Plan: | Buitengebied Haaksbergen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0158.BP1036-0011 |
Op rijksniveau zijn voor het landelijk gebied de volgende beleidsdocumenten van belang: de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte, de Agenda Vitaal Platteland, de Natuurbeschermingswet 1998 en de nota Waterbeheer in de 21e eeuw.
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte
In 2012 is de nationale Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) van kracht geworden. Deze vervangt onder andere de Nota Ruimte.
De SVIR bepaalt welke kaderstellende uitspraken zodanig zijn geformuleerd dat van invloed zijn op de ruimtelijke besluitvormingsmogelijkheden op lokaal niveau. Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) bevestigt in juridische zin die kaderstellende uitspraken. De Regeling algemene regels ruimtelijke ordening (Rarro) is de ministeriële regeling. Op 30 december 2011 zijn het Barro en de Rarro in werking getreden.
Met de Structuurvisie zet het kabinet het roer om in het nationale ruimtelijke beleid. Het Rijk kiest voor een selectievere inzet van rijksbeleid op slechts 13 nationale belangen. Voor deze belangen is het Rijk verantwoordelijk en wil het resultaten boeken. Buiten deze 13 belangen hebben decentrale overheden beleidsvrijheid.
De nationale belangen zijn:
Op het gebied van leefbaarheid en veiligheid is de ambitie dat Nederland in 2040 zijn inwoners een veilige en gezonde leefomgeving biedt met een goede milieukwaliteit, zowel in stedelijk als landelijk gebied.
In het voorliggende bestemmingsplan is voor de belangen van natuur een regeling opgenomen en daardoor gewaarborgd. In de volgende hoofdstukken is reeds uitgebreid aandacht besteed aan de cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten van het plangebied en op welke wijze daarmee in het bestemmingsplan wordt omgegaan.
In verband met de laagvliegroute geldt een beperking voor de bouwhoogtes. Die zijn echter geen probleem voor het voorliggende bestemmingsplan, omdat de toegestane bouwhoogtes in dit plan ver beneden de bovenkant van de beperking blijft. In het bestemmingsplan is voor de laagvliegroute een aanduiding opgenomen.
Binnen het radarverstoringsgebied moet een radarverstoringsonderzoek worden uitgevoerd voor nieuw te bouwen gebouwen en overige bouwwerken die hoger zijn dan de bijbehorende hoogtebeperking. Ter voorkoming van de radarverstoring zijn er beperkingen van toepassing op de bouw van gebouwen en bouwwerken die hoger zijn dan 45 meter boven NAP. Het voorliggende bestemmingsplan biedt geen mogelijkheden voor objecten hoger dan 45 meter. Er is dan ook geen aanleiding om deze zone in het bestemmingsplan op te nemen.
Bij de ontwikkelingsmogelijkheden die het voorliggende bestemmingsplan biedt, moet rekening worden gehouden met de diverse omgevingsaspecten.
Agenda Vitaal Platteland
De Agenda Vitaal Platteland (AVP) is een integrale visie van het rijk op het platteland. De AVP gaat uit van een integraal perspectief en gaat het in op de economische, ecologische en sociaal-culturele aspecten van het platteland. Aan de hand van de thema's "verbreding van de landbouw", "leefbaarheid", "natuur en landschap" en "milieukwaliteit" wordt de rijksvisie geformuleerd. In het algemeen wil het kabinet het beleid voor het landelijk gebied sturen op hoofdlijnen en niet meer regelen dan strikt noodzakelijk is. Het rijk voert alleen specifiek beleid op bepaalde terreinen zoals de Ecologische Hoofdstructuur en de Nationale Landschappen. Integratie en uitvoering van het beleid dienen op gebiedsniveau plaats te vinden. De overheid wil ruimte scheppen voor investeringen in groen en groene diensten door vermindering van regelgeving.
Ten aanzien van natuur en landschap wil het kabinet de mogelijkheden verruimen om het platteland te "beleven". Hiertoe dient de toegankelijkheid en bereikbaarheid voor recreatie en toerisme in het agrarisch cultuurlandschap te worden verbeterd. Ontwikkelingen in het landelijk gebied dienen zodanig te worden begeleid dat kwaliteit ontstaat, gebaseerd op een goed evenwicht tussen ecologische, economische en esthetische aspecten van het landschap. Het blijft de taak van de rijksoverheid om de Ecologische Hoofdstructuur te versterken.
Natuurbeschermingswet 1998
Vanaf oktober 2005 vindt de gebiedsbescherming in Nederland plaats via de gewijzigde Natuurbeschermingswet 1998. Deze wet kent de volgende beschermde gebieden:
Natura 2000-gebieden
Voor beschermde Natura 2000-gebieden geldt dat er voor projecten en handelingen geen verslechtering van de kwaliteit van de habitats of een verstorend effect op de soorten waarvoor het gebied is aangewezen mag optreden. Binnen de Natura 2000-gebieden zijn de Vogel- en Habitatrichtlijnen te onderscheiden. De Vogelrichtlijn, welke is vastgesteld in 1979, is een regeling van de Europese Unie (EU) die tot doel heeft alle in het wild levende vogelsoorten op het grondgebied van de EU te beschermen. De lidstaten van de EU zijn verplicht voor alle vogelsoorten die in hun land leven, leefgebieden van voldoende grootte en kwaliteit te beschermen. De Europese Habitatrichtlijn beoogt de biologische diversiteit te waarborgen door het in stand houden van de natuurlijke en halfnatuurlijke leefgebieden en de wilde flora en fauna. De Habitatrichtlijn is gericht op de bescherming van soorten en natuurlijke habitats. Hiervoor zijn eveneens speciale beschermingszones aangemerkt.
Binnen de gemeente Haaksbergen zijn het Buurserzand en Haaksbergerveen (zie Bijlage 2) en Witte Veen (zie Bijlage 3) als Natura 2000-gebied aangewezen. In de directe omgeving van de gemeente Haaksbergen bevinden zich in Nederland het "Teeselinkven" (gemeente Berkelland) en het "Boddenbroek" (gemeente Hof van Twente). De relevante gebieden in Duitsland zijn "Witte Venn & Krosewickerwald", "Amts Venn & Huafelder Moor", "Graeser Venn & Lasterveld", "Luenter Fischteich und Ammeloer Venn", "Schattet Gatt", "Wacholderheide Hoersteloe", "Zwillbrocker Venn & Ellewickerfeld" en "Moore und Heiden des Westliche Münsterlandes".
Beschermde Natuurmonumenten
Beschermde Natuurmonumenten hebben als doel om gebieden met een natuurwetenschappelijke of landschappelijke betekenis te vrijwaren van ingrepen. Het kan gaan om gebieden met zeldzame plant- en/of diersoorten, maar ook om gebieden die door hun ontstaansgeschiedenis, bodemopbouw of landschappelijke schoonheid waardevol zijn. In de gemeente Haaksbergen zijn geen Beschermde Natuurmonumenten aangewezen. Het nabijgelegen Boddenbroek (gemeente Hof van Twente) is wel een Beschermd Natuurmonument, dat invloed kan hebben op het grondgebied van de gemeente Haaksbergen.
Ecologische Hoofdstructuur
Uitgangspunt van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) is duurzame instandhouding, herstel en ontwikkeling van een zo groot mogelijke verscheidenheid van de in het wild levende dieren en plantensoorten als wel elementen van ecosystemen. De EHS bestaat uit een groot aantal natuurgebieden. Om deze natuurgebieden te verbinden tot een samenhangend geheel worden er ook nieuwe natuurgebieden en (robuuste) verbindingszones ontwikkeld.
De provincie Overijssel heeft de natuurwaarden in Overijssel begrensd in de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS). De PEHS bestaat uit natuur- en bosgebieden, water, te ontwikkelen natuurgebieden, beheersgebieden, verbindingszones en afrondingsgebieden.
Uitgangspunt is het handhaven van rust en het tegengaan van verstoring en versnippering door het weren van grootschalige nieuwe ontwikkelingen in de PEHS.
De PEHS binnen de gemeente Haaksbergen is grofweg gelegen in de zuidoostelijke helft van het gemeentelijk grondgebied (omgeving Buurserbeek en heide/bosgebieden Buurserzand en Haaksbergerveen, Witte Veen). Zie ook Bijlage 4 voor de ligging van de EHS.
De provincie is bezig met de herbegrenzing van de EHS. De herijkte EHS wordt planologisch vastgelegd als onderdeel van de actualisatie van de Omgevingsvisie Overijssel.
Waterbeheer in de 21e eeuw
Sinds 2000 is de Kaderrichtlijn Water (KRW) van kracht. Deze Europese richtlijn streeft naar duurzame en robuuste watersystemen en is gericht op zowel oppervlaktewater als grondwater. De KRW gaat uit van standstill: de ecologische en chemische toestand van het grond- en oppervlaktewater mag vanaf 2000 niet verslechteren. Andere belangrijke uitgangspunten uit de KRW zijn een brongerichte aanpak en "de vervuiler betaalt".
In de periode tot 2009 zijn de ecologische doelen voor waterlichamen opgesteld en vastgesteld. De doelen moeten in 2015 gerealiseerd zijn. Doelen mogen onder bepaalde voorwaarden ook later worden gehaald of worden bijgesteld. Voor beschermde gebieden (onder andere Vogel- en Habitatrichtlijngebieden, maar ook zwemwateren) kan echter niet van de deadline van 2015 afgeweken worden. Hoewel de uiteindelijke chemische normen en ecologische doelstellingen nu nog niet bekend zijn, is de verwachting dat aanscherping van de huidige maatregelen die gemeenten en andere partijen genomen hebben, nodig zal zijn.
Om voldoende aandacht voor waterkwantiteit, maar ook waterkwaliteit in de ruimtelijke plannen te garanderen, is de watertoets in het leven geroepen. Doel van de watertoets is het eerder en explicieter in het planproces betrekken van water. Hiertoe hebben rijk, provincies, gemeenten en waterschappen een Bestuurlijke notitie Waterbeleid in de 21e eeuw en een Handreiking watertoets ondertekend. Kortweg betekent dit dat ten behoeve van de waterkwantiteit het principe "vasthouden, bergen en afvoeren" dient te worden gehanteerd en voor de waterkwaliteit: "scheiden, schoon houden en schoon maken".
Wet Plattelandswoning
Op 1 januari 2013 is de "Wet Plattelandswoning" in werking getreden. De Wet Plattelandswoning is vertaald in het onderhavige bestemmingsplan, zie hiervoor paragraaf 5.2.4. Door de Wet Plattelandswoning kunnen in bestemmingsplannen voormalige boerderijen als plattelandswoning worden aangewezen. Dit geeft de woningen een speciale status. De boerderij houdt met de Wet Plattelandswoning wel het karakter van een bedrijfswoning, maar kan toch door iemand anders worden bewoond. Hiermee wordt voorkomen dat voormalige agrarische bedrijfswoningen belemmerd gaan werken voor het agrarische bedrijf waar ze eerst toe behoorden.