische gronden relatief eenvoudig kunnen worden omgezet naar natuur, wanneer hierover besluitvorming heeft plaatsgevonden.

IVN afdeling Rijssen-Enter is van mening dat niet-agrarische bedrijven geen uitbreidingsmogelijkheden moeten krijgen. Wanneer ze willen groeien kan dat op een bedrijventerrein. Een klompenmakerij en landbouwmachineverhuur vinden zij niet agrarisch aanverwant.

Reactie van de gemeente

De uitbreidingsmogelijkheden voor niet-agrarische bedrijven zijn afgestemd op het provinciaal beleid. Hierbij is per bedrijf een afweging gemaakt of een bedrijf voor uitbreiding in aanmerking komt, dit geldt ook voor de klompenmakerij en landbouwmachineverhuurbedrijven.

Het IVN is van mening dat de verstening van het landschap door het bestemmingsplan niet wordt tegengegaan, maar juist wordt bevorderd. Dit komt door het toestaan van nieuwe ontwikkelingen, alsmede de grotere hoogte en oppervlakte normen.

Reactie van de gemeente

In het buitengebied van de gemeente Wierden komen verschillende functies voor die ieder een eigen dynamiek kennen. Uitgangspunt van het nieuwe bestemmingsplan is om de bestaande ruimtelijke kwaliteit te behouden en waar mogelijk te versterken en om tegelijkertijd recht te doen aan de dynamiek (ontwikkelingen) van de voorkomende functies.

Om de leefbaarheid in het buitengebied te behouden wordt er ruimte geboden aan nieuwe ontwikkelingen, zoals ruimte voor ruimte en nieuwe functies in vrijkomende bedrijfsgebouwen. Voor ontwikkelingen die via de flexibiliteitsbepalingen worden mogelijk gemaakt, geldt wel dat de landschappelijke inpasbaarheid moet zijn aangetoond.

Het toestaan van erf- en perceelsafscheidingen tot 2 meter werkt volgens IVN de aanleg van houten schuttingen en hekwerken in de hand. Dit geldt met name in de bos- en natuurgebieden.

Reactie van de gemeente

In de bos- en natuurgebieden geldt dat de bouwhoogte van andere-bouwwerken (zoals de erf- en perceelsafscheidingen) bij recht maximaal 1 meter mag bedragen. Er geldt een uitzondering voor andere-bouwwerken ten behoeve van informatievoorzieningen. Hiervoor geldt een bouwhoogte van 2,5 meter. Voor een goed beheer is soms een afrastering nodig, om deze reden is de mogelijkheid voor het oprichten van bouwwerken, geen gebouw zijnde opgenomen.

De hoogte van erf- en perceelsafscheidingen is gelijk aan die uit het bestemmingsplan "Buitengebied '85".

IVN heeft moeite met het toestaan van teeltondersteunende voorzieningen. Zij verzoekt teeltondersteunende voorzieningen en paardenbakken landschappelijk goed in te passen.

Reactie van de gemeente

Teeltondersteunende voorzieningen en paardenbakken zijn enkel mogelijk bij ontheffing, op of in de nabijheid van het agrarisch bouwblok c.q. bebouwingsvlakken binnen de bestemmingen Agrarisch en Agrarisch met waarden - Landschap. Hierdoor wordt voorkomen dat deze verspreid in het landelijk gebied worden opgericht. Door deze voorzieningen te concentreren bij de bebouwing wordt voorkomen dat landschappelijke waarden in het buitengebied onevenredig worden aangetast.

Het IVN geeft aan dat in principe geen nieuwvestiging van agrarische bedrijven moet worden toegestaan. Bij een volwaardig agrarisch bouwblok moet het bouwblok niet groter worden dan 2 ha. Dit geldt ook voor een LOG.

Reactie van de gemeente

Voor nieuwvestigingen van agrarische bedrijven op nog onbebouwde locaties worden in dit bestemmingsplan geen mogelijkheden opgenomen. Mocht hiervoor een initiatief worden opgestart, dan dient hiervoor een aparte planologische procedure te worden gevolgd.

De omvang van agrarische bouwblokken is afgestemd op de LOG-visie die voor de landbouwontwikkelingsgebieden is opgesteld. Voor zowel intensieve veehouderijen in het landbouwontwikkelingsgebied als voor grondgebonden bedrijven geldt een maximale omvang van 2 hectare (met toepassing van de wijzigingsbevoegdheid).

IVN verzoekt sleufsilo's, kuilvoer en mestopslag alleen binnen het agrarisch bouwblok mogelijk te maken. Deze zouden landschappelijk moeten worden ingepast.

Reactie van de gemeente

Wanneer kuilvoerplaten, sleufsilo's en mestopslag altijd op het bouwblok moeten worden geplaatst heeft dit gevolgen voor de omvang van de bouwblokken. Dit betekent bovendien dat op de locatie van deze voorzieningen ook gebouwen kunnen worden opgericht. Dit is vanwege ruimtelijke aspecten niet altijd wenselijk. Daarom is ervoor gekozen om kuilvoerplaten en sleufsilo's ook direct aansluitend aan het bouwblok mogelijk te maken.

De bestemmingen Bos en Natuur zijn mede bestemd voor extensief recreatief medegebruik. Het IVN verzoekt dit alleen mogelijk te maken in de randzone. Ditzelfde geldt voor nieuwe landgoederen. Hiervoor moet 1 ha privé zijn en de rest toegankelijk in de randzone.

Reactie van de gemeente

Het betreft recreatief medegebruik in de vorm van wandel-, fiets- en ruiterpaarden et cetera. Het is aan de terreinbeheerder waar in het gebied dit plaatsvindt. Een terreinbeheerder kan, indien gewenst, gronden hiervoor aanwijzen of uitsluiten. De gemeente regelt dit niet in het bestemmingsplan.

Voor een nieuw landgoed moet daarnaast worden voldaan aan de voorwaarden die hieraan gesteld zijn.

Windturbines en mestvergisting geven overlast richting buren. Om deze reden moet dit volgens IVN niet mogelijk worden gemaakt.

Reactie van de gemeente

De gemeente Wierden vindt duurzaamheid van groot belang, de realisatie van windturbines en mestvergisting past hier goed binnen. Om overlast voor omwonenden te voorkomen kunnen windturbines alleen via ontheffing in of aansluitend aan de bouwblokken worden gerealiseerd. Mestopslag is ook enkel via ontheffing mogelijk binnen de (gebieds)bestemming Agrarisch en het agrarisch bouwblok. Binnen de gebiedsbestemming Agrarisch met waarden - Landschap is mestopslag alleen met een wijziging mogelijk.

Het IVN heeft diverse aanvullingen en opmerkingen ten aanzien van de plankaart. Het betreft hier onder meer de keuze voor nieuwe bestemmingen bij niet-agrarische bedrijven en de begrenzing van bos- en natuurgebieden. Daarnaast zouden zij graag de nieuwe singels bij Rectum en langs de Twikkelervaart op de plankaart willen zien en geeft zij aan dat de grenscorrectie met de gemeente Rijssen-Holten niet is verwerkt.

Reactie van de gemeente

De opmerkingen ten aanzien van de plankaart zijn nagelopen en zonodig aangepast. De grenscorrectie met de gemeente Rijssen-Holten is verwerkt in het ontwerpbestemmingsplan. Niet alle singels zijn op de plankaart aangegeven. Deze vallen binnen de (agrarische) gebiedsbestemmingen en worden beschermd via de gebruiksregels en het aanlegvergunningenstelsel.

Het IVN verzoekt om het aanlegvergunningenstelsel aan te passen. Hiervoor heeft het IVN een voorstel gedaan.

Reactie van de gemeente

Naar aanleiding van alle inspraak- en overlegreacties is het aanlegvergunningenstelsel nogmaals bekeken. Dit heeft geleid tot enkele aanpassingen in het stelsel.

LTO Noord

LTO Noord verzoekt de gemeente om voorzieningen voor het bergen en vasthouden van water onder de bestemming Water te brengen en niet binnen de agrarische gebiedsbestemmingen. Bij wateroverlast gaat het water voor de agrarische functie, bij deze gebieden past wel agrarisch medegebruik. Omdat het om grotere voorzieningen gaat kan hierbij eventueel een oppervlaktemaat worden afgesproken.

Reactie van de gemeente

Het hoofdgebruik in deze gebieden is bepalend voor de functie. Aangezien de gronden worden gebruikt voor agrarische doeleinden, hebben de gronden een agrarische (gebieds-)bestemming ontvangen. In de regels is opgenomen dat deze gronden tevens zijn bestemd voor de berging van water. Hier kunnen nadere afspraken over worden gemaakt. Wanneer hierover overeenstemming wordt bereikt, is dit juridisch-planologisch mogelijk.

De gronden met de bestemming Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap zijn mede bestemd voor natuurvriendelijke oeverzones van 5 meter breed aan weerszijden van een watergang. LTO Noord verzoekt deze vijfmeterstroken ten behoeve van natuurvriendelijke oevers de bestemming Water te geven, aangezien deze stroken voornamelijk langs hoofdwatergangen worden toegepast.

Reactie van de gemeente

De bestemming Water is in principe begrensd vanaf de insteek. Dit betekent dat ook het talud/ de oevers deze bestemming gekregen hebben. De bestemmingsgrens valt hierbij wanneer mogelijk samen met de kadastrale lijn.

Het agrarisch bouwblok kan binnen de bestemming Agrarisch met waarden - Landschap onder voorwaarden worden uitgebreid. Dit geldt echter niet voor intensieve veehouderijen die in het extensiveringsgebied liggen. LTO Noord geeft aan dat dit niet overeenkomstig het reconstructieplan is. Grondgebonden takken van intensieve veehouderijtakken mogen wel uitbreiden.

Reactie van de gemeente

Na een grenscorrectie met de gemeente Rijssen-Holten liggen er in de gemeente Wierden geen intensieve veehouderijen meer in het extensiveringsgebied. De betreffende bepaling is daarom uit de planregels verwijderd.

LTO Noord verzoekt aanpassing van het aanlegvergunningenstelsel. Het is volgens hen onnodig in het agrarisch gebied een aanlegvergunning te vragen voor aanleg van een kavelpad. Daarentegen zou voor het aanbrengen van houtgewas binnen de bestemmingen Agrarisch met waarden - Landschap en Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap wel een aanlegvergunning moeten worden aangevraagd in verband met mogelijke schaduwwerking.

Reactie van de gemeente

Naar aanleiding van de inspraak- en overlegreacties is het aanlegvergunningenstelsel nogmaals beoordeeld. Dit heeft geleid tot enige aanpassingen hierin.

In het bestemmingsplan is aangegeven dat gronden die onlangs in bezit van natuurorganisaties zijn gekomen de bestemming natuur hebben gekregen. LTO Noord vraag zich af welke bestemming deze gronden nu hebben en wat de gevolgen hiervan zijn. LTO Noord wijst hierbij op de wijzigingsbevoegdheid die bij de (agrarische) gebiedsbestemmingen is opgenomen en verzoekt bij deze herziening van het bestemmingsplan geen gronden in de functie natuur te wijzigen.

Reactie van de gemeente

Het betreft hierbij gronden die op basis van bestaande vastgestelde plannen, zoals het Natuurgebiedsplan Overijssel, worden omgezet in natuur en waarbij realisatie van natuur op korte termijn wordt voorzien. Voor overige ontwikkelingen waarbij nieuwe natuur wordt gerealiseerd zal gebruik moeten worden gemaakt van de opgenomen wijzigingsbevoegdheden.

Binnen de dubbelbestemming Waarde - Archeologie indicatief liggen agrarische bouwblokken. LTO Noord verzoekt deze bouwblokken buiten deze dubbelbestemming te laten. Een alternatieve oplossing is om onderscheid te maken tussen een geheel nieuw gebouw of een uitbreiding van een bestaand gebouw. Voor dit laatste zou dan geen aanlegvergunning benodigd zijn.

Reactie van de gemeente

Het voorschrift is zodanig aangepast dat voor ontwikkelingen tot een omvang van 2.500 m² geen onderzoeksverplichting geldt. Hierdoor is voor het bouwen op agrarische bouwblokken waarover deze aanduiding ligt, niet langer een ontheffing nodig.

LTO Noord verzoekt om het vervangen van en onderhoud aan drainage te beschouwen als normaal agrarisch gebruik en dit als zodanig te benoemen in de toelichting.

Reactie van de gemeente

Akkoord, de toelichting is hierop aangevuld.

Gemeente Twenterand

De gemeente Twenterand geeft in een brief van 31 januari 2008 aan dat het voorontwerpbestemmingsplan Buitengebied voor hen geen aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen.

Reactie van de gemeente

De opmerking wordt ter kennisgeving aangenomen.

Gemeente Almelo

De gemeente Almelo geeft in een brief van 7 maart 2008 aan dat het voorontwerpbestemmingsplan Buitengebied voor hen geen aanleiding geeft tot het maken van op- en/of aanmerkingen.

Reactie van de gemeente

De opmerking wordt ter kennisgeving aangenomen.

Dienst Landelijk Gebied

In de toelichting is een samenvatting van het landinrichtingsplan Rijssen opgenomen. Dienst Landelijk Gebied merkt op dat er geen onderscheid meer wordt gemaakt tussen natuurontwikkelings- en reservaatsgebieden. Er wordt uitsluitend nog gesproken over de realisatie van nieuwe natuur.

Reactie van de gemeente

De toelichting is hierop aangepast.

Door Dienst Landelijk Gebied zijn in de overlegreactie enige aanvullingen op de plankaart weergegeven.

Reactie van de gemeente

De aanvullingen zijn verwerkt op de plankaart.

Hulpverleningsdienst Regio Twente

Na beoordeling constateert de regionale brandweer dat het bestemmingsplan dat er voor hen geen aanleiding bestaat om een extra advies uit te brengen. De regionale brandweer gaat er niettemin vanuit dat de risico-objecten te allen tijde beschikken over actuele, voldoende op de risico's toegesneden milieu-, bouw- en gebruiksvergunningen. Een adequaat systeem van controle en handhaving is daar onlosmakelijk mee verbonden.

Reactie van de gemeente

De opmerking wordt ten behoeve van dit bestemmingsplan ter kennisgeving aangenomen.

januari 2010