Plan: | Nagele |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0171.BP00482-VS01 |
Bij ruimtelijke planvorming moet aandacht worden besteed aan de natuurwetgeving.
Gebiedsbescherming
Bij iedere ruimtelijke ontwikkeling is een gemeente verplicht om te onderzoeken of het plangebied in of bij een speciale beschermingszone (sbz) als bedoeld in de Natuurbeschermingswet 1998 ligt. Hierbij wordt uitvoering gegeven aan de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn. De kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten mogen niet worden aangetast.
Het plangebied ligt niet binnen of in de nabijheid van een speciale beschermingszone, waardoor nader onderzoek voor dit aspect niet noodzakelijk is.
Soortbescherming
De "Flora- en faunawet" regelt de bescherming van in het wild voorkomende inheemse planten en dieren. Deze wet heeft tot doel om beschermde flora- en faunasoorten te beschermen. Ruimtelijke ontwikkelingen kunnen tot gevolg hebben dat beschermde soorten in het geding komen. Indien dergelijke soorten aanwezig zijn en door de voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling bedreigd worden, moet een ontheffing aangevraagd worden.
Gelet op het feit dat het bestemmingsplan in beginsel grotendeels consoliderend van aard is hoeft in het kader van dit bestemmingsplan geen nader ecologisch onderzoek plaats te vinden.
Op de locatie Eggestraat wordt een nieuwe ontwikkeling voorgestaan waarbij sprake zal zijn van de bouw van een tankstation, wasplaats en hotel/restaurant. In november 2008 is ter zake een advies Flora- en faunawet en Natuurbeschermingswet uitgebracht (Bijlage 6 Advies Flora- en faunawet).
De conclusie luidt als volgt:
Gebiedsbescherming
Het plangebied ligt niet in beschermingszone van de Ecologische hoofdstructuur of Natura-2000 gebied. Er is ook geen sprake van externe werking gezien de afstand tot dergelijke gebieden en de aard van de ingreep. Er is dus geen ontheffing van de natuurbeschermingswet 1998 nodig.
Soortbescherming
Niet bedreigde diersoorten
Er zijn geen belangrijke floristische waarden in het plangebied. De plannen bedreigen de in het gebied voorkomende insecten en zoogdieren niet. Er komen geen reptielen en vissen voor.
Vogels
Alle vogelsoorten zijn beschermd op basis van de Flora en faunawet. Daarmee is in principe iedere ontwikkeling moeilijk te realiseren. Toch zal ontwikkeling mogelijk moeten blijven. Er zal dus een goede afweging over de gevolgen moeten worden gemaakt.
Werkzaamheden in het terrein betekent tijdelijke verandering van het leefgebied van de voorkomende vogelsoorten. Dit zal geen relevante gevolgen hebben voor het voortbestaan van de vogelsoorten of -populaties. De werkzaamheden mogen alleen in het broedseizoen begonnen worden als is aangetoond dat er geen vogels broeden.
Aanbeveling
Bij aanvang van de werkzaamheden moet gezorgd worden om geen aantrekkelijke situaties voor de Rugstreeppad te creƫren of om een paddenscherm te plaatsen zodat deze soort het plangebied niet in kan tijdens de werkzaamheden.