Plan: | Bestemmingsplan Buitengebied |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0180.5102011001-VS01 |
In het plangebied is de herkenbaarheid van de twee grote eenheden van het dekzandgebied en het laagveengebied en de duidelijke overgang daartussen waardevol. Bij de landschapstypen is de herkenbaarheid van de verschillende typen waardevol. De landschapstypen hebben elk hun eigen kwaliteiten, structuren en waarden. Deze zijn bepaald door de ondergrond (bodem en water) en de ontginningsgeschiedenis.
Het landschap rond Staphorst en Rouveen is van bijzonder hoge kwaliteit vanwege de herkenbare (historische) verschillende landschappen. In de historische landschapseenheden zijn hoge aardkundige, cultuurhistorische, ecologische en ruimtelijke waarden in samenhang aanwezig (zie afbeelding in paragraaf 3.2 landschapstypen).
De ruimtelijke waarden in De Oeverlanden bestaat uit dijken, oude stroomruggen, terpen, oude strangen. In het Laagveengebied bestaan de ruimtelijke waarden uit sloten- en weteringenstelsel, geknikte verkaveling, eendenkooien, kerkheuvels, grote natuurkernen, ganzen en weidevogels. Het houtsingelgebied is deels gaaf, deels 'gesleten' houtsingellandschap, eikenlanen. Hierin is het beschermde dorpsgezicht De Streek (valt buiten het plangebied) gelegen. In het Reestdal gebied zijn hoger gelegen oude bewoningsplaatsen en andere archeologische rijkdom. Een ruimtelijke waarde in het dekzandgebied is het relatief kleinschalige gebied rond Punthorst.
In de Kadernota is op basis van het landschap een ontwikkelingskaart van het buitengebied (zie hoofdstuk 6.2) opgesteld. De ontwikkelingskaart maakt onderscheid in enkele agrarische gebieden, integrale ontwikkelingsgebieden, natuurgebieden en het natuur- recreatiegebied Boswachterij Staphorst. In hoofdstuk 6 wordt aangegeven hoe het bestemmingsplan Buitengebied omgaat met de verschillende landschappen en de mogelijkheden van verblijfsrecreatie in het plangebied.