Plan: | Buitengebied Haaksbergen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0158.BP1036-0011 |
Alle bestaande agrarische bedrijven zijn positief bestemd. Hierbij wordt uitgegaan van de bedrijven die in het geldend bestemmingsplan positief bestemd zijn en die momenteel nog een milieuvergunning c.q. melding AmvB Landbouw hebben. Alle bedrijven in het buitengebied zijn geïnventariseerd middels een enquêteonderzoek. De informatie uit deze enquêtes is, evenals de luchtfoto's van het plangebied, gebruikt bij de bepaling van de omvang van de agrarische bestemmingsvlakken.
Later in het proces heeft er een actualisatie van de agrarische bedrijfspercelen plaatsgevonden aan de hand van het gemeentelijke vergunningenbestand.
Er wordt bij de toekenning van deze agrarische bestemmingsvlakken onderscheid gemaakt in het aantal Nederlandse grootte-eenheden (nge's) van een agrarisch bedrijf.
Bestaande agrarische bedrijven met meer dan 10 nge, waarvan verwacht mag worden dat de bedrijfsmatige activiteiten tijdens de planperiode blijven bestaan, komen in aanmerking voor een agrarisch bestemmingsvlak (bestemming "Agrarisch - Agrarisch bedrijf") van 1,5 hectare. De agrarische bedrijven, kleiner dan 10 nge, krijgen een woonbestemming.
Door middel van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - afwijkende maatvoering .. (nummer)" is met het bijbehorende nummer de grootte van het bouwperceel aangegeven. Hierbij is de grootte van het agrarisch bouwperceel van het geldende bestemmingsplan "Buitengebied" (door gemeenteraad vastgesteld op 29 november 2000) leidend.
Bovenstaande systematiek geldt voor alle agrarische bedrijven, met uitzondering van de bedrijven waarvoor, in verband met de uitkomsten van de milieueffectrapportage en de passende beoordeling, een agrarisch bouwperceel is toegekend op basis van de vergunde situatie (milieuvergunning/omgevingsvergunning milieu).
Het gaat hierbij om 50 agrarische bedrijven die gelegen zijn in de 250 m zone van de zeer kwetsbare gebieden in het kader van de beoordeling van ammoniak op grond van de Wet ammoniak en veehouderij (250 m WAV-zone) en 24 piekbelasters in de nabijheid van de Natura 2000-gebieden. Feitelijk gaat het om circa 55 agrarische bedrijven, die een agrarisch bouwperceel op maat krijgen. Een deel van deze 74 agrarische bedrijven heeft namelijk in het vigerende bestemmingsplan een woonbestemming of het gaat om een veldschuur of het agrarisch bouwperceel is al volledig benut en dergelijke.
Deze agrarische bedrijven krijgen een agrarisch bouwperceel ter grootte van de vergunde situatie. Door middel van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - afwijkende maatvoering .. (nummer)" is met het bijbehorende nummer maatvoering de grootte van het bouwperceel aangegeven. Door middel van een wijzigingsbevoegdheid kunnen de agrarische bouwpercelen worden vergroot naar de grootte van het agrarisch bouwperceel van het geldende bestemmingsplan "Buitengebied" (door gemeenteraad vastgesteld op 29 november 2000).
Via een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid is flexibiliteit ingebouwd voor wat betreft de uitbreiding of verschuiving van agrarische bouwpercelen.
Nge | Bestemming | Grootte bestemmingsvlak | |||
Tot 10 nge | Woonbestemming | ||||
Meer dan 10 nge | Agrarisch - Agrarisch bedrijf | 1,5 ha |
De mogelijkheden voor intensieve veehouderij zijn afgestemd op de mogelijkheden uit het Reconstructieplan Salland-Twente (zie Bijlage 13 Landbouw). Hierbij is de ligging van de drie reconstructiezones van belang: landbouwontwikkelingsgebied, verwevingsgebied en extensiveringsgebied.
In het Reconstructieplan Salland-Twente wordt een bedrijf als intensief beschouwd wanneer er minimaal 250 m2 bedrijfsvloeroppervlak wordt gebruikt voor veehouderij volgens de Wet milieubeheer en waar geen melkrundvee, schapen, paarden of dieren "biologisch" worden gehouden en waar geen dieren worden gehouden uitsluitend of in hoofdzaak ten behoeve van natuurbeheer.
De bestaande intensieve veehouderijen binnen verwevingsgebieden en extensiveringsgebieden zijn op de verbeelding specifiek aangeduid.
Intensieve veehouderijen die binnen het verwevingsgebied liggen, kunnen een sterlocatie aanvragen. Op een sterlocatie kan een bestaande intensieve veehouderij, die over voldoende omgevingsruimte beschikt, onder voorwaarden doorgroeien.
Intensieve veehouderijen binnen het LOG zijn niet aangeduid, omdat daar omschakeling in soort agrarische bedrijvigheid mogelijk is. In de gemeente Haaksbergen bevindt zich ten noordwesten van de kern St. Isidorushoeve een LOG. Zie hiervoor Bijlage 6 Ligging LOG-gebied Haaksbergen. In dit bestemmingsplan is gesteld dat agrarische bouwpercelen – via een wijzigingsbevoegdheid – kunnen doorgroeien tot een maximale omvang van 2 hectare. Hierbij geldt overigens wel dat bij uitbreiding of hervestiging een bedrijfsplan en landschapsplan dienen te worden opgesteld door de initiatiefnemer.
Onder nieuwvestiging wordt de realisatie van een nieuw agrarisch bedrijf op een nog onbebouwde locatie verstaan. Het kan daarbij gaan om een geheel nieuw bedrijf van een starter, maar ook om een bestaand bedrijf dat verplaatst moet worden. Nieuwe agrarische bouwpercelen voor grondgebonden agrarisch bedrijven zijn onder voorwaarden alleen mogelijk in het verwevingsgebied.
Nieuwe intensieve agrarische bedrijven kunnen alleen gebruik maken van vrijkomende agrarische bedrijfslocaties ("hervestiging"). Dit is enkel mogelijk in landbouwontwikkelingsgebied en op agrarische bouwpercelen waar reeds een intensief agrarisch bedrijf gevestigd was. Nieuwvestiging nabij natuurgebieden is vanwege de natuurwetgeving niet mogelijk.
Bij een volwaardig agrarisch bedrijf is bij recht één bedrijfswoning toegestaan. De inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 750 m3. Via een afwijking kan deze inhoud worden verhoogd tot ten hoogste 1.000 m3, wanneer dit wenselijk is voor de huisvesting van de toekomstige "rustende" boer.
Een tweede bedrijfswoning kan eveneens via een afwijkingsbevoegdheid mogelijk worden gemaakt. Hierbij wordt als voorwaarde gesteld dat de arbeidsbehoefte van het bedrijf tenminste 2 volwaardige arbeidskrachten bedraagt (dit komt overeen met een bedrijfsomvang van tenminste 120 nge). Bovendien dient een tweede bedrijfswoning in de directe omgeving van de eerste bedrijfswoning te worden gebouwd, tenzij overige bebouwing en/of aanwezige beplanting dat niet mogelijk maakt.
De afwijkingsbevoegdheid voor een nieuwe tweede bedrijfswoning wordt niet toegepast bij situaties waarbij sprake is van een afgesplitste tweede bedrijfswoning.
Er kunnen zich incidenteel situaties voordoen, dat in het verleden als "tweede bedrijfswoning" vergunde woningen inmiddels als burgerwoning worden gebruikt. Dat wil zeggen dat ze geen relatie meer hebben met het agrarisch bedrijf. Het kan dan gebeuren dat vanwege de actuele bedrijfssituatie (bedrijf in ontwikkeling) opnieuw een tweede woning wenselijk is. In die situaties zal de gemeente nieuwe aanvragen voor een tweede bedrijfswoning per geval beoordelen en eventueel via een separate planologische procedure mogelijk maken.
Naar aanleiding van de "Wet Plattelandswoning", zie paragraaf 2.2, is binnen de bestemmingen "Agrarisch - Agrarisch bedrijf", "Agrarisch - Kwekerij" en "Agrarisch - Paardenhouderij" een afwijkingsmogelijkheid opgenomen om een plattelandswoning toe te staan. Dit is gedaan ten behoeve van bewoning van een bedrijfswoning door (het huishouden van) een persoon die geen functionele binding heeft met het binnen het bestemmingsvlak gevestigde bedrijf, onder de voorwaarde dat de betreffende bedrijfswoning afgesplitst is van het agrarisch bedrijf en niet meer als zodanig in gebruik is. Hierbij geldt dat de plattelandswoning onderdeel blijft van het agrarische bedrijf en er geen nieuwe bedrijfswoningen mogen worden gerealiseerd.
Het komt steeds vaker voor dat agrariërs naast de agrarische activiteiten bijvoorbeeld een zorgtak, een kaasmakerij of boerderijkamers als neventak op hun bedrijf starten. De gemeente Haaksbergen ondersteunt dergelijke initiatieven.
Nevenactiviteiten die in het verlengde liggen van het agrarisch bedrijf, zoals de verkoop van producten van het eigen bedrijf, zijn binnen de agrarische bestemming toegestaan. Activiteiten die geen directe relatie met het agrarisch bedrijf hebben, zijn onder voorwaarden toegestaan.
Reeds bestaande en vergunde nevenactiviteiten zijn in het bestemmingsplan positief bestemd. De toegestane nevenactiviteiten zijn in een lijst opgenomen. De aard en omvang van de nevenactiviteit zijn in de planregels vastgelegd.
Bij nieuwe nevenactiviteiten moet sprake zijn van een relatie met een functionerend agrarisch bedrijf. Deze activiteiten worden in beginsel binnen de bestaande bebouwing uitgeoefend. Onder voorwaarden is nieuwbouw binnen of direct aansluitend aan het bouwperceel te overwegen.
Nieuwe nevenactiviteiten worden mogelijk gemaakt via een afwijking van de geldende bouw- en/of gebruiksregels, of via een wijziging van het bestemmingsplan. Voorwaarden die aan een afwijking of wijziging worden gesteld hebben betrekking op zaken als landschappelijke inpasbaarheid, (geen) strijd met milieuwetgeving en infrastructurele inpasbaarheid.
Op het moment dat de agrarische activiteiten stoppen en de nevenactiviteit wordt voortgezet, geldt het beleid voor vrijkomende agrarische bebouwing (zie paragraaf 5.5).
In den lande verschijnen bij agrarische bedrijven (voornamelijk melkveehouderijen) steeds vaker zogenaamde "serrestallen". Aantrekkelijk aan dit stalconcept is de kostprijs, die 2/3 tot de helft goedkoper is dan de prijs van een gangbare (ligboxen)stal. Daarnaast heeft de lichtdoorlatende dakbedekking een positieve invloed op het welzijn van het vee. Ook is vanwege de constructie van een serrestal sprake van een uitstekende ventilatie.
Qua uiterlijke verschijningsvorm hebben serrestallen bolle dakbedekkingen. Omdat dergelijke dakvormen, vanwege het nieuwe concept, niet in gangbare bestemmingsplanregels passen, zijn in de planregels van dit bestemmingsplan "Buitengebied Haaksbergen" bepalingen opgenomen die de realisering van een serrestal planologisch mogelijk maken.