Plan: | Chw bestemmingsplan Kernen gemeente Dalfsen 2016 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0148.Kernen2016-vs01 |
Het bestemmingsplan Chw bestemmingsplan Kernen gemeente Dalfsen 2016 met identificatienummer NL.IMRO.0148.Kernen2016-vs01 van de gemeente Dalfsen.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. Functionele ondergeschiktheid is niet vereist.
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
onder het aanhuisverbonden beroep ook wordt gerekend een internetwinkel/webshop.
Een op de verbeelding blijkens de daarop voorkomende verklaring als zodanig opgenomen aanduiding, die aangeeft welke bestemming/aanduiding van toepassing is op de aangepijlde gronden.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van bij het plan aangegeven regels zoals bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder c van de Wet ruimtelijke ordening.
Een veehouderij, akkerbouw- of tuinbouwbedrijf niet zijnde een glastuinbouwbedrijf, een champignonkwekerij bedrijf of een gebruiksgerichte paardenhouderij (manege).
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, zonder dak.
Een werk, geen bouwwerk zijnde.
In een schriftelijke rapportage vastgelegd bureau- en/of veldonderzoek naar de materiële neerslag van menselijke aanwezigheid en menselijk handelen in het verleden.
Door burgemeester en wethouders aangewezen terrein waarvan op grond van historische gegevens of door archeologische vondsten en onderzoek vast staat dat het van algemeen belang is wegens zijn betekenis voor de archeologische monumentenzorg.
Door burgemeester en wethouders aangewezen terrein waarvan op grond van historische gegevens of door archeologische vondsten en onderzoek vast staat dat het van algemeen belang is wegens zijn betekenis voor de archeologische monumentenzorg.
De aan een gebied toegekende waarden in verband met de kennis en studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit in het verleden, tenminste ouder dan 50 jaar.
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
De bebouwde oppervlakte van de gebouwen uitgedrukt in procenten van de totale oppervlakte van nader aangegeven gronden.
Een aan de woonfunctie ondergeschikte toeristisch-recreatieve voorziening gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt binnen de woning. Onder een bed & breakfast wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid of permanente kamerverhuur.
Een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel alleen plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen.
Een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf.
Een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk alleen bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is. Bed & breakfast is toegestaan.
Een strook grond of water waaraan beperkingen kunnen worden opgelegd in verband met de veiligheid van de leidingen.
Een object als bedoeld in artikel 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
De grens van een bestemmingsvlak.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Inrichting als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen1.
Een functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw of ander bouwwerk met een dak.
Een opgaand gewas zowel levend als afgestorven, met en dwarsdoorsnede van de stam van minimaal 30 cm op 1,3 m hoogte boven het maaiveld. In geval van meerstammigheid geldt de dwarsdoorsnede van de dikste stam.
De monetaire waarde van een boom, zoals getaxeerd volgens de meest recente richtlijnen van Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
De grens van een bouwvlak.
Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
Een grens van een bouwperceel.
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
Een bouwkundige constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect en duurzaam met de aarde is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de aarde.
Een bijbehorend bouwwerk, dat plat is afgedekt en voorzien van maximaal 2 wanden, maximaal 30 m2 aan bebouwde oppervlakte, met een maximale hoogte van 4 m, tenzij dit anders in de bestemmingsregels is vastgelegd.
Vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik.
De aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt.
Sociaal culturele voorzieningen in de vorm van een vrijetijdscentrum met de daarbij behorende recreatie- en sportvoorzieningen, vergader- en horecavoorzieningen, overnachtingsmogelijkheden daaronder begrepen, gebouwen, bedrijfswoning, bouwwerken geen gebouw zijnde, tuinen, erven, terreinen, parkeer-, waterhuishoudkundige- en groenvoorzieningen. Een seksinrichting valt niet onder dit begrip.
Iedere bovenbeëindiging van een gebouw.
Een verticaal raamkozijn in een schuin dak, voorzien van eigen dak en zijwanden, welke constructie uitsluitend als dakkapel wordt aangemerkt indien de oppervlakte van de dakkapel geringer is dan de oppervlakte van het dakvlak.
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), het verkopen en/of leveren van goederen, geen motorbrandstoffen zijnde, in hoofdzaak aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
detailhandel in omvangrijke producten en materialen, als keukens, badkamers, sanitair, woninginrichting waaronder meubelen, auto's, boten, caravans en tenten, grove bouwmaterialen, brand- en explosiegevaarlijke stoffen, bouwmarkten en tuincentra.
Het bedrijfsmatig verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden.
Een gebouw, waarin de bedrijfsuitoefening hoofdzakelijk is gericht op het bieden van gelegenheid tot dansen op mechanische en/of levende muziek en het serveren van al dan niet alcoholhoudende dranken.
De aan een gebied toegekende waarde die verband houden met de samenhang van dieren en planten en hun leefomgeving en/of tussen dieren en planten onderling.
De bouwlaag op de begane grond.
De tweede bouwlaag van een hoofdgebouw, een souterrain of kelder niet daaronder begrepen;
Een plat afgedekte uitbouw aan de gevel van een woning.
De Energie Prestatie Coëfficiënt zoals opgenomen in het Bouwbesluit.
Elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak.
Recreatief gebruik dat in hoofdzaak is gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals spelen, wandelen, struinen en fietsen, en dat slechts beperkt beslag op de ruimte legt, met ondergeschikte voorzieningen als picknickbanken en bewegwijzeringsborden. Onder extensief recreatief gebruik wordt in elk geval niet verstaan gebruik zoals paintball, boerengolf, een maisdoolhof en gemotoriseerde sporten.
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Een bedrijf dat (overwegend) is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen door gebruik te maken van kassen (staand glas).
Twee-aaneengebouwde woningen
Een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezelijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
Eén of meer bomen of boomvormers of andere houtachtige gewassen, mogelijk onderdeel uitmakend van hakhout, een houtwal, een grotere (lint)begroeiing van heesters en struiken, een beplanting van bosplantsoen, een struweel of een heg met een minimale dwarsdoornsnede van 30 cm op 1,3 m hoogte boven het maaiveld.
Een bedrijf, in hoofdzaak gericht op:
Tot een horecabedrijf worden ook afhaalzaken en maaltijdbezorgdiensten gerekend.
Een met een aanhuisverbonden beroep te vergelijken activiteit waarbij sprake is van een online etalage waarbij diensten en producten kunnen worden aangeschaft via het internet. Er is daarbij geen sprake van de opslag van goederen, het afhalen van goederen, verkoop aan huis, een showroom aan huis of reclameuitingen.
Een tent, tentwagen, een kampeerauto of een caravan, niet zijnde een stacaravan of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voorzover geen bouwwerk zijnde waarvoor volgens artikel 40 van de Woningwet een bouwvergunning is vereist, één en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen of gewezen voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
Een kangoeroewoning is een in omvang ondergeschikte één of tweepersoonswoning die een in-, dan wel aangebouwd deel uitmaakt van een grotere woning. Er is geen gemeenschappelijk gebruik van verblijfsruimten en sanitaire voorzieningen, maar overigens worden de oorspronkelijke woning en de kangoeroewoning als één woning beschouwd. Er is één voordeur en er is open verbinding tussen de oorspronkelijke woning en de kangoeroewoning. De kangoeroewoning krijgt geen eigen huisnummer.
Een ruimte die dient voor de uitoefening van administratieve, boekhoudkundige dan wel financiële, organisatorische en/of zakelijke dienstverlening - niet zijnde detailhandel - al dan niet met een (publiekgerichte) baliefunctie.
Een gebouw, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, dienend tot het kweken van vruchten, bloemen of planten.
Een kampeerterrein voor maximaal 15 kampeermiddelen gedurende de periode van 15 maart tot en met 31 oktober.
De in bijlage (Bedrijvenlijst ontleend aan de brochure "Bedrijven en milieuzonering" van de VNG) genoemde bedrijvigheid, dan wel naar de aard en de invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, die door zijn beperkte omvang in of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend.
Een object dat qua functie vooral een esthetische waarde heeft.
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voor civieltechnische en/of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een via- of aquaduct of een sluis, dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening.
Een object als bedoeld in artikel 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
De aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door de waarneembare verschijningsvorm van dat gebied.
Een constructie bestaande uit een dak met maximaal 1 zijwand.
De gemiddelde hoogte van het bestaande terrein grenzende aan de gevels.
Educatieve, sociaalmedische, sociaalculturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen voor sport en sportieve recreatie - met uitzondering van voorzieningen voor gemotoriseerde en gemechaniseerde sporten en sporten met dieren - en voorzieningen voor openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca voor deze voorzieningen.
Een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6, lid 1 onder d van de Wet ruimtelijke ordening.
De aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en/of biologische elementen, voorkomend in dat gebied.
Werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden, waaronder begrepen de handhaving dan wel de realisering van de bestemming.
Een voorziening voor de telecommunicatie en de gas-, water-, en elektriciteitsdistributie en voor soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, telefooncellen en zendmasten worden begrepen. Onder nutsvoorzieningen worden ook begrepen bouwwerken voor koude- en warmteopslag, het opladen van accu's van voertuigen met een elektromotor en containers voor het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen.
Vergunning voor activiteiten als genoemd in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
Een (kleinschalige) horecavoorziening binnen een bestemming waarvan de functie een andere dan horeca is maar waar men voor de hoofdfunctie een ruimte specifiek heeft ingericht voor het bereiden en de consumptie van drank en etenswaren in de ochtend, middag en avond ten dienste van de bestemming. Verhuur aan derden tijdens en buiten openingstijden, voor al dan niet besloten feesten en partijen, is niet toegestaan.
Voor verblijf geschikte al dan niet aan de bestemming onttrokken voer- en vaartuigen en kampeermiddelen.
Een bouwkundige constructie van enige omvang, geen gebouw zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
Een bouwwerk, al dan niet aangebouwd aan een gebouw of een ander-bouwwerk, bestaande uit alleen van boven afgesloten of afgedekte ruimte van lichte constructie zonder eigen wanden.
De kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
Gronden (i.c. met water) die (dat) in hoofdzaak gericht zijn op het bieden van een ligplaats aan recreatievaartuigen voor een beperkte termijn.
Bewoning van een ruimte als hoofdverblijf.
Detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.
Vuurwerk, niet zijnde consumentenvuurwerk.
Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander persoon of meerdere personen tegen vergoeding.
Een gebouw, waarvoor een vergunning volgens artikel 40 van de Woningwet is vereist en dat dient als periodiek verblijf voor recreanten, die hun hoofdverblijf elders hebben.
Een enkele strook van de rijbaan van een weg, die voldoende plaats biedt aan een enkele rij rijdende motorvoertuigen op meer dan drie wielen, waaronder niet begrepen opstelstroken, in- en uitvoegstroken, op- en afritten.
De voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
De Staat van Bedrijfsactiviteiten Bedrijventerreinen die van deze regels deel uitmaakt.
Een kampeermiddel in de vorm van een caravan of soortgelijk onderkomen op wielen, dat mede gelet op de afmetingen, kennelijk niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen ook over grote afstanden als een aanhangsel van een auto te worden voortbewogen.
Het te koop aanbieden van goederen, dan wel het aanbieden van diensten, vanaf een zelfde plaats, al dan niet gebruikmakend van fysieke hulpmiddelen als een kraam of een aanhangwagen, in de openbare ruimte.
Een abrupt hoogteverschil met een aardkundige ontstaansgeschiedenis.
De op of bij de weg behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, zoals: verkeerstekens, wegbebakingen, bewegwijzeringen, verlichting, halte-aanduidingen, parkeerregulerende constructies, roadbarriers, informatie- en reclameobjecten, rijwielstandaards, communicatievoorzieningen, beeldende kunst, gedenktekens, abri's en dergelijke.
Een zelfbedieningszaak in hoofdzaak gericht op de verkoop van levensmiddelen.
Tuin die onderdeel uitmaakt van het binnenerf en die dienst doet als pleisterplaats voor dagrecreatie (ook gebruikt door passanten), waar thee en andere dranken, alsmede kleine spijzen zoals broodjes verkrijgbaar zijn. De theetuin mag buiten de hiervoor geschetste mogelijkheden niet gaan fungeren als restaurantfunctie niet ondersteunend aan de hoofdfunctie.
Rooien, kappen, verplanten, snoeien van meer dan 20% van de kroon of het wortelgestel, met inbegrip van kandelaberen, het verrichten van handelingen, zowel boven- als ondergronds, die de dood, ernstige beschadiging of ernstige ontsiering van de houtopstand ten gevolge kunnen hebben. Regulier onderhoud zoals het periodiek vellen van hakhout en noodzakelijk beheer aan knotbomen, gekandelaberde bomen of leibomen valt hier niet onder.
De voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte voor de detailhandel (Let op!. Dit is dus de netto-vloeroppervlakte).
Een perceel grond dat zich niet in de onmiddellijke nabijheid van de woning van de gebruiker bevindt, waarop de gebruiker gewassen teelt voor eigen gebruik.
De naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, als een perceel met meerdere zijden aan een weg grenst, de als zodanig door burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel.
De voorgevelrooilijn als in de Bouwverordening, tenzij dit anders is aangegeven in het bestemmingsplan.
Een op zichzelf staande woning.
Inrichting waar professioneel vuurwerk en/of meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk aanwezig is.
Een gebouw, dat een ruimte omvat, welke door zijn indeling kennelijk bedoeld is te worden gebruikt voor de detailhandel.
Een complex van ruimten dat dient voor de zelfstandige huisvesting van één afzonderlijk huishouden. Bed & breakfast is toegestaan.
Een gebouw, hetzij vrijstaand, hetzij aaneengebouwd, dat alleen één woning omvat.
Een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden.
Een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een woonwagenstandplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.
Een perceel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten.
Een organisatie vallend onder de Kwaliteitswet zorginstellingen, waarbij sprake is van gezamenlijk verleende zorg en nevenschikking, niet zijnde een samenwerkingsverband of beheersorganisatie.
Een gebouw of zelfstandig gedeelte van een gebouw, over het algemeen gelijkvloers en rolstoeltoegankelijk, voor de huisvesting van personen die niet zelfstandig kunnen wonen, gericht op het verlenen van zorg, met de daarbij behorende facilitaire en gemeenschappelijke voorzieningen.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
De kortste afstand tussen de buitenwerkse maten van de gebouwen.
De kortste afstand van enig punt van een bouwwerk tot de bouwperceelgrens.
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Tussen de buitenwerkse maten en/of de harten van de scheidingsmuren.
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken.
Tussen de buitenwerkse maten en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschaften, airco kasten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van buitenwerkse maten, bouwvlak- of bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
Alle maten zijn tenzij anders aangegeven:
Bij de toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van de aangegeven lijn.
De voor Agrarisch aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, andere-werken, parkeer-, groen-, en overige voorzieningen - niet zijnde voorzieningen voor de opslag van mest - en agrarische cultuurgronden.
Op de voor Agrarisch aangewezen gronden mogen alleen bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Voor gebouwen gelden de volgende regels:
Voor bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van nieuw te bouwen bebouwing en de nokrichting van de kappen van gebouwen teneinde een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke situering (=bebouwings- en verkavelingskarakteristiek) van zowel de bebouwing onderling.
Voor een besluit tot nadere eis geldt de in lid 49.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming - indien het agrarisch bedrijf is beëindigd - in casu de bestaande bebouwing met bijbehorend erf te wijzigen:
De wijziging als bedoeld in lid 3.5.1 kan uitsluitend plaatsvinden indien:
Ter beoordeling van de toelaatbaarheid van de wijziging vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken wordt:de uitvoerbaarheid, waaronder begrepen de milieutechnische uitvoerbaarheid en toelaatbaarheid en de landschappelijke inpasbaarheid; de mate waarin de belangen van de gebruikers en/of eigenaren van de aangrenzende gronden en/of nabijgelegen agrarische bedrijven alsmede de waarden en functies van de gronden welke het plan beoogt te beschermen door de gebruiksverandering worden geschaad.
Indien de uitvoerbaarheid niet is aangetoond en/of de waarden en/of belangen als hierboven genoemd onevenredig worden geschaad vinden de in lid 3.5.1 genoemde wijzigingsbevoegdheden geen toepassing.
De voor Agrarisch met waarden - Landschap aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, andere-werken, parkeer-, groen-, en overige voorzieningen - niet zijnde voorzieningen voor de opslag van mest - en agrarische cultuurgronden.
Op de voor Agrarisch met waarden - Landschap aangewezen gronden mogen alleen bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer dan 2,5 m mag bedragen.
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:
Het is verboden op of in de tot Agrarisch met waarden - Landschap bestemde gronden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen gebouw zijnde, of werkzaamheden de navolgende andere-werken en/of werkzaamheden, geen normale onderhouds- of exploitatiewerkzaamheden zijnde, uit te voeren:
Regel 4.4.1 is niet van toepassing als het andere-werken en/of werkzaamheden betreft:
De andere werken en/of werkzaamheden als bedoeld in lid 4.4.1 zijn alleen toelaatbaar als door die andere-werken en/of werkzaamheden, dan wel door de daarvan, hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen, de landschappelijke, cultuurhistorische en/of de aangrenzende (vochtgebonden) natuurlijke waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouw zijnde, wegen, paden, parkeervoorzieningen, water, waterhuishoudkundige voorzieningen en groenvoorzieningen;
met dien verstande dat bedrijfswoningen niet zijn toegestaan, in afwijking hiervan is ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' 1 bedrijfswoning toegestaan, dan wel het ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal.
met dien verstande dat niet zijn toegestaan:
anders dan bestaand.
Op de voor Bedrijf aangewezen gronden mogen alleen bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Voor een gebouw gelden de volgende regels:
Voor een bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor een bouwwerk geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing voor:
Voor een besluit tot nadere eis geldt de in lid 49.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Een in lid 5.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan alleen worden verleend als geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Een in lid 5.5.1 genoemde omgevingsvergunning kan alleen worden verleend als geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de percelen met de nadere aanduiding 'bedrijf' wijzigen in een woonbestemming, detailhandel of maatschappelijk, met dien verstande dat:
De voor Bedrijf - Nutsvoorziening aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende gebouwen - een bedrijfswoning daaronder niet begrepen -, bouwwerken, geen gebouw zijnde, erven en terreinen.
Op de voor Bedrijf - Nutsvoorziening aangewezen gronden mogen alleen bouwwerken voor de bestemming worden gebouwd.
Voor een gebouw gelden de volgende regels:
Voor een bouwwerk geen gebouw zijnde, zonder dak gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing voor:
Voor een besluit tot nadere eis geldt de in lid 49.1 Procedure nadere eis vermelde voorbereidingsprocedure.
De voor Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouw zijnde, wegen, paden, parkeervoorzieningen, water en groenvoorzieningen.
Voor een gebouw gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, voor:
Voor een besluit tot nadere eis geldt de in lid 49.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2.2 onder c en een bouwhoogte toestaan van maximaal 5,5 m.
De in lid 7.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan alleen worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
De voor Bedrijventerrein aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat:
met dien verstande dat niet is toegestaan:
met daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde, andere-werken, tuinen, erven, terreinen, wegen, ontsluitingspaden, en parkeervoorzieningen, water en groenvoorzieningen.
Op de op voor Bedrijventerrein aangewezen gronden mogen alleen bouwwerken voor de bestemming worden gebouwd.
Voor een gebouw gelden de volgende regels:
Voor een bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor een bouwwerk geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing voor:
Voor een besluit tot nadere eis geldt de in lid 49.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Een in lid 8.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan alleen worden verleend als geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - voorwaardelijke bepaling' mogen alleen in gebruik genomen worden ten dienste van de bestemming indien het bouwperceel is ingepast overeenkomstig de in de Bijlage 1 opgenomen inpassing.
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Een in lid 8.6 genoemde omgevingsvergunning kan alleen worden verleend als geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
De voor Bos aangewezen gronden zijn bestemd voor (hoog)opgaande afschermende beplanting, bos, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, met daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, andere-werken, waterlopen en voorzieningen.
Op de voor Bos aangewezen gronden mogen alleen bouwwerken geen gebouw zijnde voor de bestemming worden gebouwd.
Voor een bouwwerk geen gebouw zijnde geldt de regel dat de bouwhoogte maximaal 2,5 m mag zijn.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing voor:
Voor een besluit tot nadere eis geldt de in lid 49.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende bouwwerken, tuinen, erven, terreinen, wegen, paden, al dan niet ondergrondse parkeervoorzieningen, water en groenvoorzieningen.
Op de voor 'Centrum' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Voor een gebouw gelden de volgende regels:
Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde, zonder dak gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Voor een besluit tot nadere eis geldt de in lid 49.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2.2 onder b en een bouwhoogte toestaan van maximaal 5,5 m.
Een in lid 10.4 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.1 :
Een in lid 10.5.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
De voor 'Centrum - Waterfront' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen, erven, terrassen, terreinen, wegen, paden, parkeervoorzieningen, waterhuishoudkundige- en groenvoorzieningen.
Op de voor 'Centrum - Waterfront' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Voor een gebouw gelden de volgende regels:
Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde, zonder dak gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Voor een besluit tot nadere eis geldt de in lid 49.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
Een in lid 11.4 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
De voor 'Cultuur en Ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde, tuinen, erven, terreinen, parkeer-, waterhuishoudkundige- en groenvoorzieningen.
Op de voor 'Cultuur en Ontspanning' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Voor een gebouw gelden de volgende regels:
Voor een bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde, zonder dak gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Voor een besluit tot nadere eis geldt de in lid 49.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
Burgemeester en wethouders kunnen met ingang van 1 januari 2023 de bestemming wijzigen in de bestemming Agrarisch het geval er geen gebruik is gemaakt van een bouwmogelijkheid die heeft geleid tot het verwezenlijken van de bestemming.
De voor Detailhandel aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende gebouwen, waaronder begrepen bouwwerken, geen gebouw zijnde, tuinen, erven, terreinen, parkeer-, waterhuishoudkundige- en groenvoorzieningen;
met dien verstande dat bedrijfswoningen niet zijn toegestaan, in afwijking hiervan is ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' 1 bedrijfswoning toegestaan.
Op de voor Detailhandel aangewezen gronden mogen alleen bouwwerken voor de bestemming worden gebouwd.
Voor een gebouw gelden de volgende regels:
Voor een bouwwerk geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing voor:
Voor een besluit tot nadere eis geldt de in lid 49.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.1:
Een in lid 13.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
De voor 'Groen ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en verhardingen;
met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer uitgesloten - parkeren' parkeren niet is toegestaan.
Op de voor Groen aangewezen gronden mogen alleen bouwwerken, geen gebouw zijnde voor de bestemming worden gebouwd.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde, zonder dak geldt de regel dat de bouwhoogte maximaal 6 m bedraagt, in afwijking hiervan bedraagt de bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte' maximaal de daar aangegeven hoogte.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing voor:
Voor een besluit tot nadere eis geldt de in lid 49.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend het gebruiken van de gronden overeenkomstig de bestemmingsomschrijving indien de steilrand ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - steilrand' niet in stand wordt gehouden.
De voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde, tuinen, erven, terreinen, terrassen, parkeer-, waterhuishoudkundige- en groenvoorzieningen;
met dien verstande dat bedrijfswoningen niet zijn toegestaan, in afwijking hiervan is ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' 1 bedrijfswoning toegestaan.
Op de voor Horeca aangewezen gronden mogen alleen bouwwerken voor de bestemming worden gebouwd.
Voor een gebouw gelden de volgende regels:
Voor een bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde, zonder dak gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing voor:
Voor een besluit tot nadere eis geldt de in lid 49.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 15.1 onder a en b en toestaan dat een hogere categorie van de Horecalijst die als bijlage bij deze regels is gevoegd.
Een in lid 15.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan alleen worden verleend als geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
De voor Kantoor aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde, tuinen, erven, terreinen, parkeer-, waterhuishoudkundige- en groenvoorzieningen;
met dien verstande dat bedrijfswoningen niet zijn toegestaan, in afwijking hiervan is ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' 1 bedrijfswoning toegestaan.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor een bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zonder dak gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, voor:
Voor een besluit tot nadere eis geldt de in lid 49.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
De voor Maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde, tuinen, erven, terreinen, kunstobjecten, parkeer-, waterhuishoudkundige- en groenvoorzieningen;
met dien verstande dat bedrijfswoningen niet zijn toegestaan, in afwijking hiervan is ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' 1 bedrijfswoning toegestaan.
Op de voor Maatschappelijk aangewezen gronden mogen alleen bouwwerken voor de bestemming worden gebouwd.
Voor een gebouw gelden de volgende regels:
Voor bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde, zonder dak gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing voor:
Voor een besluit tot nadere eis geldt de in lid 49.1vermelde voorbereidingsprocedure.
De voor Maatschappelijk - Begraafplaats aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, erven, terreinen, paden, parkeer- en groenvoorzieningen.
Op de voor Maatschappelijk - Begraafplaats aangewezen gronden mogen alleen bouwwerken voor de bestemming worden gebouwd.
Voor een gebouw gelden de volgende regels:
Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde, zonder dak gelden de volgende regels:
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde, tuinen en verhardingen;
met dien verstande dat bedrijfswoningen niet zijn toegestaan, in afwijking hiervan is ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' 1 bedrijfswoning toegestaan. In aanvulling op het bepaalde in artikel 1.21 bedrijfswoning/dienstwoning is de bedrijfswoning ook bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, die een functionele binding heeft met het bedrijf vanwege het beheer en/of toezicht van/op het bedrijf.
Op de voor 'Recreatie' bestemde gronden mogen alleen bouwwerken ten dienste van bestemming worden gebouwd.
Voor een gebouw, met uitzondering van de beheerders-/bedrijfswoning, gelden de volgende regels:
Voor een bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor een bouwwerk geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing voor:
Voor een besluit tot nadere eis geldt de in lid 49.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
Het college van burgemeester en wethouders kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Een in lid 19.4 genoemde omgevingsvergunning kan alleen worden verleend als geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Het college van burgemeester en wethouders kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 19.5, sub a, lid 4 onder de voorwaarde dat per saldo geen afname is van ruimtelijke kwaliteit en/of aantasting van landschappelijke en/of natuurlijke waarden (gelijkwaardigheidsbepaling).
Een in lid 19.6 genoemde omgevingsvergunning kan alleen worden verleend als geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
De voor 'Recreatie - Evenemententerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met een daar bijbehorend gebouw en daarbij behorende bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen, paden, parkeer-, waterhuishoudkundige- en groenvoorzieningen.
Op de voor 'Recreatie - Evenemententerrein' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Voor het bouwen van een gebouw gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van een bouwwerk geen gebouw zijnde zonder dak gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Een in lid 20.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
De voor Recreatie - Passantenhaven aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, erven, terreinen, paden, parkeer- en groenvoorzieningen.
De inrichting op de voor Recreatie - Passantenhaven aangewezen gronden vindt plaats met inachtneming van het bepaalde, dat:
Voor zover deze gronden tevens deel uitmaken van de bestemming Waterstaat , geldt dat in geval van strijdigheid van belangen aan de bestemming Waterstaat voorrang moet worden gegeven.
Op de voor Recreatie - Passantenhaven aangewezen gronden mogen alleen bouwwerken voor de bestemming worden gebouwd.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde, zonder dak geldt de volgende regel:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
De voor Sport aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsook ondergeschikte en daarbij behorende horeca;
met daarbij behorende gebouwen - een bedrijfswoning daaronder niet begrepen -, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen, paden, parkeer-, waterhuishoudkundige- en groenvoorzieningen.
Op de voor Sport bestemde gronden mogen alleen bouwwerken voor de bestemming worden gebouwd.
Voor een gebouw gelden de volgende regels:
Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde, zonder dak gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen voor de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing en verlichting.
Voor een besluit tot nadere eis geldt de in lid 49.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
De voor Tuin aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, erven en parkeervoorzieningen;
met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'overige zone – Nieuwlanden II', naast het gebruik zoals opgenomen onder a, tevens zijn bestemd: wegen, parkeer- en groenvoorzieningen.
Op de voor Tuin bestemde gronden mogen alleen bouwwerken, geen gebouw zijnde, voor de bestemming worden gebouwd.
Voor een bijbehorend bouwwerk gelden de volgende regels:
Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde, zonder dak geldt een maximale bouwhoogte van 1 m.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing voor:
Voor een besluit tot nadere eis geldt de in lid 49.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer uitgesloten - parkeren' parkeren niet is toegestaan.
Op de tot Verkeer bestemde gronden mogen alleen bouwwerken voor de bestemming worden gebouwd.
Voor een gebouw gelden de volgende regels:
Voor een carport gelden de volgende regels:
Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, voor:
Voor een besluit tot nadere eis geldt de in lid 49.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Op de tot Water aangewezen gronden mogen alleen bouwwerken, geen gebouw zijnde, voor de bestemming worden gebouwd.
Voor een bouwwerk, geen gebouwen zijnde, zonder dak gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, voor:
Voor een besluit tot nadere eis geldt de in lid 49.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde, tuinen en erven;
met dien verstande dat:
Op de voor Wonen aangewezen gronden mogen alleen bouwwerken voor de bestemming worden gebouwd, als het bevoegd gezag ten behoeve van de bouw van de woningen of ander geluidgevoelige objecten:
Voor een hoofdgebouw gelden de volgende regels:
Voor bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde, zonder dak gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing voor:
Voor een besluit tot nadere eis geldt de in lid 49.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Een in lid 26.4 genoemde omgevingsvergunning kan alleen worden verleend als geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde, tuinen en erven.
Op de voor 'Wonen - 1' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Voor een hoofdgebouw gelden de volgende regels:
Voor bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde, zonder dak gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Voor een besluit tot nadere eis geldt de in lid 49.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en opstallen voor een bedrijf.
De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde, tuinen en erven, met dien verstande dat:
Op de voor 'Wonen - 2' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Voor een hoofdgebouw gelden de volgende regels:
Voor bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde, zonder dak gelden de volgende regel:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Voor een besluit tot nadere eis geldt de in lid 49.1vermelde voorbereidingsprocedure.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Een in lid 28.4 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 28.1 :
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen:
met dien verstande dat voor het bepaalde onder b en c geldt dat:
De voor ' Wonen - Woongebouw ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, andere-werken, tuinen en erven.
Op de voor ' Wonen - Woongebouw ' aangewezen gronden mogen alleen bouwwerken voor de bestemming worden gebouwd.
Voor een hoofdgebouw gelden de volgende regels:
Voor bijbehorend bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde, zonder dak gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing voor:
Voor een besluit tot nadere eis geldt de in lid 49.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Een in lid 29.4 genoemde omgevingsvergunning kan alleen worden verleend als geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Wonen - Woonwagenstandplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, tuinen, erven, wegen, straten, paden, verblijfsgebieden, water, parkeer-, waterhuishoudkundige-, groen- en speelvoorzieningen.
Op de voor 'Wonen - Woonwagenstandplaats' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Voor een woonwagen gelden de volgende regels:
Voor bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor een bouwwerk geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 30.2.1 onder b en toestaan dat de onderlinge afstand wordt verminderd, mits er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bereikbaarheid en veiligheid in geval van calamiteiten.
Een in 30.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Voor de woonwagenstandplaats Strenkhaarsweg 6B t/m 6E in Lemelerveld gelden aanvullend op de overige regels in dit artikel de volgende bepalingen:
De bewoners van de woonwagenstandplaats mogen op dit terrein, Strenkhaarsweg 6B t/m 6E, maximaal twee personenauto's tegelijkertijd aanwezig hebben, hetzij voor reparatie, hetzij voor handel met een maximum van 12 auto's per jaar. Deze auto's mogen gerepareerd en/of verhandeld worden vanaf dit terrein, met dien verstande dat deze activiteiten van zodanige aard en omvang zijn dat er geen sprake is van een vergunningsplicht op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (onderdeel milieu) of een melding op grond van het Activiteitenbesluit. Daarbij moet het terrein zijn ingericht volgens de tekening 'Lemelerveld Herinrichting Woonwagenkamp definitief', d.d. 21-09-2016, zoals opgenomen in Herinrichting Woonwagenkamp Lemelerveld.
Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend:
De voor ' Leiding - Gas ' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de instandhouding van ondergrondse hoge druk gastransportleidingen, inclusief voorzieningen, met de daarbij behorende belemmeringenstrook.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel, met uitzondering van de regels van Leiding - Gas en Waterstaat - Waterkering, vóór de regels die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 31.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en).
De in 31.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan alleen worden verleend, indien:
Onder strijdig gebruik wordt begrepen:
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen gebouw zijnde, of werkzaamheden de navolgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 31.5.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 31.5.1 kan worden verleend indien de betreffende werken en/of werkzaamheden de belangen van de leiding niet schaden. Alvorens te beslissen op een aanvraag wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken en/of werkzaamheden de belangen in verband met de leiding niet worden geschaad en welke voorwaarden dienen te worden gesteld ter voorkoming van eventuele schade.
De voor Leiding - Hoogspanningverbinding aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel, met uitzondering van de regels van Leiding - Gas en Waterstaat - Waterkering, vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Op de voor Leiding - Hoogspanningverbinding aangewezen gronden mogen, in afwijking van hetgeen in de overige regels is bepaald, uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd dan wel bestaande bouwwerken.
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van de bestaande gebouwen.
Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde, zonder dak gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 32.2 en toestaan dat wordt gebouwd voor de basisbestemming.
Een in lid 32.3 genoemde omgevingsvergunning kan alleen worden verleend als vooraf schriftelijk advies is gekregen van de netbeheerder en mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het veilig en doelmatig functioneren van de hoogspanningsverbinding.
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen gebouw zijnde, of werkzaamheden de navolgende werken of werkzaamheden, geen normale onderhouds- of exploitatiewerkzaamheden, uit te voeren:
Het in 32.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden die:
Een in lid 32.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan alleen worden verleend als vooraf schriftelijk advies is gekregen van de netbeheerder en mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het veilig en doelmatig functioneren van de hoogspanningsverbinding.
De voor ' Leiding - Water ' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag op deze gronden niet anders worden gebouwd dan voor de dubbelbestemming ' Leiding - Water '.
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen, op minder dan een breedte van 5 m ter weerszijden van de aanduiding op die gronden, voor de dubbelbestemming ' Leiding - Water ' worden gebouwd.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 33.2.1 en staan toe dat bouwwerken worden gebouwd, welke toelaatbaar zijn op grond van het bepaalde in de andere bestemmingen.
De in 33.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan alleen worden verleend, als:
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen gebouw zijnde, of werkzaamheden de navolgende werken of werkzaamheden, geen normale onderhouds- of exploitatiewerkzaamheden, uit te voeren:
Het in 33.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden die:
Alvorens te beslissen over een aanvraag voor een omgevingsvergunning horen burgemeester en wethouders de betreffende leidingbeheerder(s).
De voor ' Waarde - Archeologie 1 ' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en vaststelling van archeologische waarden.
Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het is verboden om zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren, zulks ongeacht het bepaalde in de regels bij andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen:
Het verbod van 34.3.1 is niet van toepassing, als de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 34.3 bedoeld, zijn alleen toelaatbaar, als de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken werkzaamheden toelaatbaar, als:
Het is verboden om zonder een omgevingsvergunning een bouwwerk te slopen, zulks ongeacht het bepaalde in de regels bij andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen.
De voor ' Waarde - Archeologie 2 ' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en vaststelling van archeologische waarden.
Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het is verboden om zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren, zulks ongeacht het bepaalde in de regels bij andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen:
Het verbod van 35.3.1 is niet van toepassing, als de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 35.3 bedoeld, zijn alleen toelaatbaar, als de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken werkzaamheden toelaatbaar, als:
Het is verboden om zonder een omgevingsvergunning een bouwwerk te slopen, zulks ongeacht het bepaalde in de regels bij andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen.
De voor ' Waarde - Archeologie 3 ' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en vaststelling van archeologische waarden.
Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het is verboden om zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren, zulks ongeacht het bepaalde in de regels bij andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen:
Het verbod van 36.3.1 is niet van toepassing, als de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 36.3 bedoeld, zijn alleen toelaatbaar, als de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken werkzaamheden toelaatbaar, als:
Het is verboden om zonder een omgevingsvergunning een bouwwerk te slopen, zulks ongeacht het bepaalde in de regels bij andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen.
De voor ' Waarde - Archeologie 4 ' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en vaststelling van archeologische waarden.
Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het is verboden om zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren, zulks ongeacht het bepaalde in de regels bij andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen:
Het verbod van 37.3.1 is niet van toepassing, als de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 37.3 bedoeld, zijn alleen toelaatbaar, als de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken werkzaamheden toelaatbaar, als:
Het is verboden om zonder een omgevingsvergunning een bouwwerk te slopen, zulks ongeacht het bepaalde in de regels bij andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen.
De voor ' Waarde - Archeologie 5 ' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en vaststelling van archeologische waarden.
Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het is verboden om zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren, zulks ongeacht het bepaalde in de regels bij andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen:
Het verbod van 38.3.1 is niet van toepassing, als de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 38.3 bedoeld, zijn alleen toelaatbaar, als de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken werkzaamheden toelaatbaar, als:
De voor ' Waarde - Archeologie 6 ' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en vaststelling van archeologische waarden.
Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het is verboden om zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren, zulks ongeacht het bepaalde in de regels bij andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen:
Het verbod van 39.3.1 is niet van toepassing, als de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 39.3 bedoeld, zijn alleen toelaatbaar, als de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken werkzaamheden toelaatbaar, als:
De voor Waterstaat aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende (basis)bestemming(en), mede bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, andere werken en bijbehorende voorzieningen.
Op de in lid 40.1 bedoelde gronden mogen alleen bouwwerken, geen gebouw zijnde, voor de bestemming gebouwd worden waarbij:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 40.2 onder b en toestaan dat wordt gebouwd voor en conform de basisbestemming.
De in lid 40.3 genoemde omgevingsvergunning wordt alleen verleend:
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen gebouw zijnde, of werkzaamheden de navolgende werken of werkzaamheden, geen normale onderhouds- of exploitatiewerkzaamheden, uit te voeren:
Het onder 40.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De onder 40.4.1 genoemde vergunning wordt alleen verleend:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de bescherming en de instandhouding van de (primaire) waterkering.
Op of in de voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden mogen, ongeacht hetgeen in de overige regels is bepaald, geen bouwwerken anders dan voor de bestemming ' Waterstaat - Waterkering ' worden gebouwd.
Deze regeling is niet van toepassing op bestaande bouwwerken.
Voor een gebouw gelden de volgende regels:
Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde, zonder dak geldt de volgende regel:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van:
De voor 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Op de voor 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' bestemde gronden mag, in afwijking van hetgeen in de overige regels is bepaald, niet anders worden gebouwd dan ten behoeve van deze dubbelbestemming.
In afwijking van het bepaalde in 42.2.1 mogen, indien en voor zover de waterstaatkundige belangen dit toestaan, bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat de regels van die bestemming van overeenkomstige toepassing zijn.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 42.2.1 en toestaan dat bouwwerken worden gebouwd, die toelaatbaar zijn op grond van het bepaalde in de andere bestemmingen.
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen in het gebied waarvoor het Beeldkwaliteitplan Nieuwe Landen II is opgesteld geldt dat in zoverre sprake is van een dak met een dakhelling, minimaal 45% van dit dakoppervlak georiënteerd moet zijn in zuidelijke richting of indien het beeldkwaliteitplan ter plekke een ander percentage voorschrijft, het percentage dat is opgenomen in het Beeldkwaliteitplan Nieuwe Landen II. Deze bepaling geldt niet voor vrijstaande woningen.
Verder geldt dat bij de aanvraag van een bouwvergunning voor het bouwen conform de welstandsnota getoetst zal worden aan het voor die locatie betreffende beeldkwaliteitsplan, indien van toepassing, zoals opgenomen in de bijlagen bij deze regels. Bij gebruikmaking van afwijkings- of wijzigingsbevoegdheden zullen de beeldkwaliteitplannen bij de afweging worden betrokken.
In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud of afstand tot enige grens van bouwwerken, in de bestaande situatie, minder dan wel meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud of afstand in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan, uitsluitend conform de bestaande situatie.
De in de bouwregels van de bestemmingen opgenomen maximale maten, afmetingen, percentages mogen tot maximaal 10% van die maten, afmetingen en percentages worden vergroot ten behoeve van isolatiemaatregelen van gebouwen die uitgaan boven de in wettelijke normering. Het maximum van 10%-afwijking mag uitsluitend worden toegepast bij EPC-waarde die niet hoger is dan 0. Tot 5% afwijking is toegestaan bij een EPC-waarde van maximaal 0,2.
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten aanzien van de plaats en vormgeving van de isolatiemaatregelen ten behoeve van het behoud van de karakteristiek van gebouwen.
Deze regels zijn niet van toepassing als de wettelijke normering een lagere EPC-waarde vereist dan in dit artikel is genoemd.
In afwijking van de bouwregels in de bestemmingen mag de oppervlakte van gebouwen worden vergroot als volgt:
Deze regels zijn niet van toepassing als de wettelijke normering een lagere EPC-waarde vereist dan in dit artikel is genoemd.
Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, in strijd met de bestemming(en).
Gebruik in strijd met de bestemming is in ieder geval:
Gebruik is niet in strijd met de bestemming, als het gaat om het gebruiken of het laten gebruiken van gronden voor kortstondige, incidentele evenementen, festiviteiten en manifestaties, als daardoor volgens een wettelijk voorschrift vergunning, ontheffing, afwijking of vrijstelling vereist is en deze is verleend.
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, geldt op of in de gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - bedrijven 1' geen beperkt kwetsbare en kwetsbare objecten mogen worden gebouwd.
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het gebruik van de gronden en bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - bedrijven 1' voor beperkt kwetsbare objecten en kwetsbare objecten.
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, geldt op of in de gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - bedrijven 2' geen kwetsbare objecten mogen worden gebouwd.
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het gebruik van de gronden en bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - bedrijven 1' voor kwetsbare objecten.
Ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - lpg' geldt dat een te hoog veiligheidsrisico van kwetsbare objecten en beperkt kwetsbare objecten moet worden tegengegaan.
In afwijking van het bepaalde bij de voorkomende bestemming mogen geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 46.3.2 in die zin dat beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd, mits hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid van personen.
Ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - molenbiotoop' zijn de aangegeven gronden tevens bestemd voor de handhaving van openheid met het oog op een vrije windvang van de molen, met dien verstande dat op deze gronden de bestemmingsbepalingen zoals opgenomen in de overige regels van 'vrijwaringszone - molenbiotoop' onverminderd van toepassing blijven.
Onder een met de bestemming strijdig en dientengevolge verboden gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik en laten gebruiken van gronden en opstallen voor het in stand laten van bomen, heesters en opgaande beplanting met een hoogte van meer dan 4,8 m dan wel het planten van bomen, heesters en andere opgaande beplanting, waarvan de hoogte meer dan 4,8 zal gaan bedragen.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 46.4.2 in die zin dat de volgende activiteiten worden verricht:
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien door die werken de belangen van de betreffende molen als werktuig niet in onevenredige mate worden geschaad, waartoe burgemeester en wethouders advies kunnen inwinnen bij de Stichting Westermolen Dalfsen.
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - dijk' zijn de gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), tevens bestemd voor:
Voor deze gebieden is de Keur van het waterschap van toepassing. De keur bevat voorschriften ter bescherming van de waterkering.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:
Een in lid 47.1 genoemde afwijkingsmogelijkheid kan alleen worden toegepast als geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat enige bestemming wordt gewijzigd in de bestemming Verkeer, Tuin of Groen, mits:
met dien verstande dat burgemeester en wethouders nadere instructies kunnen geven ten aanzien van de wijze van afkoppeling;
Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduiding Wetgevingszone - wijzigingsgebied' de bestemmingen wijzigen in de bestemming Bedrijventerrein met de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1', voor het vestigen van bedrijven tot en met categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten Bedrijventerreinen, die als bijlage bij deze regels is gevoegd.
Ter beoordeling van de toelaatbaarheid van een wijziging vindt een evenredige belangenafweging plaats, waarbij betrokken worden:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingszone - wijzigingsgebied 1' wijzigen in die zin dat de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1' wordt gewijzigd in 'bedrijfswoning'.
Aan de in 48.4.1 genoemde wijziging kan slechts worden meegewerkt als blijkt dat 5 jaar na inwerkingtreding van dit plan de gronden niet in gebruik zijn genomen tot het doel waarvoor deze zijn bestemd en indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd tot het wijzigen van het plan in die zin dat de bestemming ter plaatse van de aanduiding Wetgevingszone - wijzigingsgebied 2 wordt gewijzigd in de bestemming Wonen - Woongebouw, en/of de gronden kunnen worden voorzien van
de aanduiding 'zorgwoning' en waarbij geldt dat de in dit plan bij die bestemming genoemde regels van overeenkomstige toepassing zijn, met dien verstande dat:
Ter beoordeling van de toelaatbaarheid van de genoemde wijzigingsbevoegdheid vindt een evenredige belangafweging plaats waarbij betrokken worden:
Aan de wijzigingsbevoegheid wordt niet meegewerkt indien er sprake is van onevenredig schaden van de waarden en belangen zoals hierboven genoemd, dan wel indien de uitvoerbaarheid niet is aangetoond.
Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduiding Wetgevingszone - wijzigingsgebied 3' de bestemmingen wijzigen in de bestemming Bedrijf.
Ter beoordeling van de toelaatbaarheid van een wijziging vindt een evenredige belangenafweging plaats, waarbij betrokken worden:
Voor het stellen van een nadere eis geldt de volgende voorbereidingsprocedure:
Ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke bouwaanduiding - rijksmonument' en 'specifieke bouwaanduiding - gemeentelijk monument' geldt dat de cultuurhistorische waarden behouden, de beschermd en/of hersteld dienen te worden. Het beschermingsregime voor deze gebouwen is geregeld in de Erfgoedwet en de Wet algemene bepalingen Omgevingswet respectievelijk de Erfgoedverordening van de gemeente Dalfsen.
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning een houtopstand te vellen of te doen vellen die:
De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 50.2.1 wordt geweigerd als de belangen van de verlening niet opwegen tegen het belang van behoudt van de houtopstand op basis van één of meer van de volgende waarden:
Het in lid 50.2.1 opgenomen verbod geldt niet voor:
Waarbij deze uitzondering niet geldt voor houtopstanden die in het kader van de in lid 50.2.4 opgenomen herplantplicht of andere (private)overeenkomst met een bestuursorgaan zijn aangeplant.
Het bevoegd gezag kan bij de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 50.2.1 en de toestemming als bedoeld in artikel 50.2.3, sub h een herplantplicht en/of vergoeding van de Boomwaarde volgens de hiervoor vastgestelde beleidsregels opleggen hierbij geldt dat:
Indien het beoogde gebruik van een bouwwerk aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, wordt een omgevingsvergunning voor het bouwen uitsluitend verleend indien aan of in dat bouwwerk dan wel op het onbebouwde terrein bij het bouwwerk wordt voorzien in die behoefte. Deze bepaling geldt niet voor bestaande situaties, waarbij de herbouw van een gebouw zonder functiewijziging wordt beschouwd als een bestaande situatie.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 50.3.1 en lid 50.3.2 indien het voldoen aan die bepalingen:
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van lid 51.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 51.1.1 met maximaal 10%.
Lid 51.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. Behoudens voor zover uit de Richtlijn inzake het behoud van de vogelstand en de Richtlijn inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna, beperkingen voortvloeien ten aanzien van ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaand gebruik.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 51.2.1 , te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Als het gebruik, bedoeld in lid 51.2.1 , na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Lid 51.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat al in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Chw bestemmingsplan Kernen gemeente Dalfsen 2016