Plan: | Bedrijventerrein Nagelerweg-A6 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0171.BP00509-VS01 |
Bedrijf - Gasontvangststation
Aan de Energieweg bevindt zich een gasontvangststation van de Gasunie. Aan dit perceel is de bestemming Bedrijf - Gasontvangststation toegekend. Gebouwen zijn uitsluitend toegestaan binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak. De bouwhoogte van gebouwen mag niet meer dan 4 m bedragen.
De grotere aanwezige nutsgebouwen en -voorzieningen binnen het plangebied zijn specifiek bestemd tot nutsvoorzieningen. De bouwhoogte mag niet meer dan 4 m bedragen.
Deze bestemming is toegekend aan de zone langs de Nagelerweg. Binnen de bestemming Bedrijventerrein - 2 zijn bedrijven toelaatbaar t/m categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten. Met aanduidingen zijn eventueel bijzondere dan wel zwaardere functies aangegeven. Dit geldt bijvoorbeeld voor de dagbladuitgeverij op de hoek van de Werktuigenweg en de Techniekweg.
In beginsel zijn detailhandelsbedrijven niet toegestaan, met uitzondering van productiegebonden detailhandel en perifere detailhandel.
Voor een nadere beoordeling over de toelaatbaarheid van de bedrijven is een Staat van Bedrijfsactiviteiten van belang. Naast een omschrijving van de soort/aard van toelaatbaar te achten bedrijven bevat deze Staat indicaties voor de in acht te nemen afstanden ten opzichte van een rustige woonwijk. Deze afstanden hebben betrekking op dan wel vloeien voort uit bepaalde activiteiten van het gemiddeld te achten bedrijf in die sector.
Om op eenvoudige wijze te kunnen inspelen op nieuwe ontwikkelingen, is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen. Via afwijking kunnen bedrijven worden toegelaten die naar de aard van de bedrijvigheid alsmede qua bedrijfsomvang vergelijkbaar zijn met de toegestane bedrijven. Voorwaarde is wel dat deze bedrijven qua hinder en of gevaar geen onevenredige afbreuk doen aan het woon- en leefmilieu.
Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan, behalve de bestaande rechtmatig aanwezige bedrijfswoningen. Deze zijn expliciet in het plan aangeduid.
Tenslotte kan nog worden opgemerkt dat de vestiging van Wgh-inrichtingen is uitgesloten. Deze bedrijven komen in het plangebied niet voor, noch zijn zij daar gewenst. Dit geldt ook voor Bevi-inrichtingen.
Deze bestemming is toegekend aan de overige delen van het bedrijventerrein, met uitzondering van deelgebied Bedrijvenpark A6. In deze zone zijn bedrijven met een hogere categorie toegestaan (t/m 3.2). De voornaamste reden hiervoor is dat de afstand ten opzichte van de woonbebouwing voldoende groot is. De bouwhoogte van bedrijfsgebouwen mag maximaal 15 meter bedragen, met uitzondering van de zone aan de Industrieweg (12 m). Voor het overige zijn de bouw- en gebruiksregels identiek. Wgh-inrichtingen, Bevi-inrichtingen en inrichtingen die vallen onder het Besluit-m.e.r. 1994 zijn uitgesloten.
Bedrijventerrein - Bedrijvenpark
Deze bestemming is toegekend aan het zuidelijk deel van het plangebied: het Bedrijvenpark A6. Er is voor gekozen dit deel van het plangebied van een afzonderlijke bestemming te voorzien, omdat er aanvullende voorwaarden gelden, bijvoorbeeld m.b.t. tot de minimale oppervlakte van nieuwe bouwpercelen, de omvang van horeca-toeleveringsbedrijven en de bouwhoogte. Evenals in de bestemming Bedrijventerrein-3 zijn hier bedrijven tot en met categorie 3.2 toegestaan. Afwijkende categorieën zijn op de verbeelding aangegeven.
De groenvoorzieningen en bos/beplantingsstroken die structuurbepalend zijn voor het plangebied zijn als zodanig bestemd. Binnen deze bestemmingen zijn onder meer voet- en fietspaden, sport- en speelvoorzieningen, water en dergelijke toegestaan.
Deze bestemming is toegekend aan het Zuyderzeecollege en het vereniginsgebouw dat in het verlengde hiervan aanwezig is (Odd fellows). Om te voorkomen dat functies mogelijk worden gemaakt die niet passen bij het gebied , wordt alleen het huidige gebruik als school en verenigingsgebouw toegestaan. De bouwmogelijkheden zijn afgestemd op de bestaande bebouwing.
Deze bestemming heeft betrekking op alle (openbare) verkeers- en parkeervoorzieningen in het plangebied. De bestemmingsomschrijving is ruim van opzet, wat inhoudt dat naast wegen en paden ook groenvoorzieningen mogelijk zijn. Deze meer globale wijze van bestemmen maakt enige flexibiliteit binnen het openbaar gebied mogelijk.
Hoofdwatergangen, waterpartijen en overige waterhuishoudkundige voorzieningen zijn als zodanig bestemd. Ook bruggen, duikers, beschoeiingen en dergelijke zijn toegelaten. Ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats' zijn tevens woonschepenligplaatsen toegestaan. Het toegestane aantal woonschepen is op de verbeelding aangegeven.
Aan de noordzijde van het plangebied loopt een gasleiding. Deze komt ter hoogte van de Energieweg het plangebied binnen. Ter bescherming van de gasleiding is een dubbelbestemming opgenomen. In principe mogen er binnen de dubbelbestemming geen bouw- en aanlegwerkzaamheden uitgevoerd worden, maar hiervan is afwijking mogelijk.
Waarde - Archeologische verwachtingswaarde hoog/ Waarde - Archeologische waarde
Om de te verwachten archeologische waarden te beschermen zijn dubbelbestemmingen opgenomen. Met een dubbelbestemming kunnen ruimtelijk relevante belangen veilig worden gesteld die niet of onvoldoende met de basisbestemmingen kunnen worden gewaarborgd. De met de dubbelbestemming samenhangende belangen hebben in beginsel voorrang op de belangen van de onderliggende bestemmingen.
In het gebied met een hoge archeologische verwachting is sprake van een hoge concentratie archeologische vindplaatsen. Hiervoor geldt dat voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van de basisbestemming met een nader aangegeven oppervlakte een omgevingsvergunning nodig is. Voor nader genoemde werken en werkzaamheden met een nader aangegeven oppervlakte is een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden nodig. Voor gronden met de dubbelbestemming Waarde - archeologische waarde geldt dat de archeologische waarde is aangetoond. Die vrijstelling voor bouwplannen met een oppervlakte van 100 m2 is hier niet van toepassing.
Algemene aanduidingsregels
Op de verbeelding zijn drie gebiedsaanduidingen opgenomen, respectievelijk:
Algemene gebruiksregels
In het Besluit ruimtelijke ordening is een gebruiksverbod opgenomen. Deze gaat uit van de gedachte, dat het gebruik uitsluitend mag plaatsvinden in overeenstemming met de bestemming. Dit maakt het noodzakelijk, dat de bestemmingsomschrijving voldoende duidelijk is.
Algemene afwijkingsregels
In dit artikel is een aantal regels opgenomen, om het mogelijk te maken dat het plan op ondergeschikte punten wordt aangepast. Dit evenwel met het voorbehoud dat de belangen van derden in redelijkheid niet mogen worden aangetast. Ook kleine afwijkingen (maximaal 10%) van de in de regels opgenomen, dan wel op de kaart aangegeven maten, kunnen volgens dit artikel mogelijk worden gemaakt. Omdat een en ander zich niet beperkt tot één bestemming maar bij diverse bestemmingen gewenst of noodzakelijk kan blijken, zijn deze regelen in beginsel op alle bestemmingen van toepassing.
Het afwijken mag geen automatisme zijn. Het bevoegd gezag zal afwijkingen zorgvuldig moeten afwegen en motiveren conform het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
Overgangsregels
Bebouwing die niet voldoet aan de bepalingen van dit bestemmingsplan is onder het overgangsrecht gebracht. Een geringe uitbreiding van de bebouwing wordt mogelijk gemaakt. Indien de onder het overgangsrecht gebrachte bebouwing door een calamiteit verloren gaat is volledige herbouw toegestaan.
Het gebruik van gronden en opstallen dat in strijd is met dit bestemmingsplan op het tijdstip van inwerkingtreding, mag in beginsel worden voortgezet. Wijziging van dit strijdige gebruik is verboden, indien de afwijking van het plan wordt vergroot.