Plan: | Bentinckspark 2009 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0118.BP20098016001-OH01 |
Bij alle aanpassingen en/of herzieningen van bestemmingsplannen wordt een inventarisatie gemaakt van de geluidsbelasting in het plangebied op grond van de Wet geluidhinder. Daarbij kan het gaan om geluid afkomstig van lucht-, rail- of wegverkeer en/of van bedrijven. Ook wordt bekeken of er wettelijk vastgestelde geluidszones binnen het plangebied vallen.
Wegverkeer
In het plangebied is een aantal ontwikkelingen opgenomen. Er is sprake van vier wijzigingsgebieden waar woningbouw, een schoolgebouw en een activiteitencentrum kunnen worden geprojecteerd. Tevens voorziet het bestemmingsplan in een uitbreiding met een commerciële voorziening en diverse sportactiviteiten. De geluidsbelasting als gevolg van het wegverkeerslawaai op de wijzigingsgebieden dient getoetst te worden aan de Wet geluidhinder.
Ingenieursbureau Spreen heeft een akoestisch onderzoek uitgevoerd naar het wegverkeerslawaai. De resultaten van dit onderzoek zijn vastgelegd in het rapport 'Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Bestemmingsplan Bentinckspark' (rapportnr. 090229.01W) van 30 augustus 2009, beschikbaar in bijlagen 6 en 7.
De geluidsbelasting als gevolg van het wegverkeer binnen 'zones langs wegen' is vastgesteld langs:
De geluidsbelasting is berekend voor de peiljaren 2009 en 2019. Bij de geluidsberekeningen is uitgegaan van de gebiedsontsluitingswegen die ook in de toekomst een maximum toegestane snelheid van 50 km/uur blijven houden. Binnen het plangebied liggen geen wegen met een hogere maximumsnelheid. De toename in verkeersaantrekkende werking van de diverse ontwikkelingen en aanvullende sportactiviteiten is meegenomen in het onderzoek.
Voor het bestemmingsplan Bentinckspark hoeven alleen die woningen en geluidgevoelige objecten te worden getoetst waar ten opzichte van het vigerende plan nieuwbouw of een uitbreiding mogelijk is. Als blijkt dat bij deze woningen en geluidgevoelige objecten de voorkeursgrenswaarde van 48 dB wordt overschreden, dan kan een hogere grenswaarde worden aangevraagd om de nieuwbouw of uitbreiding alsnog mogelijk te maken, indien er geen doelmatige bron- en overdrachtsmaatregelen getroffen kunnen worden om alsnog aan de voorkeursgrenswaarde te voldoen.
Uit het akoestisch onderzoek is gebleken dat de geluidsbelasting als gevolg van het wegverkeerslawaai afkomstig van de Mr. Cramerweg op de gevel van het geprojecteerde onderwijsgebouw de voorkeursgrenswaarde van 48 dB overschrijdt. De geluidsbelasting bedraagt 58 dB. De geluidsbelasting op de overige geprojecteerde woningbouw en activiteitencentrum is lager dan de voorkeursgrenswaarde.
Voor het verlenen van hogere grenswaarden dient onderzocht te worden in hoeverre geluidsreducerende maatregelen getroffen kunnen worden. Bronmaatregelen kunnen betrekking hebben op de verkeersintensiteiten, rijsnelheden en de wegdekverharding. Het terugdringen van de verkeersintensiteiten en het verlagen van de rijsnelheid is geen reële optie, omdat de Mr. Cramerweg een hoofdweg betreft door de kern van Hoogeveen. Maatregelen met betrekking tot de wegdekverharding zijn wel mogelijk. Door het toepassen van 'stil asfalt' op de Mr. Cramerweg over een lengte van ca. 300 meter kan de geluidsbelasting op het onderwijsgebouw met 3 dB worden gereduceerd. De Mr. Cramerweg wordt heringericht. Bij deze herinrichting zal tussen de kruising Kanaalweg en de nog aan te leggen rotonde bij de Galileilaan/Mr. Cramerweg 'stil asfalt' worden toegepast.
Daarnaast is ook een tweetal overdrachtsmaatregelen onderzocht. Het betreft het plaatsen van een geluidscherm langs de Mr. Cramerweg. Om een zodanige reductie van de geluidbelasting te bewerkstelligen dat kan worden voldaan aan de voorkeursgrenswaarde, is een scherm nodig van 6 meter hoog over een lengte van 180 meter. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is deze maatregel niet wenselijk. Verder kan worden overwogen om de afstand tussen bron en ontvanger te vergroten. Om te kunnen voldoen aan de voorkeursgrenswaarde zal het onderwijsgebouw op ten minste 77 meter van de weg geplaatst dienen te worden. Deze afstand is gezien de perceelsgrootte niet te realiseren.
Aangezien door het treffen van een bronmaatregel, namelijk het toepassen van 'stil asfalt', de geluidsbelasting kan worden gereduceerd, zal ten behoeve van de realisatie van het onderwijsgebouw een hogere grenswaarde van 55 dB aangevraagd worden. Bij hogere geluidswaarden dan de voorkeursgrenswaarde dienen met betrekking tot de geluidwering van de gevels wel maatregelen te worden getroffen om te bevorderen dat de geluidsbelasting in het schoolgebouw bij gesloten ramen ten hoogste 28 dB bedraagt in de leslokalen en theorielokalen en 33 dB in de theorievaklokalen. Bij het ontwerp dient rekening te worden gehouden met het projecteren van niet-geluidgevoelige ruimten aan de geluidbelaste zijde.
Industrielawaai
Het noordelijk deel van het plangebied Bentinckspark is gelegen binnen de zonegrens van het gezoneerde bedrijventerrein De Wieken. Buiten deze zone mag het geluidniveau niet hoger zijn dan 50 dB(A). Voor het realiseren van nieuwe geluidgevoelige bestemmingen binnen de zone, dient de geluidbelasting vanwege industrielawaai te worden bepaald. De gemeente kan als zonebeheerder de geluidbelasting op locaties binnen de zone bepalen. De voorkeursgrenswaarde voor industrielawaai bedraagt 50 dB(A). De maximale geluidbelasting waarvoor ontheffing verkregen kan worden is 55 dB(A).
Wijzigingsgebied 2 ligt gedeeltelijk binnen de geluidzone van 50 dB(A). In dit gebied zijn planontwikkelingen voor de realisatie van een activiteitencentrum en woningbouw. Bij de planontwikkeling moet de woningbouw zodanig geprojecteerd worden binnen het wijzigingsgebied dat de woningen buiten deze geluidszone gerealiseerd worden.
Het activiteitencentrum zal wel gedeeltelijk worden opgericht binnen de geluidszone van 50 dB(A). Dit gebouw zal verschillende functies krijgen. Hierbij wordt onder meer gedacht aan horeca, sporthallen, praktijklokalen, kantine, kinderopvang etc. Het pand zal grotendeels bestaan uit niet-geluidgevoelige ruimten. Er zullen echter ook functies als praktijklokalen, etc. worden gerealiseerd. Bij het opstellen van het ontwerp van het activiteitencentrum zullen deze ruimten zodanig gesitueerd dienen te worden dat deze buiten de geluidzone van 50 dB(A) vallen.
Geluidszone vliegveld
Het vliegveld van Hoogeveen valt onder het Besluit kleine luchtvaart (Bkl). In 1996 heeft het ministerie van Verkeer en Waterstaat voor het vliegveld een 50 Bkl-geluidszone vastgesteld. In 2000 is de grenswaarde voor de maximaal toelaatbare geluidbelasting van 50 Bkl gewijzigd in 47 Bkl. Geluidszonebeheer moet ertoe bijdragen dat buiten de vastgestelde geluidszone de geluidsbelasting als gevolg van de kleine luchtvaart niet meer bedraagt dan 47 Bkl. Het zonebeheer ligt bij het vliegveld. De Commissie Milieuhygiëne Luchtvaartterrein Hoogeveen ziet hierop toe.
De 47 Bkl-geluidcontour ligt over het noordelijk gedeelte van het Bentinckspark. Daar waar de geluidcontour op de zoneringskaart behorende bij het aanwijzingsbesluit van de minister van Verkeer en Waterstaat door bestaande bebouwing loopt, is deze contour op gebouwniveau opgenomen op de plankaart, waardoor de gehele bebouwing binnen de geluidcontour van het vliegveld valt.
Binnen de 47 Bbkl-contour is de bouw van geluidgevoelige objecten beperkt toegestaan. Er zijn geen ontwikkelingen van geluidgevoelige objecten geprojecteerd binnen deze geluidcontour.