Plan: | Bentinckspark 2009 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0118.BP20098016001-OH01 |
Binnen het plangebied zijn geen risicovolle bronnen aanwezig waarop het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (Bevi) van toepassing is. Binnen het plangebied is een zwembad gevestigd waar cloorbleekloog in combinatie met zwaveluur wordt opgeslagen. Op grond van het Bevi zijn voor de opslag van de genoemde gevaarlijke stoffen geen risicocontouren vastgesteld. Bij een calamiteit kan zich bij vermenging van chloorbleekloog met zwavelzuur een gifwolk vormen, die zich in het zwembad en omgeving kan verspreiden. Volgens de gevarenkaart van de Leidraad Risico-inventarisatie gevaarlijke stoffen kan een afstand van 90 meter gehanteerd worden voor de letaliteitsgrens bij een opslag van 2000 kg cloorbleekloog en 1250 kg zwavelzuur. De afstand waarbinnen gezondheidsschade kan optreden bedraagt 880 meter bij de genoemde hoeveelheden gevaarlijke stoffen. Het gehele plangebied en een groot gedeelte van de woonwijk ten westen van het plangebied bevindt zich binnen deze afstand.
De aanwezigheid van het zwembad betreft een bestaande situatie. Indien (gedeeltelijk) het activiteitencentrum wordt opgericht, waarbij het centrum ook functies mogelijk maakt voor personen die minder zelfredzaam zijn zoals bijvoorbeeld kinderopvang, naschoolse opvang etc. moet worden overwogen om de installatie in het zwembad te vervangen door een alternatieve reinigingsinstallatie zonder opslag van de chemicaliën chloorbleekloog en zwavelzuur. Alternatieve technieken zijn onder andere reiniging door middel van ozon of de productie van chloor door middel van zoutelektrolyse.
Indien het zwembad verplaatst wordt naar het noordelijke gedeelte van het plangebied zal direct een alternatieve reinigingsmethode moeten worden toegepast, waardoor er geen sprake meer is van een risicobron. Dit is ook in overeenstemming met de ontwerpvisie Externe Veiligheid waarbij de gemeente Hoogeveen geen nieuwe risicobronnen meer toestaat in een woongebied.
In de nabijheid van het plangebied ligt het BP tankstation Zuid-Oost, Buizerdlaan 147 in Hoogeveen, waar naast vloeibare motorbrandstoffen ook LPG wordt opgeslagen en verkocht. De plaatsgebonden risicocontour (10-6) ligt niet over het plangebied. Ook ligt het invloedsgebied waarbinnen het groepsrisico verantwoord moet worden niet over het plangebied. Het effectgebied, uitgaande van 400 meter vanuit het LPG-vulpunt, waarbinnen nog gewonden worden verwacht, ligt gedeeltelijk over één voetbalveld.
Route gevaarlijke stoffen
Binnen of in de nabijheid van het plangebied bevinden zich geen vastgestelde transportrouten voor gevaarlijke stoffen over de weg waarvoor op basis van de 'Wet Vervoer Gevaarlijke Stoffen' (WVGS) en de 'Nota Risico Normering Vervoer Gevaarlijke Stoffen' (RNVGS) veiligheidafstanden in acht moeten worden genomen voor eventuele planontwikkeling.
Hoofdtransportgasleiding
Binnen het plangebied Bentinckspark loopt een gasleiding met kenmerk N-520-21-KR-005.
Afbeelding 9: Situering Aardgastransportleiding
De leiding heeft een diameter van 6,3 inch en een druk van 40 bar. Formeel dient op dit moment nog getoetst te worden aan de Circulaire Zonering langs hogedruk aardgastransportleidingen van 1984. Op 28 augustus 2009 is echter het ontwerpbesluit Externe Veiligheid Buisleidingen opgesteld en VROM adviseert hierop te anticiperen.
Dit betekent dat geen kwetsbare objecten aanwezig dan wel geprojecteerd mogen worden binnen de PR (10-6)-contour. De PR(10-6)-contour is in dit geval een grenswaarde. Voor beperkt kwetsbare objecten is de PR(10-6)-contour een richtwaarde. Binnen de PR(10-6)-contour mogen zich beperkt kwetsbare objecten bevinden, mits goed gemotiveerd. Tevens moet rekening worden gehouden met een belemmerende strook van 5 meter aan weerszijden van de buisleiding. Deze belemmerende strook dient vrij te worden gehouden van bebouwing. Tot slot dient het groepsrisico (GR) indien noodzakelijk verantwoord te worden.
Volgens de gegevens van de provinciale risicokaart heeft de aardgasleiding een plaatsgebonden risicocontour (PR10-6) ter hoogte van de geprojecteerde locatie van de hockey- en korfbalvelden. Een deel van de PR(10-6)-contour ligt in het te ontwikkelen stadspark, omdat de gasleiding daar op een diepte van slechts 50 cm ligt. Binnen de PR(10-6)-contour bevinden zich geen kwetsbare objecten. De grenswaarde wordt dan ook niet overschreden. Sportvelden worden aangemerkt als beperkt kwetsbaar objecten. Hiervoor geldt een richtwaarde. Door de aanwezigheid van de PR(10-6)-contour wordt de richtwaarde overschreden. Om deze overschrijding van de richtwaarde ongedaan te maken, kan de PR(10-6)-contour terug worden gebracht tot op de leiding door het treffen van één van de volgende veiligheidsmaatregelen:
Er zal een gronddekking van maximaal 60 cm gerealiseerd worden ter hoogte van de leiding met de PR(10-6)-contour. Een grotere dekking is niet mogelijk, omdat er dan problemen kunnen ontstaan bij de hemelwaterafvoer van de andere sportvelden. Volgens de Gasunie zijn extra maatregelen om de PR(10-6)-contour terug te brengen op de leiding niet noodzakelijk, omdat de bestemming niet wezenlijk gewijzigd wordt.
Het invloedsgebied voor de verantwoording van het groepsrisico voor de buisleiding die door het plangebied loopt en die eindigt bij het gasontvangstation aan de Vos van Steenwijklaan bedraagt 70 meter aan weerszijden van de buisleiding. Het hotel/congrescentrum, de geprojecteerde woningbouw, het onderwijsgebouw en het activiteitencentrum zijn ruimtelijke ontwikkelingen die niet binnen het invloedsgebied van de aardgasleiding vallen. Binnen het invloedsgebied van de buisleiding blijven de terreinen hun bestaande functie behouden. Er is dan ook geen sprake van een wijziging binnen het invloedsgebied, waardoor het groepsrisico verandert. In dit geval hoeft er geen verantwoording van het groepsrisico plaats te vinden.
Omdat er alleen een herindeling van het sportpark plaats vindt zijn op bepaalde locaties sportvelden afgevallen en op een andere locatie weer nieuwe geprojecteerd. Er is een inventarisatie gemaakt van het aantal personen die binnen het invloedsgebied aanwezig kunnen zijn. In onderstaande tabel treft u de uitkomsten van de inventarisatie aan. De binnen het invloedsgebied van de gasleiding aanwezige kantoorgebouwen zijn in de inventarisatie meegenomen. Ook hier zijn geen wijzigingen in het groepsrisico aan te geven, omdat het een reeds bestaande situatie betreft.
Tabel: Inventarisatie aantal aanwezigen in het invloedgebied
Aantal personen binnen het invloedsgebied aanwezig | ||||
Functie | overdag | avond | Evenementen/weekend | verblijfsduur |
Kantoor nr 71 | 20 | 0 | 0 | 08.00 – 17.00 uur |
Pompgebouw nr 71 | 10 | 0 | 0 | 3 uur per dag |
Kantoor nr 73 | 160 | 0 | 0 | 08.00 – 17.00 uur |
Gemeentewerkplaatsen | 15 | 0 | 0 | 07.00 – 17.00 uur |
Hockeyvelden | 40 | 80 | 200 | 08.30 – 21.00 uur |
Korfbalvelden | 50 | 100 | 250 | 08.30 – 16.00 uur |
Voetbalvelden | 370 | 360 | 2400* | 08.30 – 22.00 uur |
Sportkantine zuid HZVV | 10 | 20 | 200 | 13.30 – 17.00 uur |
Sportkantine noord VVH | 10 | 20 | 175 | 13.30 – 17.00 uur |
*) Op zaterdag en zondag worden de voetbalwedstrijden gespeeld en is de kantine tot 17.00 uur geopend.
Het aantal personen, dat vanwege de sportactiviteiten in het gebied aanwezig kan zijn, is over de verblijfsduur, zoals in de tabel is aangegeven, te verdelen. De genoemde aantallen zijn dus nooit gelijktijdig binnen het invloedsgebied van de gasleiding aanwezig.
Zoals in het vorengaande is aangegeven zijn veiligheidsmaatregelen genoemd en zijn passende regels opgenomen, waardoor het aanwezige groepsrisico wordt beperkt dan wel geheel wordt voorkomen. Hierbij is uitgegaan van het maatgevend scenario dat zou kunnen ontstaan als gevolg van graafwerkzaamheden boven de buisleiding.
Het gasontvangstation aan de Vos van Steenwijklaan 73 is geen Bevi-inrichting, maar valt onder het Besluit Algemene Regels Inrichtingen Milieubeheer. Het betreft een gasontvangstation met een inlaatdruk van 40 bar en met een capaciteit tot en met 40.000 m3/hr (type C). In dit Besluit zijn veiligheidsafstanden opgenomen tussen het gasontvangstation en (beperkt) kwetsbare objecten. Er dient een minimale veiligheidsafstand van 15 meter in acht te worden genomen ten opzichte van kwetsbare objecten en 4 meter ten opzichte van beperkt kwetsbare objecten. Binnen de genoemde veiligheidsafstanden bevinden zich geen kwetsbare dan wel beperkt kwetsbare objecten. Tevens is er in het bestemmingsplan geen sprake van projectie van (beperkt) kwetsbare objecten binnen de genoemde veiligheidsafstanden.
Advies Hulpverleningsdienst Drenthe
De Hulpverleningsdienst Drenthe heeft op 9 juli 2009 advies (kenmerk: BP-Bentinckspark-01) uitgebracht in het kader van de externe veiligheid. Het plangebied betreft een sportpark dat heringericht gaat worden en waarin een viertal ontwikkellocaties, te weten twee locaties voor woningbouw, de bouw van een school, activiteitencentrum en nieuw zwembad en conferentiecentrum, zijn opgenomen. De bepalende risicobronnen binnen het plangebied zijn het huidige zwembad en de hoge druk aardgasleiding.
Verplaatsing van de gasleiding is niet aan de orde. De functies op en rondom de leiding blijven bestaan uit sportactiviteiten en recreatie in het gedeelte van het stadspark. Ook de Hulpverleningsdienst adviseert om bij grondwerkzaamheden in de nabijheid van de leiding rekening te worden gehouden met de volgende aandachtspunten:
Aangezien de plannen voor de nieuwbouw nog niet concreet zijn, is het type bebouwing en indeling niet duidelijk. In het kader van de zelfredzaamheid zal bij een verdere invulling van de bouwplannen rekening gehouden moeten worden met de aanwezigheid van vluchtwegen en de plaatsing van bouwwerken. Hierover zal afstemming met de brandweer moeten plaatsvinden.
Voor wat betreft de bestrijdbaarheid van een brand wordt opgemerkt dat de bluswatervoorziening in de buurt van de sportaccommodaties en het zwembad niet voldoende is of zelfs ontbreekt. Bij de ontwikkelingen zal in overleg met de brandweer voldoende bluswater gecreëerd moeten worden.
Bij het nemen van snelheidsbeperkende maatregelen moeten ook de gevolgen die deze maatregelen hebben op de aanrijtijden van de verschillende hulpverleningsdiensten worden betrokken. Verder dienen de verschillende sportvelden en de dagrecreatie goed bereikbaar te zijn. De terreinen dienen minimaal via twee toegangswegen bereikbaar te zijn voor de hulpverleningsdiensten.
Hoogspanningsleidingen
Binnen het plangebied lopen geen hoogspanningsleidingen. Het is daarom niet noodzakelijk om in enige vorm uitvoering te geven aan het voorzorgsbeleid (brief 24 december 2004 sts secr Van Geel) inzake de magnetische velden veroorzaakt door hoogspanningslijnen.